Voor de tweede keer in acht jaar trekt Luik zaterdag de Tour op gang. Nooit eerder keerde La Grande Boucle binnen zo’n kort tijdsbestek terug naar dezelfde buitenlandse stad voor Le Grand Départ. Wat is het Luikse succesrecept?

In zijn bureau in Seraing heeft André Gilles een ingekaderde foto hangen van de slotceremonie van de Tour vorig jaar. Voor de PS-politicus is het een beeld met symbolische waarde. Het toont het moment waarop Philippe Gilbert, de vaandeldrager van de provincie Luik, figuurlijk Le Grand Départ krijgt overgedragen van Thomas Voeckler, het boegbeeld van de Vendée, waar vorig jaar de Tourstart plaatsvond. Alsof de olympische vlam overging van de ene organiserende regio naar de volgende. Gilles maakte in Parijs het tafereel zelf op het podium mee. Als voorzitter van het collège provincial (de bestendige deputatie) is hij de drijvende kracht achter de Tourstart dit weekend in zijn provincie Luik. Van 2004 nog maar is het geleden dat de vurige stede een eerste keer Le Grand Départ ontving.

Hoe slaagden jullie erin om de Tourorganisatie opnieuw te verleiden?

André Gilles: “Onze provincie speelde meerdere troeven uit. Door het heuvelachtige karakter kunnen we om te beginnen ritten aanbieden met een interessant profiel voor het wedstrijdverloop. Belangrijk is ook dat we een publiek hebben met een passie voor wielrennen. Ongeacht de leeftijd of de sociale afkomst, iedereen is enthousiast en wil langs het parcours staan. Tijdens Luik-Bastenaken-Luik viel het me nog op vanuit de wagen: er was geen kilometer zonder toeschouwers langs de weg.

“We hebben bovendien het geluk om de Tourorganisatoren meerdere keren per jaar te ontmoeten. Daar werkten we aan. Die traditie gaat terug tot de periode toen het voortbestaan van Luik-Bastenaken-Luik onzeker was ( eind jaren tachtig, nvdr). Jean-Marie Leblanc, de toenmalige Tourbaas, en Pierre Bolland, oud-gouverneur van de provincie Luik, deelden hun bezorgdheid voor de klassieker. De Tourorganisatie ging toen in op de vraag om La Doyenne over te nemen en de provincie groeide uit tot een belangrijke partner. We werkten samen en leerden elkaar kennen en appreciëren. Zo kwam het dat de Tour meerdere keren naar onze provincie kwam, met als een van de hoogtepunten Le Grand Départ in 2004. Jean-Marie Leblanc gaf intussen de fakkel door aan Christian Prudhomme en ik volgde Pierre Bolland op als voorzitter van het collège provincial. Maar Prudhomme en ik kenden elkaar en het is dezelfde mayonaise als bij onze voorgangers die ons bindt.”

Belgische schatkist

Wanneer bracht u voor het eerst het idee voor een nieuwe Tourstart in Luik ter sprake?

“In 2006, bij het verstrijken van het contract tussen de provincie en ASO voor de Ardennenklassiekers. Ons partnerschap hebben we toen hernieuwd tot 2012. Het vormde geen onderdeel van het contract, maar bij die gelegenheid drukten we ook onze wens uit om tussen 2006 en 2012 nog eens de Tour te mogen verwelkomen en ook Le Grand Départ te ontvangen. C’est pensable, kregen we als hoopvol antwoord. We werden niet ontgoocheld. In 2010 hadden we al een ritaankomst in Spa en vertrok er daags nadien een etappe in Wanze.”

Met welk doel stelde de provincie Luik zich kandidaat voor Le Grand Départ?

“Het is ten eerste een spektakel en een plezier dat we onze inwoners aanbieden. Onze provincie houdt van wielrennen en onze kandidatuur stemt overeen met wat de bevolking verwacht. De Tour beleven is gratis en dat blijft een groot en zeldzaam voordeel. Als je naar de ploegenvoorstelling of de inschrijving gaat, kun je als toeschouwer met de renners praten of hen zelfs aanraken. Het is een magie die aanspreekt. Bij een andere topsport zul je daar niet in slagen.

