Zeventien keer dook Michael Phelps in Peking het zwembad in, goed voor acht gouden medailles. Niet alleen brak hij het record van Mark Spitz, sinds vorige woensdag is hij ook de meest gelauwerde olympiër ooit.

Het is zestien na tien dinsdagmorgen en Michael Phelps staat op het startblok voor de finale van de 200 meter vrije slag. De avond tevoren was het bijna afgelopen met zijn opzet om acht gouden medailles te halen. Kort voor het einde van de vier maal 100 meter vrije slag lag Frankrijk met een sterke Alain Bernard in poleposition, tot Jason Lezak met een memorabele eindsprint nog over Bernard ging, het wereldrecord scherper stelde en Phelps aan zijn derde gouden medaille hielp.

Het was niet de beste race, gaf Phelps (23) toe, maar tijd om daar bij stil te staan, heeft hij niet. De finale van de 200 meter vrije slag begint, prompt duikt hij weer het water in, op naar zijn volgende gouden medaille. Geen twee minuten later heeft hij ze: nog vijf te gaan! Op de koop toe zwemt hij een nieuw wereldrecord, zijn derde al in vier dagen.

Nog geen uur na zijn eerste wedstrijd moet Phelps weer het water in voor de halve finales van de 200 meter vlinderslag. Moeiteloos wint hij zijn reeks. “Ik heb het rustig aan gedaan”, zegt hij, terwijl het water van hem druipt, vijf minuten later in de mixed zone. “Het was niet de bedoeling om voluit te gaan. Ik moet nu wat rusten, morgen vroeg wachten me weer twee zware wedstrijden. Ik bekijk het wedstrijd per wedstrijd.” Tussen de wedstrijden door is zijn tijdsbesteding routineus. “Ik word wakker om vijf uur. Per dag krijg ik twee massages, neem een ijsbad, eet pizza en pasta. Ik probeer tussendoor zo veel mogelijk te rusten. Om zo vaak zo goed te zijn, moet ik de hele tijd geconcentreerd blijven. Ik moet ook mijn energie bewaren en verdelen over zeven dagen. Dat is het moeilijkste.”

Lelijke smoel

Woensdagmorgen om 10 u. 21 duikt Phelps weer het water in voor de finale van de 200 meter vlinderslag. Quasi routineus wint het Amerikaanse wonderkind opnieuw goud en vestigt hij zijn vierde wereldrecord van deze Spelen. Hij blijft zelfs even hangen om in de mixed zone twee minuten met de pers te praten. Meteen trekken de organisatoren de Amerikaanse perschef aan de arm: de timing komt in gevaar. Om vijf na elf moet Phelps het podium op om zijn vierde gouden medaille in ontvangst te nemen. Weer die glimlach, de rechterhand op het hart en de “Stars and Stripes”.

Om precies tien na elf stapt hij van het podium. Over negen minuten moet hij weer aan de slag. Dan zwemmen de VS de finale van de 4×200 meter vrije slag, met Phelps als eerste zwemmer. Het lijkt een onmenselijk ritme, de ene topprestatie na de andere, maar het lukt.

Wanneer hij om één uur de perszaal binnen slentert als meest gelauwerde olympiër ooit, krijgt Michael Phelps – uitzonderlijk bij een persconferentie – applaus. Hij kijkt onwennig. “Toen ik opgroeide, droomde ik ervan om ooit een keer naar de Spelen te gaan. Nu ben ik al aan mijn derde Spelen toe. Nu ik de meest gelauwerde olympiër ben, ben ik sprakeloos. Het enige wat ik dacht, toen ik daar op het podium stond, was ‘ waaw‘. Ik voel dit als een grote eer.” Beseft hij welke weerklank zijn prestaties in de VS hebben? De zwemmer grijnst: “Een van mijn beste vrienden stuurde me een sms’je.” Hij leest het bericht: “‘Belachelijk dat we elke dag je lelijke smoel op tv moeten zien. Tijd om de beste ooit te zijn.’ Mooi, hé?”

Toen Amerikaans zwemcoach Eddie Reese dinsdagavond in het atletendorp de cafetaria binnenstapte, hield de Britse zwemmer Simon Burnett hem tegen. “Burnett zei me: ‘Michael Phelps komt niet van een andere planeet, maar uit de toekomst. Zijn vader in die toekomst maakte een teletijdmachine en stopte hem erin. Over zestig jaar zou hij een doodgewone zwemmer zijn, maar vandaag is hij een fenomeen.’ Dat is de beste omschrijving van Michael die ik al hoorde. Michaels Phelps’ tijden zijn nu scherp, maar op een dag zal iemand ze nog verbeteren.”

