Morgen begint Standard vol vertrouwen aan zijn Europa Leagueprogramma. Met dank aan Franck Berrier.

Er zijn nog vier minuten te spelen in Standard-Westerlo wanneer Franck Berrier op de bal afstapt. Scheidsrechter Christof Dierick heeft net penalty gefloten voor een handcontact van een Westelspeler op een mislukt schot van Yoni Buyens, na een slecht ontzette corner, ook al getrapt door Berrier.

Jelle Van Damme dringt niet aan, Berrier legt resoluut de bal op de stip. Hij heeft naar eigen zeggen in zijn loopbaan nog nooit een penalty gemist, en dat doet hij nu weer niet. Dankzij hem kan Standard opgelucht ademen en drijft het rustig mee in de kopgroep. Dat de Fransman zes minuten later in blessuretijd nog een open doelkans door Bart Deelkens verijdeld ziet, doet niets af aan zijn verdienste zaterdag.

Vergeten is de frustratie uit de eerste helft, toen Berrier genegeerd werd door zijn ploegmaats en maar vier keer aan de bal kwam. En als Berrier niet draait, draait het nieuwe Standard evenmin. Vergeten is ook dat ene moment net voor het uur, wanneer Standard een aanval opzet van achteruit, maar de vrijstaande Berrier in het spel vergeet te betrekken, waardoor de bal meteen verloren gaat. In een zeldzaam zichtbaar kwaad moment heft de Fransman de armen omhoog.

Vanaf het uur is het al Berrier wat de klok slaat. Slechts twee keer binnen 90 minuten bouwt Standard een aanval op waarbij de kleine spelverdeler niet betrokken is. Drie keer zet hij Van Damme alleen voor de keeper, maar de mooiste actie is zijn uitgemeten pass die hij in minuut 67 weer vanop rechts over Stef Wils in het strafschopgebied dropt, mooi op het hoofd van Mémé Tchitéwiens kopbal knap door Deelkens wordt gered.

Voor het eerst dit seizoen maakte Berrier de negentig minuten vol. Sinds hij thuis tegen Kortrijk zijn seizoensdebuut maakte, verzamelde hij elke wedstrijd meer speelminuten, maar topfit om negentig minuten voluit te gaan, is hij nog niet. Toch liet trainer José Riga hem staan. “Omdat hij de twee weken zwaar werken op training goed heeft doorstaan. Waarom zou je, als je de laatste 45 minuten op de helft van de tegenstander kampeert, je ontdoen van de creativiteit van Franck? Zo veel fysieke kracht was er in die fase niet meer nodig.”

Vista

Vraag maar eens aan Franky Dury wat het verschil is tussen een ploeg met en één zonder Franck Berrier. Toen Berrier op de voorlaatste speeldag van het reguliere seizoen na een ogenschijnlijk onschuldig duel met Koen Daerden met gescheurde kruisbanden van het veld moest, stevende Zulte Waregem op play-off 1 af. Berrier had toen dertien assists gegeven en vier keer gescoord. In eerste klasse had alleen Mbark Boussoufa meer goals aangebracht (17). Na het uitvallen van Berrier stuikte Zulte Waregem in elkaar. Het haalde ternauwernood play-off 1, waar het stuurloos doorheen zwalpte. Zonder Berrier verloor het acht van de resterende elf matchen, scoorde amper acht keer en slikte 25 tegengoals.

Wat je zonder Berrier mist, zegt Dury, is vista. “Vista is: sneller denken dan de anderen, waardoor je sneller gezien hebt wat er moet gebeuren. Omdat Berrier altijd een stap vooruit denkt, staat hij ook altijd vrij. En wanneer hij de bal krijgt, heeft hij al gezien waar die heen moet. Ik ben overtuigd dat we dat jaar met een fitte Berrier als vierde eindigen met Zulte Waregem in plaats van als zesde. Wij waren maar Zulte Waregem, dat draaide op een goeie passeur, met automatismen waarbij iedereen perfect wist wat te doen wanneer Franck de bal had, en wat te doen wanneer hij hem niet had. Na zijn uitvallen hebben we daar geen antwoord op gevonden.”

Achteraf wordt vergeten dat Berrier het aanvankelijk ook bij Zulte Waregem niet makkelijk had. De eerste maanden negeerde Dury hem, en achteraf merkten ploegmaats wel eens op dat ze in die eerste maanden nooit gedacht hadden dat Berrier zo’n impact zou krijgen. Tenslotte kwam hij maar uit de Franse derde klasse. Maar de Franse middenvelder leerde snel bij en ging nadat hij in oktober 2008 zijn kans kreeg niet meer uit de ploeg. De frêle technicus bleek ook een fysiek wonder. Toen hij in maart 2010 geblesseerd uitviel, had hij dat seizoen nog maar vijf minuten van de totale speelduur gemist.

De doorbraak van Berrier deed bij Dury een lichtje branden: “Vroeger dachten we dat je 1,90 meter groot moest zijn om het te maken in het topvoetbal, ook in aanvallende functies. Barcelona leert ons dat ook kleine, wendbare spelers zich tot toppers ontwikkelen. Ik heb nu bij de beloften Lamisha Musonda. Ook één die, zoals Franck, altijd een stap rapper denkt dan de anderen.”

