
‘EIGENLIJK IS CASTELLANI GEEN TRAINER VOOR MAASEIK’
Voormalige volleybalcoryfee Wout Wijsmans is een tevreden technisch directeur bij Noliko Maaseik. Zondag in de bekerfinale tegen Knack Roeselare hoopt hij dat zijn club eindelijk weer een prijs pakt. ‘De honger is heel groot.’
‘Buongiorno, Daniel.’ De rest van zijn telefoongesprek met coach Daniel Castellani begrijpen we minder goed, want ook dat verloopt in vlot Italiaans. De beste en meest succesvolle Belgische volleyballer aller tijden is dan ook een halve Italiaan. Veertien jaar lang speelde Wout Wijsmans in het mekka van het Europese volleybal en in 2010 verwierf hij officieel het Italiaanse staatsburgerschap. Vorig jaar keerde hij terug naar Noliko Maaseik, de club die hij eind jaren negentig na twee seizoenen en evenveel kampioenstitels, nationale bekers en supercups verliet. Nog twee jaar ging hij het beste van zichzelf geven, maar zover kwam het niet.
Sinds het einde van vorig seizoen bekleedt Wijsmansde functie van technisch directeur bij de Belgische recordkampioen. ‘Mentaal was het op’, vertelt hij in zijn kantoor in de Lotto Dôme. ‘Ik heb altijd met veel passie op het terrein gestaan, maar dat was weg. Daarom ben ik met de mensen van de club samen gaan zitten: ‘Als ik die passie mis, dan haal ik mijn niveau niet meer, en als ik niet meer rendeer, dan heeft het geen zin om verder te gaan.’ ‘Daar hebben we begrip voor’, was het antwoord, ‘maar misschien kunnen we je wel iets anders aanbieden. We zoeken een voltijds technisch sportief directeur.’ We hebben daar lang over gepraat, ook met de trainer, en kwamen tot de conclusie dat het voor iedereen de juiste keuze was.’
Een keuze waar hij heel blij mee is, want zelf spelen mist Wijsmans niet. Hoewel. ‘Sinds vorige week missen we een aantal jongens door blessures en ben ik weer even aan het meetrainen met de groep om zes tegen zes te kunnen spelen. Ik amuseer me nu meer dan vorig seizoen. Trainen ging nog wel, het waren vooral de wedstrijden. Zelfs in de play-offfinale tegen Roeselare, toen ik wist dat het mijn allerlaatste wedstrijd zou worden, lukte het me niet meer om me volledig op te laden. Vooraf zei ik tegen mezelf: ‘Ik ga nog eens alles uit de kast halen’, maar toen de opwarming begon, voelde ik: nee, dit is het niet, het is voorbij.’
FILTER TUSSEN SPELERS EN CLUB
In zijn nieuwe job omschrijft Wijsmans zichzelf als ‘de filter tussen de spelers en de club. Ik weet zaken van de spelers die de club niet weet en ik weet zaken van de club die de spelers niet weten. Daarnaast zorg ik ervoor dat alles geregeld is voor de jongens en beheer ik het spelersbudget.’ Het was dus ook zijn taak om na het vorige seizoen in samenspraak met Castellani een nieuwe ploeg samen te stellen. En een níeuwe ploeg werd het. Noliko Maaseik legde maar liefst tien nieuwkomers onder contract. ‘Dat is inderdaad veel, maar ik wou ook een nieuw begin na de moeilijke jaren die we gehad hebben.’
De laatste vier jaar won Maaseik geen enkele prijs en zag het de eeuwige rivaal uit West-Vlaanderen telkens de landstitel pakken. ‘Dat wringt, ‘ geeft de technisch directeur toe, ‘maar ik denk ook dat we elkaar kunnen helpen om te groeien. Door de concurrentie dreig je dat uit het oog te verliezen. In plaats van ieder zijn eigen weg te gaan hoop ik dat we wat meer kunnen samenwerken om allebei beter te worden. In Italië doen topclubs dat ook.’
Waar Roeselare negen Belgen in zijn kern heeft, zijn dat er bij Maaseik slechts twee. Het zorgde bij aanvang van het seizoen voor wat gemor bij de Limburgse aanhang. ‘Zo’n kritiek is begrijpelijk, maar ik weet ook dat zoiets moet groeien. De supporters leren de spelers wel kennen. Je ziet nu ook: de resultaten vallen mee en er wordt niet meer gepraat over het grote aantal buitenlanders. Het blijft een doel van Noliko Maaseik om meer Belgen te halen, maar dat kan je niet op korte termijn want de beste Belgen spelen in het buitenland en zijn te duur en de jonge talentvolle Belgen zitten bij Roeselare.’
