‘Jammer dat hij met Westerlo een tussenstap moet doen’, vindt Harm Van Veldhoven. Maar de vraag of hij een grotere stap aankan, is voor Wim Mennes nog niet aan de orde.
Iets anders
Wim Mennes : “Ik was redelijk goed bezig met Lommel na de winterstop, ik had tegen Westerlo twee assists gegeven, ’s zaterdags erna drie keer gescoord tegen Beveren én ik was einde contract. Dus ’s maandags was de transfer in orde. Er waren nog wel andere contacten, maar die clubs wilden mij dan voor een andere positie of als vijfde wiel aan de wagen, en dat wou ik ook niet.
“Ik vind het toch een stap vooruit omdat ik al dertien jaar bij Lommel zat en nooit iets anders gezien heb. Ik wil niet zeggen dat het hier sportief zoveel beter is, maar een andere omgeving, met andere mensen, dat is eens plezant na al die jaren. Dat was mijn doel : vóór het seizoen afliep wou ik gewoon ergens anders naartoe. Ik voel ook dat ze hier achter mij staan, wat meer zelfvertrouwen geeft, en dan kan je op het veld ook iets meer. Als je altijd bij dezelfde ploeg blijft, word je op den duur een meubelstuk. Dat klinkt als een cliché, maar het ís zo.
“Een grotere club had misschien gekund, maar het kan nog altijd, hé. Ik heb voor Westerlo gekozen omdat het niet te ver is. Na een halfuurtje rijden, ben ik hier. En het is geen topclub, want was ik naar een topclub gegaan, dan was ik misschien op de bank beland. Dus ik heb er geen spijt van. Als je trouwens echt goed bent, dan komen ze je wel halen. Maar ik sta daar allemaal niet bij stil. Ik heb het naar mijn zin en ik doe gewoon mijn best. Niet dat ik geen ambitie heb, maar het was op dat moment Westerlo of Lommel en ik wilde iets anders. Dus…”
Elkaars tegenpolen
Wim Mennes : “Dit is een club met een andere trainer met een andere stijl, een spelersgroep die echt goed aan elkaar hangt. Westerlo heeft de beste kleedkamer, zeiden ze altijd en nu ik hier zit, moet ik het nog geloven ook. Deze groep hangt écht heel goed aan elkaar. Harm ( VanVeldhoven, nvdr) en Ceulemans zijn echt tegenpolen. Harm was heel open, met al eens een godmiljáár ertussen, terwijl Ceulemans veel stiller is. Dat is ook wel eens fijn om mee te maken, iemand die altijd heel kalm blijft, ook als het minder gaat. In het begin had ik het moeilijk met Van Veldhoven. Het eerste half jaar heb ik onder hem zelfs niet gevoetbald. Hij zei : ‘Als je je manier van spelen niet verandert, kom je er bij mij niet in’. Dat was wel even slikken. Ik had graag eens de bal en dribbelde graag eens. Ik moest sneller de bal spelen, zei Harm. Daarna heb ik op training alles proberen te doen wat hij vroeg, en zo ben ik er langzaam in gerold.
“Hoe ik van Ceulemans moet spelen ? Je weet, hij zegt niet heel veel, hé ( lachje). Hij heeft mij naar hier gehaald om wat meer mensen voor de goal te zien komen. In dat opzicht ben ik nog niet echt goed geslaagd, want ik heb nog bijna niet gescoord of assists gegeven. Op Lommel had ik er het laatste jaar een stuk of vijf uit corner, hier maar een stuk of twee. Ik moet die nog beter trappen voor er gevaar uit komt. In Lommel trainden we er ook op, waren er echte afspraken gemaakt waardoor iedereen wist wáár de corner terecht ging komen. Hier gooi ik hem eigenlijk zomaar voor de pot. Al trainen we er de laatste weken ook al wat meer op, hoor.”
Centraal spelen
Wim Mennes : “Dat ik nooit echt een nummer tien ben geweest of een zuivere verdedigende middenvelder, klopt. Ik ben iets daartussen. Hier speel ik nu ook al een paar weken op, zeg maar, de nummer tien, maar echt de creatieve man ben ik niet, wel iemand die samen met anderen het spel probeert te maken. Ik denk dat mijn beste positie is, waar je als één van twee verdedigende middenvelders telkens op en af mag gaan, terwijl de ander achterin moet blijven. Maar zoals ik nu speel, kan het ook. Als het maar centraal is, wat ik ook als enige verdedigende middenvelder al deed. Al voetbal ik liever naar voren dan achterin te blijven hangen. Ik kom liever in de zestien van de tegenstander dan in die van ons.