“Ook proberen we de knowhow te tonen van onze organisatieploegen, die bewijzen dat ze in staat zijn om grote evenementen op het getouw te zetten. Er is de sportieve kant natuurlijk, waarbij we het parcours verkennen en de nodige wegwerkzaamheden uitvoeren. Maar er komt zoveel meer bij kijken: het gaat van de verkeerstoeloop coördineren tot de veiligheid verzekeren. De Tour is daarom een buitengewoon visitekaartje voor de stad Luik, die kandidaat is om de Wereldtentoonstelling van 2017 te organiseren. Met de provincie ondersteunen we die kandidatuur. Na de Olympische Spelen en het WK voetbal is de Tour het grootste sportevenement ter wereld. Als je erin slaagt om twee keer Le Grand Départ te organiseren in zo’n korte periode, dan ben je ook in staat om de Expo te ontvangen. Dat beeld willen we uitdragen.

“De Tour ontvangen creëert verder ook een positief effect op de economie.”

Dat wordt zo vaak geroepen bij de organisatie van grote sportevenementen.

“Ja, maar in het geval van de Tour bewijzen de cijfers het ook. De 4500 mensen van de Tourkaravaan verblijven hier van de dinsdag voor de Tourstart tot en met maandag. Zij moeten allemaal eten, ergens overnachten, hun voertuig voltanken en wassen in de carwash. Er is uitgerekend dat het de horeca en handelszaken ruim vier miljoen euro zal opleveren. Dan zijn er nog de toeschouwers. Alleen al voor de proloog waren er in Luik acht jaar geleden 300.000 toeschouwers. Als de weersomstandigheden mee willen, zullen het er nu niet minder zijn. Verwacht wordt dat de Tour in de provincie Luik in totaal meer dan twee miljoen toeschouwers op de been zal brengen. Ervan uitgaand dat zij gemiddeld tien euro spenderen, kom je aan meer dan twintig miljoen euro inkomsten. Als je alles samentelt en een gemiddelde belastingvoet van 35 procent rekent, zal er dankzij de Tourstart ongeveer negen miljoen euro terugvloeien naar de Belgische schatkist. Het deel buiten de provincie Luik, in de rit naar Doornik, werd niet eens meegeteld.

“Maar je kunt niet alles becijferen. De Tourstart draagt ook bij tot de naambekendheid en het imago van de regio. Ik stelde Michel Drucker van de Franse televisie voor om eens een programma te maken over de Tourstart in Luik. Dat leidde tot de uitzending afgelopen zondag van Vivement Dimanche, die helemaal gewijd was aan België en vooral aan de liefde van de Belgen voor het wielrennen. Druckers programma lokt gemiddeld acht miljoen kijkers. Daarenboven zullen er tweehonderd tv-zenders een week lang over onze provincie spreken. Je kunt je geen betere promotiecampagne inbeelden. De Tour laat ons toe onze prachtige landschappen aan de hele wereld te tonen.”

Terugverdieneffect

In dat opzicht lijkt de keuze voor het mistroostige Seraing als aankomstplaats van de eerste rit in lijn nogal ongelukkig.

“Seraing is méér dan zijn hoogovens, die synoniem staan voor een staalindustrie in moeilijkheden en luchtvervuiling. Zondag krijgt het de kans om te tonen dat het geen stad in een neerwaartse spiraal is. Wist u dat een derde van ons grondgebied uit bossen en wouden bestaat en nog eens een derde uit woongebied met bijna overal tuintjes bij? Er is de toeristische aantrekkingskracht van de kristalfabriek van Val-Saint-Lambert in de site van de vroegere abdij met de prachtige bossen erbij. Het was onze prioriteit om daar de rit te laten aankomen, maar de Tourorganisatie opteerde voor een hellende aankomststrook in de volksbuurt in het centrum van Seraing, als ware het de finish van Luik-Bastenaken-Luik in Ans. Zo is dag één voor de tijdrijders, dag twee voor de punchers en dag drie voor de sprinters.

“Seraing heeft een wielertraditie als gaststad van de start van de Giro in 2006 en als tweevoudige aankomstplaats in de Tour. Het heeft ook niet gewacht op de toewijzing van Le Grand Départ om mij te vragen wanneer de Tour nog eens zou langskomen. Er zijn 84 gemeenten in de provincie Luik. De voorbije twee decennia hebben we praktisch de ronde van onze provincie gemaakt. Behalve de etappeplaatsen in de Tour vielen er ook andere wielerwedstrijden te verdelen, zoals de Ronde van Wallonië. We streven naar een evenwichtige verdeling van de ritten over de kandidaten, in functie van hun wensen.