Wijsmans heeft er een verklaring voor waarom die laatsten kiezen voor Roeselare. ‘Ze zien Roeselare als de winnende ploeg en dat trekt aan. Toen ik jong was, was Maaseik de toonaangevende club, het team dat mooie resultaten neerzette in de Champions League. We moeten opnieuw onze plaats veroveren: met respect voor andere clubs tonen dat wij ook een optie kunnen zijn voor bijvoorbeeld jongens die doorstromen uit de volleybalschool. We werken eraan om dat te realiseren, maar het vergt tijd want er zijn er jaarlijks niet veel die de stap naar een topclub kunnen zetten.’
OPSTAP NAAR EUROPESE TOP
Die plaats veroveren hoeft niet noodzakelijk met voornamelijk spelers uit eigen land. ‘Ik wil er vooral mee voor zorgen dat Maaseik weer een club wordt die grote talenten beschouwen als de ideale opstap naar de Europese top. Ambitieuze, jonge gasten kunnen bij ons twee, drie jaar rijpen om dan de stap te zetten. Hier staat immers eenzelfde structuur en is alles georganiseerd zoals bij de top van Europa, maar met een kleiner budget. Misschien betaal je daarvoor een prijs omdat je telkens opnieuw van nul af aan moet beginnen, een ploeg moet opbouwen. Maar als je talenten binnenhaalt die goed werken, dan komen de resultaten wel.’
Dit seizoen is er al meteen een goed voorbeeld van. ‘Allemaal hebben ze tot nu toe meer dan het minimum van onze verwachtingen ingelost. Van Martijn Colson, bijvoorbeeld, wisten we dat hij capaciteiten had, maar hij verrast in positieve zin door tot de meest constante spelers te behoren. Van onze libero (Facundo Santucci, nvdr)zei ik dat het een van onze beste transfers zou worden en dat blijkt ook: receptioneel, verdedigend, qua karakter. Aanvaller Bruno is de laatste weken super bezig, en ook over de spelverdelers zijn we tevreden. Kortom, iedereen in de kern traint hard, haalt er alles uit en gedraagt zich heel professioneel.’
De volleyballer met het grootste potentieel is ongetwijfeld Kamil Rychlicki. ‘Maar ik heb nog spelers gezien met enorm veel talent die uiteindelijk niet doorbraken. Nu, Kamil heeft de juiste mentaliteit. Ik voorspel hem dan ook een grote toekomst, maar hij mag geen stappen overslaan. Hij is de speler die het meest opvalt en aan wie Maaseik misschien ook wel het meest nood had. Hij doet terugdenken aan andere toppers die hier furore maakten zoals Richard Schuil of Martin Lébl.’
Het talent is aanwezig en de spelers zijn bereid om voor elkaar te strijden, zegt Wijsmans. Niet vanzelfsprekend voor een team met zo veel verschillende nationaliteiten? ‘Vroeger heb ik ook in een heel internationaal gezelschap gevolleybald. Op zich maakt dat niet uit. Bij Cuneo nam ik als kapitein mijn medespelers altijd apart voor het seizoen. Dan deed ik de deur op slot en zaten alleen de spelers binnen. ‘Ik wil van elk van jullie horen wat de doelstelling voor dit jaar is’, zei ik. ‘Resultaten halen, winnen’, kwam steevast naar boven. Dan besloot ik: ‘Iedereen is verschillend, we hebben allemaal een ander karakter en een andere background, maar we gaan voor hetzelfde doel. We kunnen onderweg botsen of elkaar niet begrijpen, maar als we zien dat het fout loopt, dan sturen we elkaar bij. Zolang we weten waar we naartoe willen, zitten we goed.’ Voor de play-offs deed ik dat nog eens. ‘Schuif eventuele muizenissen of conflicten opzij en denk aan wat we samen hebben afgesproken.’ Dat werkte. Of je nu dezelfde taal spreek of niet, het belangrijkste is dat je eenzelfde doel voor ogen houdt.’
