IN DEZE RUBRIEK DIEPT JACQUES SYS ANEKDOTES OP UIT DE KELDER VAN ZIJN GEHEUGEN. VANDAAG: DE VROEGERE CONTINUÏTEIT IN DE NATIONALE PLOEG.
Dick Advocaat snel weg, Georges Leekens die zwicht voor het geld van Club Brugge, je zou haast vergeten dat de nationale ploeg op trainersvlak ooit een haard van sereniteit en continuïteit is geweest. Met tien jaar Raymond Goethals en vijftien jaar Guy Thys. Ook toen werd er vaak door andere clubs met bankbiljetten gezwaaid, maar er bestond nog zoiets als loyaliteit, fierheid om bondscoach te mogen zijn.
Neem bijvoorbeeld Guy Thys. Toen hij zich in november 1985 met de Rode Duivels ten koste van Nederland plaatste voor het WK in Mexico, dankzij een gouden goal van Georges Grün in de slotfase, onttrok hij zich na de wedstrijd aan het feestgewoel. Want er had zich een club gemeld en voor de eerste en enige keer in zijn ambtsperiode als bondscoach wilde hij best eens gaan praten. Het was niet zomaar een club, het ging om… Real Madrid. Thys duizelde toen hij de cijfers hoorde. Hij vroeg uitstel, praatte met de toenmalige bondsvoorzitter Louis Wouters, maar begreep dat de vrijgave een moeilijke zaak zou worden. Hij wees het aanbod van de Spaanse voetbalgigant vriendelijk af: “Heren, het zal helaas niet gaan.” De verbijsterde club wendde zich vervolgens tot Leo Beenhakker. Dezelfde Beenhakker die een paar dagen eerder met Oranje van België had verloren, dezelfde Beenhakker die na afloop van die partij in de Rotterdamse Kuip eenzaam en alleen door het stadion slofte, de expressieve kop tussen de schouders gebogen, geslagen en verslagen zoals een coach zelden voorheen. Maar dankzij Thys sloeg de Verliezer van Rotterdam de slag van zijn leven.
Guy Thys was een heerlijke man. Hij wist op een meesterlijke manier de druk rond de ploeg weg te nemen, hij liet iedereen over alles meepraten, maar deed altijd zijn zin. En hij liet zich door niemand iets voorschrijven. Toen Thys in een wedstrijd tegen IJsland Jan Ceulemans als international liet debuteren werd hij na afloop van de met 4-0 gewonnen partij, waarin Ceulemans drie open kansen had gemist, door Louis Wouters aangeklampt. Die vroeg hem om “die lompe Ceulemans nooit meer op te roepen”. Thys lachte de opmerking weg. Twee jaar later, tijdens het EK van 1980 in Italië, was Wouters in de wolken over de inbreng van Ceulemans. Toen fluisterde Thys hem in het oor: dat is die lompe van twee jaar geleden, president.
Guy Thys, een levensgenieter die van sigaren en whisky hield, had een open relatie met zijn spelers. Hij had dat ook met de pers en deed stekelige vragen af met een kwinkslag. Als hij zijn elftal bekendmaakte, wilde hij wel eens aan journalisten vragen of ze nog een suggestie hadden. Hij zei dan lachend dat hij die graag op voorhand zou horen want dat hij na de wedstrijd ook wel wist wat er verkeerd liep.
We herinneren ons een interview, in zijn appartement in Berchem, lang na zijn carrière. Thys vertelde dat hij de spelers alleen maar opdrachten gaf waarmee ze zich konden verzoenen. Dat dit nu vaak anders was, dat stoorde hem mateloos. Thys kon lyrisch verhalen over de samenwerking met de spelers, stuk voor stuk sterke persoonlijkheden. Hij liet iedereen in zijn waarde. Het boeide hem heel erg om een groep samen te brengen, om mensen met elkaar te laten werken en om ervoor te zorgen dat spelers afstand namen van hun persoonlijkheid en zich ten dienste stelden van het collectief, zonder dat hun kwaliteiten werden beknot.
Dat leverde memorabele successen op. Het EK van 1980 in Italië was daarbij het absolute hoogtepunt. De Rode Duivels schakelden Engeland, Spanje en Italië uit. In de finale tegen Duitsland werden ze pas twee minuten voor het einde geklopt. De nationale ploeg barstte toen van de maturiteit. En deze ploeg kreeg ook het vertrouwen. Zo voetbalde Thys ooit 37 wedstrijden na elkaar met dezelfde verdediging. Met Pfaff in de goal en Gerets, Luc Millecamps, Meeuws en Renquin daarvoor.
Voor het vertrouwen van een speler, vond Thys, zorgt een trainer zelf. Door de manier waarop je met hen omgaat, door hen de mentale zekerheid te geven dat ze zouden spelen. Nooit had iemand kunnen denken dat Thys, die voor zijn periode als bondscoach bij Antwerp werkte, als trainer zo zijn stempel zou drukken. Behalve Raymond Goethals. Het was de Brusselaar die Thys als zijn opvolger voorstelde toen hij inging op een aanbod van Anderlecht.