“Heel wat gemeenten zijn tevreden met alleen maar een passage van de Tour, want een start of aankomst: dat is roem, maar ook werk. Je moet over de ontvangstinfrastructuur beschikken. Denk alleen maar aan de perszaal voor duizend journalisten. Je moet het ook financieel aankunnen. De kosten voor de politie, wegenarbeiders en lokale festiviteiten ( in totaal geraamd op één miljoen euro, nvdr) worden door de drie etappesteden – Luik, Seraing en Wezet – gedekt. En je hebt gepassioneerde medewerkers nodig die niet op een uur kijken of anders wordt het onbetaalbaar.”

Hoeveel duurder is Le Grand Départ dan de Girostart van 2006?

“De prijs voor de Girostart in Seraing kwam neer op ongeveer een derde van de prijs voor Le Grand Départ. Aan ASO betalen we voor de Tourstart ongeveer 2,5 miljoen euro ( tegenover 1,9 miljoen euro in 2004, nvdr). De totale investering voor de provincie Luik bedraagt goed 3 miljoen euro, want we voeren natuurlijk ook promotie voor het evenement: we hebben op 22 maart de honderd dagen gevierd, in december La Nuit du Tour enzovoort.

“Maar ook daar heb je een terugverdieneffect. Onze Nuit du Tour haalde zelfs de tv in Australië. Leerlingen van een provinciaal atheneum in Flémalle kregen de kans om mee te werken aan de bestickering van de Thalystrein die de Tourstart promoot. Een fameus visitekaartje voor de school, maar ook voor de leerlingen wanneer ze op de arbeidsmarkt komen. Tegen het einde van de Tour zal de trein 2,5 miljoen passagiers vervoerd hebben. Publiciteit waar wij als provincie nog geen 60.000 euro voor neertelden.”

Tour, Giro en Vuelta

Wat is het verschil tussen de Tourstart dit jaar en die van 2004?

“Er vond de voorbije jaren een sterke internationalisering plaats. Ten tijde van Jean-Marie Leblanc was er één Grand Départ op de drie buiten Frankrijk. Vandaag zit je aan een gemiddelde van één op de twee. De Tour steekt vaker de landsgrenzen over om meer publiciteit en dus meer sponsorinkomsten te genereren. Marketing is voor hen belangrijker dan pakweg tien jaar geleden. Tussen 2004 en nu zat ook de start in Londen in 2007. Met Rotterdam ( dat instond voor de Tourstart in 2010, nvdr) kunnen we ons nog wel meten, maar een stad als Londen is van een andere orde.”

Vreest u dat het steeds moeilijker zal worden om de Tourstart naar België te halen?

“Ik hoop van niet. Daarom zijn onze frequente contacten met ASO zo belangrijk. Het volstaat niet om alleen de verantwoordelijken van het Tourparcours te kennen, het is een hele machine geworden. Ook in de financiële geledingen van de Tourorganisatie moet je dus je relaties hebben. Door onze ondersteuning van de Ardennenklassiekers zijn wij een goeie klant van ASO. Dat blijft een troef.

“Maar als de Tour naar Luik komt, is het niet voor onze mooie ogen. We slaagden erin geloofwaardigheid op te bouwen. We zaten niet stil na de vorige Tourstart in 2004, met de komst van de Giro, de ritaankomst van de Vuelta in 2009 en de Tourpassage in 2010. De provincie Luik is in de hele wereld de enige collectivité locale – zoals de Fransen het zouden zeggen – die de eer had de drie grote rondes op haar grondgebied te verwelkomen. Bij ASO weten ze dat we professioneel werk leveren.”

De Tour keert dus in de nabije toekomst nog eens terug naar Luik?

“Dat is in ieder geval mijn wens. Ik zal vragen of de provincie Luik de komende zes of acht jaar nog ten minste één etappe mag hebben en, indien mogelijk, Le Grand Départ nog eens mag ontvangen. Die vraag zal ik pas in Doornik stellen. Op dat moment zullen ze bij ASO kunnen besluiten dat het geen vergissing was om onze kandidatuur te kiezen.”

DOOR BENEDICT VANCLOOSTER – BEELDEN: IMAGEGLOBE

“Door onze ondersteuning van de Ardennenklassiekers zijn wij een goeie klant van ASO. Dat blijft een troef.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Expertise