“In Lommel speelde ik in het begin vaak aan de rechterkant, wat mij niet zo lag. Sommigen mogen dan wel zeggen dat ik de explosiviteit mis voor een nummer tien en het smeerlap zijn voor een verdedigende middenvelder, ik denk niet dat je een smeerlap moet zijn om een goeie verdedigende middenvelder te zijn. Kijk naar TimmySimons. Maar ik zal ook wel eens iemand een goeie kroket geven, hoor ( lacht). Bij hem is het natuurlijk ook gegroeid : hij was eerst gekocht als centrale verdediger en kwam pas op het middenveld terecht toen er iemand uitviel en een aantal andere opties geschorst waren. Hij deed het zo perfect dat hij daar is blijven spelen.”
Balletje trappen
Wim Mennes : “Timmy Simons en ik, wij bleven bij Lommel na de training geregeld nog wel eens oefenen op trappen of explosiviteit. Niet zozeer met de idee van : het moet perfect worden, maar gewoon omdat ik me daar goed bij voel. Je wordt er natuurlijk wel alleen maar beter van en je haalt er een deel zelfvertrouwen uit. Ik ben daarmee begonnen toen ik bij Lommel op de bank zat. Ik vond dat ik op training deed wat ik moest doen, dus vroeg ik me af wat ik nóg meer moest doen om er te komen. Je naait jezelf daar in op. Hier doe ik dat ook nog geregeld : touwtje springen voor de quadriceps of vrije trappen nemen.
“Maandag en dinsdag doe ik wat touwtje springen; op donderdag en vrijdag zet ik de muur neer en oefen ik nog wat vrije trappen. Alleen. In het begin kijken ze wel eens wat raar. Maar ik vind het zelfs fijn om eens even op jezelf te zijn en wat extra te doen. Ik ben wel eens graag op mezelf. Niet in het absurde, hoor, maar ik kan ervan genieten om, zoals nu als de zon schijnt, na de training een halfuurtje het plezier te voelen van : ik wil die bal dáár trappen, en hem daar dan ook te kúnnen trappen. Ik weet niet of het me echt verder helpt, maar ik voel er me goed bij. Net zoals ik voor een wedstrijd nog altijd een paar uur in mijn bed kruip en ook na de training nog een uurtje. Doe ik sinds ik getrouwd ben en we op een appartementje wonen. Vroeger ging ik al eens mijn vader helpen klussen.”
Meer scoren
Wim Mennes : “We missen een creatieve middenvelder, las ik vaak. Je voelt je dan toch min of meer aangesproken. Ik ben weliswaar niet naar hier gekomen als dé creatieveling, want ik ben meestal meer een dienende speler, maar ik stond bij de jeugd toch lang op de nummer tien en ik ben gehaald om toch iet of wat achter de spitsen te voetballen. Ik vind het ook gemakkelijk om te zeggen : als we die of die erbij hadden, dán… Dat moet je niet doen, vind ik : je hebt ze toch niet en het is niet plezant voor de mannen die spelen. De laatste weken is het hier toch stukken beter dan ervoor. Dat komt natuurlijk ook omdat we wat punten haalden en je dan toch iets vrijer kan voetballen.
“Ik zou het niet weten hoe het komt dat we moeilijk scoren. Paas is geblesseerd en Toni ( Brogno, nvdr) komt er nog niet honderd procent uit, maar schitterend hoe hij zichzelf blijft geven. Hij werkt mee in dienst van de ploeg. Met Tosin ( Dosunmu, nvdr) hebben we er wel extra concurrentie bij voorin, je kan hem met zijn snelheid eens uitspelen. Iedereen weet nu wel dat Tosin snel is, dus de tegenstander laat meestal niet te veel ruimte in de rug. Vroeger had Westerlo natuurlijk een ploeg die meer uitgekookt was met spelers als Schaessens, Thans… Er stak heel wat ervaring in en ik denk dat dat het grote verschil is met nu.”
Timmy Simons
Wim Mennes : “Nieuwjaar vieren we zoals vroeger nog altijd samen, met nog andere voetballers erbij, zoals Dekelver en VanRuyssevelt van Antwerp. Timmy doet het op zijn manier en dat vind ik heel knap. Ik hoop dat hij weggaat bij Club, om zichzelf te kunnen verbeteren. Hij zal wel een goeie beslissing nemen. Hij zal altijd zichzelf blijven, nooit iemand beledigen. Maar hij kan nog altijd zwanzen zoals vroeger, hoor ( lacht).”
door Raoul De Groote
‘Een goeie verdedigende middenvelder moet geen smeerlap zijn.’