Hij debuteerde pas op zijn 25ste voor de Rode Duivels, maar ondertussen heeft Bart Goor toch maar mooi 72 caps achter zijn naam. Vlak voor de interland tegen Kazachstan blikt hij terug op acht jaar van hoogtes en laagtes bij de nationale ploeg.
Hij is er nu 34, Bart Goor, de meest ervaren nog actieve Rode Duivel. “Zeker nog tot mijn 35 jaar wil ik voor de nationale ploeg spelen”, verklaarde hij eerder in interviews. Nu het EK 2008 ver weg is voor België, blijft Goor wellicht steken op één EK en één WK op zijn palmares. Tijd om even nostalgisch terug te blikken op acht jaar voetbal in dienst van onze nationale driekleur.
Op 3 februari 1999 viert Bart Goor zijn debuut als Rode Duivel. Hij krijgt van bondscoach Georges Leekens de kans om zich te tonen tijdens een toernooi in Cyprus.
Bart Goor : “Door het uitvallen van Gert Claessens kreeg ik mijn kans bij de nationale ploeg. Tegen Cyprus kwam ik in de tweede helft in als linksback, we wonnen de partij met 0-1. Ik was al 25 jaar, ja, maar ik ben ook pas laat in de eerste klasse verzeild. Mijn carrière is in een stroomversnelling geraakt door mijn transfer naar Anderlecht. In de nationale ploeg werd ik meteen schitterend opgevangen, het was een heel open groep met gasten als Marc Wilmots, Eric Van Meir, Nico Van Kerckhoven, Gert Verheyen, … allemaal erg toegankelijke mannen. Ondanks mijn late intrede bij de Rode Duivels heb ik nog heel veel caps kunnen verzamelen.”
In augustus 1999 wordt Georges Leekens, na negen wedstrijden zonder zege, de laan uitgestuurd en vervangen door Robert Waseige. Op 4 september debuteert Waseige met een spectaculaire 5-5-uitslag tegen Nederland. Goor scoort in die memorabele oefenpot zijn eerste voor de nationale ploeg.
“Een dolle wedstrijd, heel open en schitterend voetbal van beide kanten. Een perfecte start voor een nieuwe trainer. De sfeer, die toen wat minder was, draaide volledig. Ik herinner me nog dat Branko Strupar daar erg sterk speelde. De overgang van Leekens naar Waseige was helemaal niet zo bruusk als vele mensen denken. Er veranderden enkel wat namen in de selectie en misschien verschilde de tactiek een beetje. De periode onder Waseige bleek achteraf een gouden periode, gekruid met heel veel overwinningen, mooi voetbal en een uitzonderlijke winnaarsmentaliteit. Nu, die mentaliteit ervoer ik altijd al in onze Belgische nationale ploeg, alleen moet je wat geluk hebben dat je een tijdje met dezelfde kern kunt samenspelen, zoals toen onder Waseige. En dan zie je dat we resultaten halen. Ik blijf ervan overtuigd dat die gouden periode terugkomt, je moet beseffen dat een voetbalcarrière altijd met hoogtes en laagtes verloopt. De sterkte van die lichting was dat er een echte ploeg stond en dat we makkelijk scoorden. Er werd gedurende jaren aan een ploeg gebouwd, dat vergeten mensen wel eens. Nu zijn we weer bezig een team te bouwen.”
Juni 2000, Nederland en België organiseren het EK voetbal. België begint goed met een 2-1-zege tegen Zweden, dankzij onder meer een treffer van Goor, maar glijdt daarna uit tegen Italië en Turkije. Exit België in de eerste ronde van het toernooi.
