De voorzitter van Club Atlético Belgrano, Armando Pérez, doet denken aan Jean-Pierre Van Rossem: lang haar, donkere bril, corpulent figuur en het hemd dat steevast uit de broek hangt. Pérez, die zijn fortuin in de cosmeticasector vergaarde, nam vijf jaar geleden het failliete Belgrano over. “Ik wilde iets terugdoen voor de stad Córdoba die mij zo veel heeft opgeleverd.” Belgrano heeft als bijnaam de Piraten omdat er destijds een eenogige supporter – met een vodje over zijn slechte oog – per boot naar elke thuiswedstrijd kwam. Dat Belgrano nog steeds bestaat, heeft de club te danken aan een speciale Argentijnse wet die failliete clubs toelaat om hun activiteiten verder te zetten op voorwaarde dat er een curator wordt gevonden. Die wet werd gestemd nadat tienduizenden supporters van Racing de Buenos Aires op straat waren gekomen omdat hun club in slechte papieren zat.

Na vijf jaar onder het voorzitterschap van Pérez is het budget van Belgrano weer in evenwicht. Pérez toont ons maar wat graag het magnifieke trainingscentrum dat hij aan de rand van de stad heeft neergepoot. Het wordt binnenkort van 24 naar 34 hectaren uitgebreid. Pérez bezit zowel de infrastructuur als de tien trainingsvelden.

Elk jaar bieden zich bij Belgrano 8000 spelertjes aan voor een test. Daaruit worden er uiteindelijk dertig à vijftig geselecteerd en die voegen zich bij de zeshonderd jongeren die zich al in het opleidingscentrum bevinden. Er is aan alles gedacht: dokters, een voedingsdeskundige, een psycholoog, sociaal assistenten, pedagogen en zelfs een seksuologe. Het enige wat ze vergeten zijn, is een afdak waaronder mensen kunnen schuilen in geval van onweer. “Op een dag woonden Anderlechtscouts Gérard Witters en Werner De Raeve een wedstrijd bij tijdens een ware zondvloed, met alleen een klein parapluutje als bescherming. De foto van dat tafereel haalde zelfs de lokale pers”, geniet Pérez nog na.

Tal van Argentijnse spelertjes willen nu voor Belgrano spelen – liever dan voor een andere club uit Córdoba – omdat de club voor hen de kortste weg naar Europa lijkt. Pérez droomt overigens van een samenwerking met een Europese club. En waarom zou dat Anderlecht niet kunnen zijn? “We zouden spelers, kennis en trainers kunnen uitwisselen. Als we hard blijven werken, zullen we nog Mati’s opleiden.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content