Na 45 jaar zit de Engelse traditieclub Huddersfield Town, de nieuwe ploeg van Laurent Depoitre, weer in de Premier League, dankzij een Duitse inbreng. Slecht kan het sprookje voor de Terriers nooit aflopen.
Aan het prachtige neoclassicistische station in Huddersfield hangen drie reuzegrote clubshirts: die waarmee de Terriers, zoals de spelers van de plaatselijke voetbalclub genoemd worden, komend seizoen in de Premier League zullen aantreden. Op het majestueuze King Georgeplein voor het station staat, naast het levensgrote standbeeld van voormalig Engels premier Harold Wilson (geboren in Huddersfield), een blauw-wit tentje met een beker. De trofee die Huddersfield Town een paar maanden geleden won, nadat het onverwacht als vijfde in The Championship de play-offs had gehaald en in de finale op Wembley na penalty’s Reading had geklopt.
In de lokale pers en online is promotie gevoerd, maar het regent oude wijven en het immense plein oogt akelig leeg. Naast het standje staan een marketingjongen van de club, een radiojournalist van de BBC en twee jonge fans. Wanneer een man nadert, vraagt de marketingman of hij een foto wil met de beker. Neen, hoor. De man wil geld, om eten te kopen…
De radiojournalist is hier om op een vol plein wat sfeerreacties op te pikken, maar valt dat tegen. De 39.000 Huddersfield Townfans die eind mei driehonderd kilometer van huis op Wembley het grote promotiefeest live meemaakten, lijken vandaag allemaal met vakantie. Dus ondervraagt de reporter zijn Belgische collega. Hoe die de overlevingskansen van Huddersfield in de Premier League inschat? En of de nieuwe Belgische speler van Town een aanwinst is? Na het interview vraagt hij: ‘Hoe heet die Belg ook weer?’
Bij aankoop op 24 juni was die nieuwe Belg, Laurent Depoitre,de duurste inkomende transfer ooit uit de geschiedenis van de club, 3,5 miljoen pond, zo’n 4 miljoen euro. Op 5 juli was hij dat record al weer kwijt, toen HTFC bij Montpellier Steve Mounié,international van Benin, kocht. Depoitre mag dan wel de op een na duurste aankoop uit de clubgeschiedenis zijn, hij kan alvast beginnen om er met prestaties voor te zorgen dat de mensen hier gauw zijn naam leren kennen.
Georgisch eten
Huddersfield ligt in the middle of nowhere,maar is wel omringd door voetbalgrootheden. Manchester en Sheffield liggen op een halfuur rijden, aartsrivalen Leeds en Bradford op minder dan dertig kilometer. De 163.000 inwoners tellende, middelgrote stad heeft dankzij de universiteit wel 32.000 studenten, maar geen luchthaven, halte of eindpunt op een grote spoorlijn en ook geen snelwegafrit. Met de wagen is het via de car train in Folkestone, waar de Kanaaltunnel eindigt, 445 kilometer. Met de trein vanuit Londen net geen drie uur sporen richting Leeds, met een overstap op het boemeltreintje in Wakefield.
Bij aankomst in het prachtige station uit 1845 zie je hoe aan de overkant van het centrale King Georgeplein iemand de leeuw bovenop de imposante Lions Building, gebouwd in 1853, een enorme blauw-wit gestreepte sjaal om heeft gebonden, kwestie van de bezoeker duidelijk te maken dat dit voortaan een belangrijke voetbalhalte is. Maar wie verder stapt, merkt al gauw dat de stad ooit betere tijden heeft gekend. Het station is, samen met de voetbalclub en de universiteit, het beste wat Huddersfield te bieden heeft. Een authentieke pub waar je lekker Engels kan eten, is er niet. Wel een trendy Finse bar, een Iraans, Pools, Mexicaans, Braziliaans en een Georgisch restaurant. Ooit, zegt eigenaar Mike Holroyd die met zijn Georgische vrouw Elena tegenover het station restaurant Lost Propertiesrunt, was Huddersfield met zijn talloze textielbedrijven een van de meest welvarende regio’s in de wereld, waar na de Eerste Wereldoorlog meer Rolls-Royces reden dan elders in het UK. Niet toevallig viel die tijd samen met de glorieperiode van de plaatselijke voetbaltrots (zie kader).