UNIEKE CASTELLANI
De man die het verzamelde talent moet smeden tot een sterk geheel, is Daniel Castellani. Hoofdzakelijk dankzij Wijsmans, die onder Castellani speelde bij Fenerbahçe, wisten de Limburgers de Argentijnse topcoach in januari 2015 te strikken. ‘Begrijp me niet verkeerd, maar eigenlijk is hij geen trainer voor Noliko Maaseik. Hij is het soort trainer dat bij de absolute topclubs in Europa zit, maar hij wilde eens iets anders proberen, met jonge spelers werken.’
Technisch en tactisch weten trainers van een bepaald niveau allemaal wel waar ze mee bezig zijn, meent Wijsmans. ‘Dat geldt ook voor Daniel, maar daarnaast weet hij ook heel goed hoe hij spelers moet aanpakken, zowel individueel als in groep. Bij elke speler vindt hij de juiste manier om ermee te praten, om die te motiveren. Zijn vrouw is een psychologe – ik heb met haar een paar keer gepraat toen ik bij Fenerbahçe speelde – en je merkt dat hij veel van haar kennis overneemt in zijn benadering. Hij laat nooit iets escaleren. Als iemand gewisseld wordt of minder aan spelen toekomt, legt hij dat zo uit dat die speler daar begrip voor heeft en, meer zelfs, er extra motivatie uit put. Ik ken geen enkele speler die zegt: ‘Die Castellani, dat vind ik maar niets.’ Dat is bij mijn weten uniek.’
De Argentijn ligt nog onder contract tot het einde van volgend seizoen en voorzitter Mathi Raedschelders sprak al zijn vurige wens uit dat Maaseik iemand aan boord heeft gehaald die à la Anders Kristiansson of Vital Heynen voor langere tijd succesvol aan het sportieve roer blijft staan. Wijsmans vreest dat het ijdele hoop is. ‘Je weet het nooit, maar Daniel heeft de ambitie om de Champions League te winnen. Als er zich een club aandient met die mogelijkheden, dan verwacht ik dat hij vertrekt. Het probleem voor ons wordt dat we wellicht nooit meer een trainer van dergelijk kaliber vinden. Maar goed, dat zijn zorgen voor later. Nu focussen we ons op de belangrijke afspraken van de komende maanden.’
OP GELIJKE VOET
De eerste belangrijke afspraak is de bekerfinale tegen Roeselare. Vorige maand nam Maaseik in de competitie duidelijk de maat van zijn tegenstander. ‘Met het oog op komende zondag heeft dat resultaat weinig belang. Een bekerfinale is een wedstrijd die los staat van alle andere. Dan spelen andere factoren mee. Welke ploeg kan de druk het best aan? Hoe is de vorm van de dag? Hoe helder is iedereen op het juiste moment? Wat ik wel al kan zeggen is dat we veel meer dan de voorbije jaren aan elkaar gewaagd zijn.’
Volleybaltechnisch ziet Wijsmans een aantal verschillen. ‘Zij spelen heel snel en leggen veel druk met hun float service. Wij zijn nog een beetje op zoek naar onze opslag, maar we hebben dan weer iets meer fysieke kracht. Roeselare speelt al jaren in nagenoeg dezelfde formatie. Het is een geoliede machine. De automatismen waarover zij beschikken, hebben wij nog niet. Ze volleyballen zeer constant, ze gaan nooit onder een bepaald niveau. Bij ons zie je nog meer ups en downs, maar stilaan komt er toch meer bestendigheid. Bovendien is onze groeimarge groter.’
Na een droogte van vier jaar hunkert Noliko Maaseik alvast naar succes. ‘De stemming in de groep is er een van: nu is het aan ons. Het kan niet blijven duren voor Roeselare en wij hebben het gevoel dat we er dicht bij zijn om het te doen stoppen. Voor het seizoen was Roeselare favoriet, maar – en misschien hebben ze hier niet graag dat ik dat zeg, want je bent altijd liever underdog – nu staan we ongeveer op gelijke voet. Zij hebben de ervaring mee, maar bij ons is de honger heel groot. Ik hoop dat dat de doorslag geeft.’
DOOR ROEL VAN DEN BROECK – FOTO’S BELGAIMAGE – YORICK JANSSENS
‘Het kan niet blijven duren voor Roeselare en wij hebben het gevoel dat we er dicht bij zijn om het te doen stoppen.’ – WOUT WIJSMANS