Niet alleen Phelps zwemt hier snel, iedereen doet dat. Volgens Reese speelt de diepte van het zwembad – in Athene twee, hier drie meter – mee bij de sterke prestaties van de meeste zwemmers: “Hoe dieper het water, hoe sneller je gaat en hoe langer je die snelheid kan aanhouden. Het water houdt de zwemmers hier niet tegen, er is minder golfslag.” Nog belangrijker is de onderlinge competitie: “Iedereen hier zwemt snel, de toppers jagen mekaar op. Het volstaat dat er één een record neerhaalt, opdat anderen volgen. Ik heb hier gisteren lachend gezegd: geef me zo’n zwempak, misschien breek ik ook nog een record. De tijden die nu gehaald worden, golden een paar jaar geleden als onhaalbaar. Nu staan ze er, en ze zullen nog naar beneden gaan.”

Of Phelps nog zwakke punten heeft die beter kunnen, zegt Reese, kan alleen hijzelf uitvissen. “Daar is hij verbazend sterk in, dingen te vinden die beter kunnen. Als het op zwemmen aankomt, is hij een genie.”

Geschiedenisboeken

Vicki Michaelis van de krant USA Today interviewde Phelps voor het eerst toen hij zestien was. Samen met Natalie Coughlin was hij toen het grote aankomend Amerikaans zwemtalent. Telkens zwemmen in het nieuws kwam, haalde Coughlin, niet onknap, de voorpagina van de sportpagina’s en stond het verhaal Phelps ergens binnenin.

Nu zijn de verhoudingen omgekeerd. Wanneer Coughlin – nog steeds knap en welbespraakt – naar de persconferentie gaat nadat ze als eerste vrouw op twee opeenvolgende Olympiades goud haalde in de 100 meter rugslag, zit de perszaal maar voor een kwart vol. Voor de volgende persconferentie, die van Phelps, blijft geen stoel onbezet.

Phelps’ standaardantwoord op de vraag naar een verklaring voor zijn fenomenale prestaties, “gewoon keihard werken”, volstaat niet, zegt Vicki Michaelis. Het klopt dat Phelps op geen inspanning kijkt, maar een groot deel van zijn succes dankt hij aan zijn aangeboren talent. “Phelps kreeg van moeder natuur niet alleen de lichaamsbouw van de ideale zwemmer mee, zijn lactosetesten na elke wedstrijd wijzen ook uit hoe onvoorstelbaar snel hij recupereert. Vijf minuten na de wedstrijd werken zijn longen weer normaal, is hij zo fit als jij en ik die hier gewoon aan tafel zitten te praten. Andere zwemmers zitten dan nog na te hijgen. Dat geeft hem een ongelooflijk voordeel wanneer hij twee wedstrijden kort na mekaar moet presteren.”

Toen Phelps aankondigde dat hij het record van Mark Spitz (zeven keer goud op dezelfde Spelen) zou breken, dachten Vicki Michaelis en de andere journalisten niet dat hij gek geworden was. “Het was een sterke uitspraak, maar hij had qua records al een en ander bewezen. Ik denk niet dat hij erop gebrand was om Spitz’ record te breken, eerder om te zien hoeveel medailles hij zelf kon winnen. Tot voor kort wist Phelps niet eens wie Spitz was. Toen hij zijn plan ontvouwde en de media hem confronteerden met het record van Spitz, keek hij naar zijn coach en vroeg: ‘Wie is Mark Spitz?’ Michael Phelps was in eerste instantie niet bezig met de geschiedenis van het zwemmen, maar met het verkennen van zijn eigen limieten. De enige vraag die hij zich stelde, was: Hoe ver kan ik zelf gaan?”

Phelps laadde druk op zichzelf met zijn uitspraak dat hij voor acht gouden medailles ging, maar hij had geen andere keuze, zegt Vicki Michaelis: “Hij tekende een contract met Speedo. Zij betalen hem een miljoen dollar als hij acht keer goud wint. Hij zegt dat hij nooit gezegd heeft dat hij acht keer goud zou halen, dat wij dat schreven. Maar hij heeft dat contract getekend. Het idee komt, denk ik, van Speedo. Hij nam de uitdaging aan.”