Voetballer van het Jaar
Bij het binnenrijden van het station zie je links het fantastisch mooie John Smith’s- stadion met zijn 24.000 zitplaatsen, 2,5 kilometer van het stadscentrum. Toen het in augustus 1994 in gebruik genomen werd, was het een moderne multifunctionele site, met een fitnessruimte en een zwembad die ook toegankelijk waren (en nog steeds zijn) voor het grote publiek, plus een bioscoop, café en een pizzazaak.
Aan de hoofdingang van het stadion kijkt Laurent Depoitre op een levensgrote foto zelfbewust. De slogan bij de foto: ‘We are Premier League‘. Die staat ook op de meeste truitjes in de kleine fanshop die ook nog eens wordt gedeeld met de plaatselijke rugbyclub, de Huddersfield Giants, de andere bespeler van dit stadion – weliswaar voor gemiddeld slechts vijfduizend kijkers.
Het Taylor-rapport dat in 1990 in opdracht van de overheid na de drama’s van Hillsbury en Bradford werd gemaakt, verplichtte de profclubs uit de twee hoogste reeksen om vanaf 1994 enkel nog zitplaatsen aan te bieden. Als Huddersfield zijn oude stadion zou ombouwen, zou de capaciteit afnemen tot achtduizend plaatsen. Niet levensvatbaar voor profvoetbal op hoog niveau. Op de gronden van dat oude stadion staat dus nu even verderop een modern winkelcentrum. Met de verkoop van die gronden werd de nieuwe thuishaven gefinancierd, veertig procent door de lokale overheid, evenveel door Huddersfield Town en twintig procent door de rugbyclub.
Parttime trainerskeeper
Ann Hough heeft als enige van het huidige bestuur de verhuizing nog meegemaakt. Vandaag is ze een van de vijf leden van de Board of Directors. Welke familieclub Huddersfield Town nog altijd is, wordt duidelijk wanneer Hough aan de receptie een telefoontje krijgt dat een oude bekende even goeiedag wil zeggen. Nico Vaesen, tegenwoordig spelersmakelaar en in die hoedanigheid enkele dagen in de streek, voetbalde hier van 1998 tot 2001.
De begroeting met Ann, in Vaesens tijd clubsecretaresse, toont wat de Belgische doelman hier vroeger betekende. De Limburger krijgt een dikke knuffel: ‘Nico, hoe is het met je kinderen?’ Ze geeft een rondleiding door de hoofdtribune, deze zomer een grote bouwwerf. In de lichtmasten moet de lichtsterkte opgevoerd worden, er komt een nieuwe mediatribune en aan de zijkant wordt een tv-loge gebouwd, voor wanneer Gary Lineker en zijn collega’s hier neerstrijken. De loges zijn uitverkocht, terwijl ook de abonnementenverkoop op twintigduizend afgesloten werd. ‘Hard werk, maar door de adrenaline gebeurt dat met de glimlach’, zegt Hough. ‘Last year was a year of dreams.’
Ann werkte bij een boekhoudkantoor toen haar vader, een Huddersfieldfan, een personeelsadvertentie opmerkte waarin de club een hulpsecretaresse zocht. Zo maakte ze sinds oktober 1993 de opgang, het verval en het huidige sprookjesjaar mee. Al is de ziel van de club niet erg veranderd, vindt ze. ‘Huddersfield was klein, familiaal – niet gewend om buitenlandse spelers te herbergen. Nico belandde hier als pas tweede buitenlander ooit. Een enorme uitdaging voor ons om een buitenlands gezin goed onder te brengen, met een baby en een peuter.’
Vaesen zat in 1998 bij Eendracht Aalst op een zijspoor, toen een hem tot dan onbekende Nederlandse makelaar, Piet Buter hem contacteerde. De Belg, 1m92, had nog nooit van Huddersfield gehoord, maar trainde een week op proef mee. Was hij tien centimeter kleiner geweest, dan had Buter hem allicht niet eens gebeld: ‘In Engeland vragen ze als het om een doelman gaat niet: ‘Hoe goed is hij?’, maar: ‘Hoe gróót is hij?’ Dat is nog altijd zo.’