“Ik denk dat we te fel wilden winnen van Turkije en daardoor te veel energie verbruikten in de eerste helft, waardoor zij in de tweede helft sterk kwamen opzetten. En dan krijgen we nog een dom doelpunt tegen (een flater van Filip De Wilde, nvdr), dat was heel spijtig, want op zich waren we goed begonnen aan het EK met die overwinning tegen Zweden. Door pech en té veel enthousiasme lagen we er al na de eerste ronde uit. Zeer jammer. Ik heb toch genoten van dat EK in eigen land, je maakt niet vaak mee dat de tribunes vol Belgen zitten en de sfeer tijdens het toernooi was bijzonder goed. Maar eigenlijk voel je niet dat het in eigen land georganiseerd wordt, want buiten de wedstrijden zit je op afzondering en kom je amper in contact met de buitenwereld. Hoe dan ook kijk ik erop terug als een fantastische ervaring, het geeft een extra dimensie aan je carrière als je een EK en WK kunt spelen. En ik speelde alle wedstrijden. Voor mij was dat EK de bevestiging dat ik het internationale niveau aankon, ik ben geleidelijk gegroeid in mijn spelersloopbaan. Door zulke toernooien te spelen word je beter en op zo’n moment besef je ook dat je tot de beste 22 spelers van je land behoort.”
November 2001. België eindigt tweede in zijn WK-kwalificatiegroep en moet in twee barragewedstrijden voorbij Tsjechië raken, wil het naar het WK in Japan en Zuid-Korea gaan.
“Die twee barragewedstrijden behoren zeker tot mijn beste Rode Duivelsmomenten. De buitenwereld dichtte ons weinig kansen toe en onze tweede wedstrijd moesten we bovendien in Tsjechië spelen. Dat we ons tegen zo’n topland konden kwalificeren, en dan nog voor een WK, dat gaf een fantastisch gevoel. Ik herinner me nog goed dat Gert Verheyen daar een strafschopfout mee krijgt en Marc Wilmots die feilloos omzet. Als ploeg kwamen we daar bijzonder goed uit de verf. Ik keek enorm uit naar dat WK in Azië, omdat we wisten dat de technologie daar verder stond dan hier en alles daar formidabel georganiseerd zou zijn, met prachtige, nieuwe stadions. Plus, op een WK kijkt de hele wereld mee …”
Het WK 2002 in Japan en Zuid-Korea wordt, ondanks een zwakke start en interne wrevel binnen de ploeg, een serieuze meevaller voor de Belgen. De Rode Duivels bereiken de achtste finales en worden daarin uitgeschakeld door Brazilië … en de Jamaicaanse scheidsrechter Peter Prendergast.
“We hebben daar een zeer mooi WK beleefd. We wonnen de wedstrijden die we moesten winnen en in de achtste finale tegen Brazilië speelden we een topwedstrijd, we kenden enkel pech door het onterecht afgekeurde kopbaldoelpunt van Marc Wilmots. Op dat moment zat er misschien meer in. Enerzijds beschouw ik het nog steeds als een gemiste kans, anderzijds besef je dat toplanden zoals Brazilië dat soort van geluk afdwingen. Zij worden net iets anders bekeken. Je voelt dat soms. Soms, niet altijd, want ik maak hetzelfde mee bij Anderlecht, waarbij de kleinere eersteklasseclubs constant klagen over het bevoordelen van Anderlecht. Maar dan merk je dat het na een tijdje evengoed andersom werkt : dat scheidsrechters bepaalde situaties net níét gaan fluiten omdat ze kritiek willen voorkomen. Ach, soms heb je meeval, soms tegenval. Brazilië kon door zijn individuele klasse toch het verschil maken op zulke momenten. Ik herinner me dat Rivaldo tegen ons zo’n begenadigd moment kende. Als ploeg waren wij echter beter. Dat WK was ook hét toernooi van Marc Wilmots, hij nam de ploeg op sleeptouw en stond er in elke wedstrijd. Zijn gedrevenheid op het veld stak de rest van de groep aan.
“In die eerste wedstrijden hadden we het inderdaad moeilijk en dan gaat de pers op dat moment lastig doen, weet je. De pers maakt je groot, maar boort je evengoed de grond in. Dat hoort erbij. Dat Waseige daar toen op reageerde, vond ik ergens normaal, soms moet je je eergevoel laten spreken.”