Toch was geld niet zijn enige drijfveer. Voor hij het contract tekende, had Phelps al meer dan één miljoen dollar verdiend met zwemmen. “Hij wil gewoon altijd winnen. Hij haat verliezen. De 200 meter vrije slag op de Spelen in Athene leert je hoe Michael Phelps echt in mekaar zit. Hij wilde daar absoluut in mee zwemmen, omdat Ian Thorpe en Pieter van den Hoogenband er ook waren. Zijn coach was er tegen, maar hij ging toch en werd slechts derde. Dat maakte hem zo woest. De volgende jaren zwom hij in die wedstrijd de anderen naar huis. Als hij al eens verliest, wil hij dat zo snel mogelijk rechtzetten. Op de Spelen van Sydney werd hij vijfde op de 200 meter vlinderslag. Zeven maanden later brak hij het wereldrecord in die discipline. Michael Phelps is altijd op zoek naar de grootste uitdagingen.”

Opvallend is dat de druk geen vat op hem heeft. Dat komt, zegt Vicki, omdat hij niet vecht tegen tegenstanders, maar tegen tijden. “Tijden zijn zijn tegenstanders. Die kan je beter controleren dan je rivalen. Eigenlijk vecht hij de hele tijd tegen zichzelf. Dat deed hij al toen hij elf was. Ook toen won hij alles, had hij geen concurrentie. De enige uitdaging die hem restte, was de chrono.”

Wat hem drijft? “Hij wil gewoon winnen. De manier waarop hij hier met de pers sprak, net nadat hij de meest gelauwerde olympiër aller tijden was geworden, dat was de eerste keer dat ik merkte dat hij snapt wat hij hier presteert. Vroeger was hij daar niet mee bezig. Phelps is niet het type atleet dat thuis in de geschiedenisboeken van het zwemmen bladert. Hij bespreekt met zijn trainer zijn doel, gaan na hoe hij dat kan halen, en vervolgens duikt hij het water in, om achteraf te analyseren of dat doel werd gehaald en wat er eventueel verkeerd liep. Toen hij hier net goud gewonnen had in de 200 meter vrije slag, en tegelijkertijd het wereldrecord brak, was hij niet tevreden. Toen hij in het begin van het jaar met zijn training een planning opstelde, hadden ze uitgerekend dat hij in die wedstrijd nog een seconde sneller zou kunnen.”

Op zijn persconferentie had Phelps een speciaal woord van dank voor zijn privétrainer Bob Bowman “zonder wie ik hier nu niet zou zitten”. “Bowmans verdienste”, zegt Vicki Michaelis, “is dat hij in plaats van het talent van de jonge Phelps te koesteren en hem de hemel in te prijzen, hij hem keihard aanpakte, verschrikkelijk hard liet werken en die greep ook later niet loste. Veel coaches volgen hun getalenteerde atleten, Bowman niet: hij bepaalt wat er gebeurt. Hij trekt alles naar zich toe, stuurt Phelps, waardoor die alleen maar in het zwembad moet springen en proberen het vooropgestelde doel te halen.”

Eenvoudige jongen

In de acht jaar dat zij Phelps kent, is hij niet veranderd. “Zwemmen is zijn leven. Dat was al toen hij zestien was. Hij zwemt 80 kilometer per week. Verder heeft hij een hond en een vriendin, maar ik denk niet dat hij van andere dingen droomt dan wat hij nu doet.”

Volgens Vicki Michaelis gaat Phelps zeker door tot de Spelen van Londen in 2012. Nog meer medailles halen wordt moeilijk. Vermoedelijk gaat hij op zoek naar nieuwe uitdagingen in de nummers waarin hij nog vooruitgang kan maken. Tot nog toe concentreerde hij zich vooral op de vrije slag en de vlinderslag. De volgende uitdaging is de rugslag of schoolslag, een discipline waar hij een hekel aan heeft en waar de bewegingen met de armen in tegenstelling tot de drie andere zwemdisciplines horizontaal zijn.

Zijn nieuwe sterrenstatus doet hem niet zweven. Op de vraag of iemand hem ooit zal kunnen kloppen, zegt hij eenvoudig: “Ik ben niet onklopbaar. Iedereen kan geklopt worden, ook ik.” Vicki Michaelis: “Toen ik hem voor het eerst sprak op zijn zestiende, was hij een eenvoudige, ongecompliceerde jongen die graag zwemt. Nu is hij een eenvoudige, ongecompliceerde man die graag zwemt. Voor iemand met zijn status is hij erg benaderbaar. Toen hij na de OS in Athene zijn rijbewijs kwijt was omdat hij te veel gedronken had, probeerden we hem te bereiken. Later belde hij ons, de mensen die hem van nabij volgen, allemaal zelf terug om uit te leggen wat gebeurd was: geen excuses, geen woede omdat wij de feiten geschreven hadden. Hij zei gewoon: ‘Ik heb een fout gemaakt.’ Dat zegt veel voor iemand met zijn status.” S

door geert foutré – beelden: reuters

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content