Huddersfield had toen een parttime keepertrainer, Eric Steele,die dat ook was bij Derby County. Bij beide clubs ging hij twee dagen per week aan de slag, voor hij bij Aston Villa, Manchester City, Man United en de Engelse voetbalbond de doelmannen onder handen nam. Vaesen: ‘Na twee trainingen zei Steele: ‘Je bent goed genoeg.’ Scout Jeff Lee volgde me nog eens in een reservematch met Aalst. Dat wou vooral de zes miljoen frank recupereren die het voor mij aan Cercle had betaald. Voor Huddersfield geen probleem.
‘Ik kwam er terecht in een kleedkamer met alleen Britten, no-nonsensegasten, met veel humor, die me warm onthaalden. De voorzitter zocht zélf een huis voor mij, iedereen deed zijn best om het ons naar de zin te maken.
‘Een van de verdedigers woog honderd kilo, kon amper lopen, maar trok de hele kleedkamer mee. De nieuwe trainers wilden de ploeg topfit hebben. Op stage gingen we elke dag een halve dag lopen, daarna kropen we in het krachthonk. ’s Ochtends propten de andere spelers zich vol met worst, bacon and eggs en kwamen ze bezorgd rond mij staan terwijl ik mijn fruitontbijtje at. Pas na drie weken kreeg ik mijn eerste keeperstraining.’
‘En in je eerste match vloog je al na negen minuten van het veld’, herinnert Ann zich. ‘Ik dacht: oh my God, wat hebben we nu binnengehaald?’ Vaesen herinnert zich nog de fase op Bury: corner voor Huddersfield, bal onderschept, tegenaanval, één man door. ‘Ik kom uit mijn zestien meter, de bal gaat tegen mijn schouder, de ref fluit voor hands en trekt rood. Ik in zak en as, maar na de match zegt de coach: ‘Trek het je niet aan, het komt wel goed.’
‘De vierde wedstrijd was voor Town dé match van het jaar, tegen Bradford City thuis. We staan 2-1 voor, in de laatste minuut haal ik een bal uit de winkelhaak, we winnen en heel het stadion scandeert mijn naam.’
Dat jaar wordt Vaesen verkozen tot Player of the Year. Een jaar later staat Huddersfield met Nieuwjaar eerste. Op drie speeldagen voor het einde is één punt voldoende om de play-offs te halen, maar het verliest drie keer… Het derde jaar loopt alles verkeerd en degradeert de club zelfs naar derde klasse. Steve Bruce, de trainer van Birmingham die een jaar eerder Huddersfield coachte, haalt Vaesen weg voor 45 miljoen frank (dik één miljoen euro), waarmee die op dat moment de duurste uitgaande transfer ooit is van Huddersfield. Met Birmingham wint de keeper een jaar later de play-offs door in de finale twee penalty’s te stoppen, en belandt hij in de Premier League.
Wagner-Revolutie
Ondertussen zakt Ann Hough met Huddersfield naar vierde klasse. ‘We werkten hier nog met een man of tien. Niemand die toen dacht dat we op een dag in de Premier League zouden belanden.’
De man die voor dat mirakel zorgde, is een Duitser met Amerikaanse roots. David Wagner (45)speelde ooit acht interlands voor de VS, het land van zijn vader, en won met Marc Wilmots en Schalke 04 twintig jaar geleden de UEFA-Cup. In de herfst van 2015 schrok de toenmalige trainer van het tweede elftal van Dortmund toen Stuart Webber, sportief manager van Huddersfield, hem vroeg om de eerste niet-Britse trainer ooit in de clubgeschiedenis te worden. Op een kleine honderd kilometer van Liverpool, waar Wagners beste vriend en vroegere ploegmaat bij FC Mainz, ene Jürgen Klopp,aan de slag is.
Wanneer de Duitser in Engeland de werkomstandigheden ziet, schrikt hij behoorlijk. De spelers arriveerden, zoals in de tijd van Vaesen, anderhalf uur voor de match op het stadion, letten amper op hun voeding en trainden vier keer per week in de voormiddag. Ann Hough: ‘Op het veld stonden de trainer, zijn assistent, een kine, de materiaalman en een parttimekeepertrainer. Vandaag loopt op het trainingscentrum zo’n veertig man rond, spelers niet inbegrepen.’