Dat Berrier het bij Standard zou maken, daar heeft Dury nooit aan getwijfeld: “Op voorwaarde dat hij goed herstelde van toch een zware blessure. Ik heb dat toen ook aan de onderhandelingstafel tegen Luciano D’Onofrio gezegd.”

Rechts of centraal?

Bij Standard staat Berrier wel in een andere positie dan bij Zulte Waregem. In beide gevallen maakt hij deel uit van een centrale driehoek, maar in Waregem stond hij rechts, achter Kevin Roelandts en voor Ludwin Van Nieuwenhuyze. Bij Standard is Berrier de voorste punt in de driehoek, en speelt hij centraal, net achter de diepe spits, met twee verdedigende middenvelders in zijn rug. Dury daarentegen vindt hem nog altijd op zijn best als hij mag vertrekken vanaf de rechterkant op het middenveld. “Omdat hij makkelijk naar binnen komt, en voelt waar de bal gaat komen. Vanop rechts kan hij ook op de flank komen. Franck heeft een ongelofelijk goeie center, met links en met rechts. Als je types als Tchité en Van Damme hebt die op die centers kunnen inlopen, heb je veel mogelijkheden.

“In een centrale positie moet hij meer in het duel spelen, terwijl Franck door zijn lichaamsbouw een type is dat je meer uit de duels moet weghouden. Standard speelt dominant voetbal. Dan riskeert hij in zijn huidige positie verstrikt te raken in het defensieve vierkant van de tegenstander, als die met twee verdedigende middenvelders en twee centrale verdedigers voetbalt.”

Zaterdag opteerde Riga nogal verrassend om thuis tegen een behoudend Westerlo – dat wel maar aantrad met één verdedigende middenvelder, Steven De Petter, die in Berriers zone bleef maar geen mandekking op de Fransman uitoefende – te starten met twee verdedigende middenvelders: Yoni Buyens en Karim Belhocine. De trainer deed dat omdat hij niet wilde schuiven met spelers en een opstelling die het de laatste weken goed had gedaan. Toen het niet liep, wisselde hij drie spelers, en zag hoe hun vervangers het goed deden.

Spelen met pijn

Berrier zelf voelt zich de laatste weken opgelucht, na een moeizaam eerste seizoen bij de Rouches, de ploeg waarvan hij in zijn eerste jaar bij Zulte Waregem al aangaf dat het hem wel iets zei om daar op een dag voor te spelen, omdat hij er de sfeer zo gelijkend vond met die op Marseille, zijn favoriete club.

De eerste keer toen hij met Standard aan de aftrap kwam, zette hij een puike prestatie neer. Op 26 februari speelde Standard in een uitgestelde wedstrijd concurrent KV Mechelen gewoon van de mat. Berrier flitste, strooide met goeie passes, net als Steven Defour, die dezelfde avond zijn comeback maakte. Standard leek herboren, maar Berrier zelf verdween geleidelijk weer uit beeld. Van de vijf resterende wedstrijden in de reguliere competitie maakte hij er geen enkele vol. Twee keer werd hij vervangen, drie keer viel hij in en tijdens play-off 1 kwam hij niet één minuut in actie. Dat had hij liever anders gezien. “Ik had nog steeds pijn aan de achillespees en de knie wanneer ik speelde. Ik vond dat ik kon spelen, maar de trainer gaf me geen vertrouwen meer. Hij wilde een winnend team niet wijzigen. Ik had harder kunnen trainen als men dat nodig had geacht, maar men wilde geen risico nemen. Daarom heb ik dan maar een individueel programma afgewerkt. Dat is niet hetzelfde als voluit meetrainen en spelen.”

Dit jaar wordt hij met mondjesmaat gebracht. “Voor elke wedstrijd zegt de trainer hoelang hij me gaat laten spelen. Ook al wilde ik al eens langer blijven staan, zoals op Beerschot, ik snap dat hij vaststelt dat mijn rendement de eerste weken na een uur lager ligt dan in het begin van een wedstrijd.”

Berrier voelt zich goed bij de aanpak van Riga. “Hij is erg open naar de spelers toe. Ik hoor graag wat van me verwacht wordt tijdens een wedstrijd, of waarom ik eens niet speel. Dat soort relatie had ik niet met Dominique D’Onofrio.”

Wat Berrier voor een team betekent, bleek al in de eerste minuten van de eerste wedstrijd waarin hij aan de aftrap kwam, thuis tegen Kortrijk, toen de ‘oohs’ en de ‘aahs’ door de tribunes rolden, en het gemor van de vorige weken verdreef. Met Berrier op het veld oogt alles toch zo simpel en vanzelfsprekend. Hij doet de puzzelstukjes in elkaar vallen.

Het enige minpunt is dat Standard nog te vaak naar de lange bal grijpt. Berrier: “In verhouding met onze kwaliteiten en met wat de trainer vraagt, doen we dat nog te vaak. We moeten de tegenstander meer afmatten met korte passes. De lange bal gebruiken is te voorspelbaar. Standard kan best wat meer risico in zijn spel stoppen.”

door geert foutré en stéphane vande velde

Met Berrier op het veld oogt alles

toch zo simpel.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content