Nederland gidsland, dolend tussen populistisch rechts ( Geert Wilders) en populistisch links ( André Roemer). Nederland voetbalgidsland, dwalend tussen het aloude adagium dat in de sport alleen winnen telt en de filosofie van de Hollandse school.

De finale van het WK 2010 in Zuid-Afrika was volgens de Engelse auteur David Winner de dag dat het ‘Totaalvoetbal’ stierf. Winner is de man van het schitterende boek ‘Brilliant Orange’, een ode aan het Nederlandse voetbalelftal dat decennialang werkte als het oranje raderwerk van een horloge.

De dag ook dat niet alleen het Nederlandse voetbal, maar Nederland onnoemelijk veel imagoschade opliep. Simon Kuper, de Nederlands-Namibische columnist van The FinancialTimes, hoorde vorig jaar in Beijing de uitdrukking ‘ doing a De Jong’, wat synoniem stond voor ‘iemand een serieuze schop geven’. Het had alles te maken met de karatetrap die Nigel de Jong in de eindstrijd tegen Spanje aan Xabi Alonso gaf.

Sinds eind jaren 60 stond Nederland bekend als een open, genereus en tolerant land, met vooruitstrevende ideeën op gebied van seks en drugs. De provo-mentaliteit van Amsterdam werd op het voetbalveld vertaald in het Totaalvoetbal van Ajax en Johan Cruijff. Doorgetrokken in de jaren 80 en 90 door Ruud Gullit, Marco van Basten en na hen Dennis Bergkamp.

Begin deze eeuw maakte Nederland een ruk naar rechts, die ook in het voetbal een verlengstuk kreeg. Nederland was te liberaal (in de letterlijke betekenis van het woord) geweest en mocht, zowel in de politiek als het voetbal, de fouten van het verleden niet meer herhalen. Het resulteerde in cynisch countervoetbal op het jongste WK. On-Hollandser kon niet, maar de zilveren plak snoerde alle monden.

Op enkele na. Johan Cruijff had het over “anti-voetbal”. Auke Kok noemde het in NRC Handelsblad “PVV-voetbal”, naar de partij van Wilders die in juni 2010 meer dan 15 procent van de stemmen kreeg. “Een schande, in minder dan twee uur werd de traditie van veertig jaar vernietigd”, schreef journalist en tv-maker Henk Spaan na de finale.

Na Euro 2012 zal de discussie over “het mooie spel” opnieuw oplaaien. “Ga met je vrouw naar de bioscoop naar Titanic kijken, lekker romantisch”, zei Mark van Bommel voor de start van het tornooi op de vraag of er voor mooi voetbal moest worden gekozen. “Je kunt beter lelijk spelen en winnen.”

Afgaan met bedenkelijk voetbal, wil echter niemand. En die kans bestaat nu eenmaal altijd als je puur voor het resultaat gaat.

Succes in het voetbal kan wellicht niet ( meer) voor wie voluit kiest voor “the beautiful game”, het “jogo bonito”. Ook Oranje had in het verleden altijd wel een donker kantje: Johan Neeskens en Willem van Hanegem in de jaren 70, Jan Wouters in de jaren 80 en de terriër Edgar Davids in de jaren 90. Zoals het Manchester United van George Best en Bobby Charlton ook Nobby Stiles in zijn rangen had en dat van Eric Cantona niet zonder Roy Keane kon. Zelfs het Barcelona van Pep Guardiola en het Spanje van Del Bosque had zijn Carles Puyol. En het Real Madrid van José Mourinho had Pepe nodig. Maar het zwaartepunt lag bij de artiesten, de poëten van het groene gras.

Moet voetbal dan alleen de schoonheid dienen? “Er is geen mooiere medaille dan lof krijgen voor je manier van spelen”, houdt Cruijff de wereld al bijna een halve eeuw voor. Zelfs de jongeren onder ons herinneren zich van de WK-finale van 1974 het weergaloze voetbal van Oranje en ook de ouderen zijn, op Beckenbauer na, zowat alle Duitse namen vergeten.

Dokter Socrates, de Braziliaan, niet de Griek, trad Cruijff kort voor zijn dood bij in een interview. “Wat betekenen titels? Helemaal niets.” Zijn Goddelijke Kanaries van 1982 doen nog immer dromen van voetbal van een eindeloze schoonheid. En wat weten we nog van de toenmalige finalisten West-Duitsland en Italië, op de doodschop van Toni Schumacher op Patrick Battiston na?

Veel meer dan titels staat mooi voetbal in ons geheugen gegrift. Club Brugge dankt zijn enorme populariteit in Vlaanderen nog steeds aan het overrompelende voetbal uit de jaren 70 en 80 van Happel en Houwaart. Anderlecht teert nog altijd op het champagnespel van Jef Jurion, Wilfried Puis en Paul Van Himst.

“Voetbal moet esthetisch zijn, dan word ik betoverd en ben ik gelukkig. Ik zou beschaamd zijn als we Europees kampioen worden met slecht voetbal. Der schöne Fussball is belangrijker dan winnen”, zegt Joachim Löw nu.

Woorden van een Duitse bondscoach. Boven de Moerdijk moeten ze aankomen als dolksteken recht in het hart.

DOOR FRANÇOIS COLIN

“Ga met je vrouw naar Titanic kijken. Lekker romantisch.” Mark van Bommel

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Expertise