Die hebben nu een eigen krachthonk en een complete staf voor voeding en videoanalyse. Bij thuiswedstrijden moeten ze al om tien uur in het hotel zijn, terwijl er tweemaal per week twee keer per dag getraind wordt. Ook op het veld werd de Wagner Revolution doorgevoerd. De trainer zweert bij intensief pressievoetbal en wil alleen spelers met nooit aflatende inzet. Het eerste jaar eindigde Huddersfield als negentiende, afgelopen seizoen werd zonder uitgesproken ambities aangevat, met het zesde budget van de 24 tweedeklassers.
In december kreeg Ann Hough voor het eerst een gevoel dat er iets moois zat aan te komen. Voor de laatste wedstrijd tegen streekrivaal Sheffield Wednesday zou de bekende supporter en Star Trekacteur Patrick Stewart naast Ann de match bijwonen, maar hij gaf alsnog verstek. ‘In zijn plaats stuurde de marketingdirecteur me een belangrijke sponsor die ik niet kende. Ik was zo nerveus dat ik van de spanning de hele tijd mijn hand op zijn been legde.’
Op 28 mei schoot een van de vijf Duitse spelers op Wembley de Terriers naar de voetbalhemel, de Premier League. Een jaar eerder was Christopher Schindler nog als duurste aankoop ooit voor 2,5 miljoen euro weggehaald bij de Duitse tweedeklasser 1860 München. Een fan heeft een bord meegebracht met daarop: ‘FC Huddeutschfield.’
Postkaartenverkoop
Hoewel Huddersfield vandaag in een andere wereld is beland, is het nog altijd een club met een familiale sfeer, zegt Ann Hough. De verdienste van de eigenaar, Dean Hoyles (50),een van de amper acht Engelse eigenaars op twintig Premier Leagueclubs.Een man uit de streek, die al sinds 1969 supporterde voor Town en in 2009 eigenaar werd. ‘Een erg bescheiden man. Je zou hem amper opmerken, maar hij heeft wel zijn bedrijf van nul opgestart, vanaf de achterbank van een bestelwagen.’
Hoyles begon met de verkoop van postkaarten, ruilde later zijn bestelwagen voor een winkel en verkocht in 2010 zijn keten van vijfhonderd vestigingen voor driehonderd miljoen pond. ‘Bij zijn aantreden beloofde Dean de trouwe abonnees honderd pond terug te betalen als we ooit in de Premier League zouden belanden’, zegt Ann. ‘Hij hield woord. Dus ben ik nu al heel de zomer bezig met cheques van honderd pond uit te schrijven.’ Liefst 4500 fans die sinds 2008 onafgebroken een seizoenskaart bezitten, wrijven zich in de handen.
‘Dean wil dat de gewone supporter naar het stadion kan. In april deden we een actie: amper 199 pond voor een abonnement, ongeacht de reeks waarin we zouden spelen. In die maand verkochten we er zeventienduizend, terwijl we een paar jaar geleden amper achtduizend abonnees hadden.’ Dit seizoen is Huddersfield in de Premier League, na West Ham, de goedkoopste club qua seizoenskaarten. Op 19 juni werden de resterende abonnementen aan de man gebracht en sloot Town de verkoop met twintigduizend eenheden af.
Ann Hough is optimistisch. Dat mag, want Huddersfield heeft de Engelse Lotto gewonnen. Zelfs in het slechtste geval krijgt Town het komende jaar tweehonderd miljoen euro aan tv-rechten: de helft als kleinste club in de Premier League, en nog eens de helft aan marketinginkomsten en tv-rechten als het opnieuw degradeert: ‘Wat er ook gebeurt, dit kan niet slecht aflopen. Zelfs als we er na een seizoen al weer uit gaan, zullen we er volop van genieten. Met wat meeval lukt het ons wel: wat Bournemouth deed, moeten wij toch ook kunnen?’
door Geert Foutré in Huddersfield – foto’s belgaimage
Na West Ham is Huddersfield de Premier Leagueclub met de goedkoopste abonnementen.
Toen de Duitse coach David Wagner de werkomstandigheden bij Huddersfield zag, schrok hij behoorlijk.