Stijn Coene (Menen) is aan zijn laatste seizoen bezig.

Met een vlotte 0-3-zege bij Menen plaatste Roeselare zich voor de kwartfinale van de beker van België. Op een eventuele revanche hoeven ze niet lang te wachten in Menen. Zaterdag staat dezelfde West-Vlaamse derby op het programma, voor de competitie ditmaal. Aan middenman en kapitein Stijn Coene (32) de vraag:

Hebben jullie iets geleerd uit de bekerwedstrijd met het oog op de nieuwe confrontatie met Roeselare?

Stijn Coene: “In de eerste set lieten we de kans liggen om de tegenstander pijn te doen. Wonnen we die, dan hadden we Roeselare misschien doen twijfelen en dan krijg je een andere match. Ik wil daarmee niet ontkennen dat Roeselare goed volleybalde en verdiend won. Maar de voornaamste les die we uit die wedstrijd trokken, is dat we de kansen die we krijgen moeten afmaken. Of we tactisch moeten bijsturen, is een zaak voor de trainer. In die optiek valt het ook af wachten of Rouzier zaterdag wel zijn opwachting zal maken bij Roeselare. Met hem erbij krijg je toch weer een ander gegeven.”

Menen kan zich alvast op de competitie concentreren. Vorig jaar moesten jullie, onder meer na een dramatische start, play-downs spelen. Wat verwacht je voor dit seizoen?

“Top 4 wordt heel moeilijk, zo realistisch moeten we zijn, maar we ambiëren alvast een plaats in de play-off via de barragewedstrijden. We hebben niet de spelers die individueel het verschil kunnen maken, we moeten het van het collectief hebben. Dan weet je dat je moeilijke momenten gaat kennen, zoals bij Lennik en bij Halen, waar we het op beslissende fases lieten afweten. Ik ben er echter van overtuigd dat ons niveau omhoog zal gaan. Op dit moment bekijken we het gewoon wedstrijd per wedstrijd.”

En Stijn Coene zelf, hoe lang zit je nu al bij Menen, want we zijn stilaan de tel kwijt?

“Als ik mij niet vergis, ben ik aan mijn zevende seizoen bezig, maar het wordt alleszins mijn laatste als volleyballer. De knieën willen immers niet meer mee.”

Terwijl je nog niet zolang geleden in de nationale selectie zat en momenteel de statistieken aanvoert met het beste blok (het hoogste aantal killbloks, namelijk 11) in de liga.

“De nationale ploeg kan ondertussen rekenen op jongere en betere spelers. Daar moeten we ons geen zorgen over maken ( lachje). Die statistieken zijn plezant, maar ik blijf met mijn voetjes op de grond. Op het einde van het seizoen kunnen we er misschien eens over babbelen. Nu is dat allemaal voorbarig.”

Wil je in het volleybal blijven?

“Volgend jaar wordt sowieso een sabbatjaar op het volleybalvlak. Van wat er nadien komt, lig ik niet wakker. Ik concentreer me nog volop op het spelen, want ik doe het nog veel te graag.”

door Roel Van den broeck