Na het WK 2002 haken Marc Wilmots, Gert Verheyen en bondscoach Robert Waseige af bij de nationale ploeg. Aimé Anthuenis wordt aangesteld als bondscoach en die bombardeert Bart Goor tot aanvoerder van de nieuwe lichting Rode Duivels. Een vergiftigd geschenk, want België weet zich niet te kwalificeren voor het volgende toernooi : het EK 2004 in Portugal.
“Gert had er geen zin meer in, maar ik denk dat hij voor de groep iets te snel gestopt is, hij had de Rode Duivels nog heel wat kunnen bijbrengen. Maar goed, hij koos ervoor om te stoppen op een hoogtepunt, daar moet je respect voor opbrengen. Anthuenis vroeg me om aanvoerder te worden en dan moet je, als vaste waarde in de ploeg, je verantwoordelijkheid nemen. We beleefden door omstandigheden een mindere periode. We kampten voortdurend met blessures, waardoor we nooit tot een vast elftal kwamen. Want talent was er nog genoeg. We eindigden in onze poule trouwens met zestien punten, in een andere poule waren we daarmee gekwalificeerd. Plus dan nog die blunder van scheidsrechter Pierluigi Collina in de belangrijke kwalificatiematch tegen Bulgarije. Er werd daar duidelijk een strafschopfout gemaakt op Mbo Mpenza, maar hij floot die niet (maanden later gaf Collina toe dat het strafschop was, nvdr). Ik vond het heel jammer dat we niet doorgingen, want er klonk toen ook heel wat kritiek op de nationale ploeg. Het was de periode van de ‘gouden driehoek’ met Wesley Sonck, Thomas Buffel en Emile Mpenza. Dat klikte enorm goed tussen die drie, maar door blessures hebben ze zelden samen gespeeld. Vooral Emile had eigenlijk een pak meer interlands achter zijn naam moeten hebben. In die hele periode onder Anthuenis hebben we nooit automatismen kunnen kweken.”
Op 9 oktober 2004 gaat Bart Goor een zeldzame keer door het lint. In de uitwedstrijd tegen Spanje krijgt de aanvoerder rood voor spuwen. België gaat met 2-0 de boot in tegen de Spanjaarden. Goor werd voor vijf interlands geschorst. Het begin van een lange lijdensweg voor de Rode Duivels tijdens de kwalificatiecampagne voor het WK 2006 in Duitsland.
“Eigenlijk begon het al met een zwakke prestatie eerder tegen Litouwen, we stonden 1-0 voor en lieten dat nog uit handen glippen. In Spanje kreeg eerst Deflandre rood en speelden we nadien met tien man nog een behoorlijke partij, maar dan werd ook ik uitgesloten en verloren we de wedstrijd. Ik spuwde niet naar een tegenspeler, maar het werd wel zo geïnterpreteerd. We wilden echt winnen en in je enthousiasme ga je er dan misschien over. Ik verwachtte veel van die campagne en na Litouwen was ik erg ontgoocheld. Stilaan sloop er frustratie in de ploeg en vlak voor de wedstrijd tegen Spanje werden we dan ook nog eens op de proef gesteld door de voorkeursbehandeling van de Spanjaarden. Er hing een anti-Belgisch sfeertje. Zo moesten wij bijvoorbeeld opeens al onze juwelen uitdoen en zij niet. Op het veld kookte het potje even over. Dat kan gebeuren.
“Ook al kregen we in die kwalificatiecampagne enorm veel kritiek, ik vind dat België een goede ploeg had. Akkoord, sommige jongens trokken wat meer op met elkaar, meestal afhankelijk van de taal, maar dat is toch normaal ? In het buitenland wordt daar nooit een probleem van gemaakt, ook bij Anderlecht niet, waar de tactiek steevast in drie talen wordt besproken. Natuurlijk zit je met het gegeven dat er in ons land twee talen worden gesproken, maar dat wil niet zeggen dat je onderling niet kunt overeenkomen. De sfeer hangt in grote mate af van de resultaten. Vroeger waren die goed en hoorde je dus minder over die communautaire spanning, terwijl we nu enkele mindere jaren beleefden. Daar moet je proberen boven te staan. Vanaf het moment dat we beter gaan presteren, zullen we ook weer meer ontspannen op het veld verschijnen. Maar ik zeg je : binnen de groep waren er nooit problemen. In clubverband maak je veel meer opstootjes mee dan bij de nationale ploeg, hoor, en dat is normaal, want bij je club zit je elke dag op mekaars lip.
“Het probleem was dat die bui lang bleef hangen : in clubverband krijg je elke week de kans om iets recht te zetten, bij de nationale ploeg ligt dat anders. Ik vind het geen smet dat ik aanvoerder was van de eerste lichting sinds 1978 die er niet in slaagde een WK te bereiken. Wij spelen met Anderlecht nu ook geen Champions League, tja, je kan er niet elk jaar bij zijn. En uit dat falen moet je leren. Ook clubs als Real kennen mindere periodes.”
Na het gemiste WK in Duitsland neemt René Vandereycken het roer over van Aimé Anthuenis. Bart Goor blijft ook op 34-jarige leeftijd boegbeeld van de Belgische nationale ploeg. Hij verzamelde al 72 A-caps en staat daarmee zevende op de ranglijst aller tijden van Rode Duivels.
“Ik heb nooit aan stoppen gedacht, ik voetbal veel te graag. Ik ben ook nooit het type geweest dat opgeeft omdat hij een keer niet geselecteerd werd. Van Vandereycken kreeg ik in het begin trouwens een telefoontje om me gerust te stellen dat het niet was omdat ik er eens niet bij zou zijn dat ik afgeschreven was. Die vorm van respect deed enorm deugd. Maar zegt hij op een bepaald moment : ‘Ik heb je niet meer nodig’, dan is dat ook goed, dan heb je duidelijkheid.
“De trainer is nu bezig met opnieuw iets op te bouwen, we beschikken over een generatie met enorm veel kwaliteiten, maar je hebt een mix nodig van jeugd en ervaring. Oudere spelers, zoals Timmy Simons, Phi-lippe Clement en ikzelf, heb je nodig om in moeilijke momenten te kunnen bijsturen. Of om in de kleedkamer het evenwicht te bewaren. Ik heb het niet moeilijk met de mentaliteit van de jeugd in het algemeen, maar ik stel vast dat ze daar in het buitenland veel minder problemen mee hebben. Daar passen de jongeren zich aan en weten ze dat ze moeten vechten voor een plaats. Hier krijgen de jongeren veel kansen, vinden ze dat soms vanzelfsprekend en laten ze de dingen op hun beloop. Maar er is veel kwaliteit, ik bedoel het dus ook positief. Met Moussa Dembélé heb je een schitterende spits, die ongetwijfeld naar een topclub zal doorgroeien. Je merkt dat er heel wat jongens een goede opleiding in het buitenland genoten. Hun balcontroles, hun passing, hun snelheid van uitvoering zijn allemaal van hoog niveau. In die zin is het een gunstige evolutie geweest dat er zo veel jongeren naar het buitenland vertrokken.
“Anderzijds zou ik niet zomaar durven stellen dat deze nieuwe generatie zo veel meer techniek en talent in huis heeft dan de vroegere generaties. Ze kennen nu wat meer trucjes van de televisie en ze durven ook meer risico in hun spel leggen, maar vroeger was die techniek er ook, alleen mocht er veel minder. Je mocht vooral geen balverlies lijden. Qua techniek moet je die vroegere generatie niet onderschatten.” S
Door Matthias Stockmans