De aparte aanpak van bondscoach Cesare Prandelli verzoende Italië met zijn nationale ploeg, al dreigde het gokschandaal zijn voetbalsprookje even in een nachtmerrie om te toveren.
Als ons in het belang van het voetbal gevraagd wordt om niet aan het EK deel te nemen, dan gaan we niet”, zegt Cesare Prandelli (54) rustig wanneer, een paar dagen voor de afreis van de Squadra Azzurra naar Polen, doorgevraagd wordt naar de impact van het gokschandaal op het Italiaanse voetbal.
De Italiaanse bondscoach méént het.
Operatie Last Bet, precies een jaar eerder aan het licht gekomen toen een keeper in derde klasse werd aangezet om een verdovingsmiddel in de drankjes van zijn ploegmaats te mengen, heeft in twaalf maanden de hele Italiaanse voetbalpiramide aangetast, van derde klasse tot de nationale ploeg.
Een week voor het vertrek naar het EK wordt in de vroege ochtend linksachter Domenico Criscito, speler van Zenit Sint-Petersburg, opgepakt. Juventusverdediger Leonardo Bonucci is ook in opspraak gekomen maar mag na overleg tussen voetbalbond en magistraten bij de selectie blijven. Een paar dagen eerder is Stefano Mauri gearresteerd. Prandelli haalde twee jaar geleden de vicekapitein van Lazio Roma na drie jaar terug in de nationale selectie. Mauri speelde mee in drie EK-kwalificatiewedstrijden.
Eerder kreeg doelman Gianluigi Buffon heel Italië over zich heen toen hem gevraagd werd wat hij dacht over de kwalijke Italiaanse gewoonte om wedstrijden in onderling overleg op een gelijkspel te laten eindigen. “Beter twee gewonden dan één dode”, zei Buffon. Een paar dagen later maakte de financiële onderzoeksdienst bekend dat Buffon tussen januari en september 2010 voor 1,58 miljoen euro vergokt had op sportwedstrijden, bij een lokaal in Parma. Al in 2006 raakte bekend dat Buffon een verwoede gokker was. De doelman lijkt eerder gokverslaafd dan malafide.
Twee jaar geleden kreeg Prandelli alle lof toen hij een ethische code opstelde waar zijn spelers zich aan moesten houden. Vandaag dreigen zijn goede bedoelingen weggeblazen te worden door een tsunami waar hij niets aan kan doen. “Toen ik vroeger als speler een wedstrijd verloor,” zegt Prandelli, “bleef ik twee dagen thuis omdat ik beschaamd geweest zou zijn om me in de stad te tonen. Ook vandaag weten mijn vrienden dat, als ik verlies, ik niet buitenshuis eet.” Vandaag is het voor een aantal topvoetballers na een nederlaag juist feest.
Enthousiasme
Op 8 juni 2010 presenteerde bondsvoorzitter Giancarlo Abete trots de opvolger van bondscoach Marcello Lippi. Iedereen vond Cesare Prandelli de geschikte man, zelfs Fiorentinaleider Andrea Della Valle, die eerder Juventus verboden had met zijn nog onder contract liggende trainer te praten. Abete mocht dat wel.
“Prandelli maakt je beter”, zegt voormalig international Antonio Benarrivo, die de bondscoach nog meemaakte toen die trainer was van Parma. “Geef hem een speler die een vijf is, en drie jaar later is dat een acht.”
Een topclub heeft Prandelli, in zijn spelersjaren een verdienstelijke middenvelder maar geen vaste waarde bij het Juventus van Michel Platini, nooit getraind. Het dichtst bij een topclub kwam hij in 2004 toen hij Parma ruilde voor AS Roma, maar nog voor de eerste training stapte hij uit de job toen hij hoorde dat zijn vrouw ongeneeslijk ziek was. Een jaar later ging hij bij Fiorentina aan de slag. In april 2007 overleed Manuela Caffi terwijl haar man aan haar ziekbed zat.
Toen de nieuwe bondscoach na een desastreus WK – waar Italië niet eens de eerste ronde overleefde – in augustus 2010 aan de slag ging, trof hem dat Italië ondanks de wereldtitel van 2006 de harten van de Italianen niet echt kon veroveren. “We moeten de nationale ploeg aan het Italiaanse volk teruggeven”, waren zijn eerste woorden. Prandelli maakte van het nationale trainingscentrum Coverciano in plaats van een hermetisch afgesloten bunker een open Italiaanse piazza. Na een fantastische oefenmatch in Dortmund tegen Duitsland, frappeerde het hem dat hij bij het ontbijt in de bar de mensen weer enthousiast hoorde praten over het nationale team.
Prandelli maakte de mensen enthousiast door eerst zijn spelers met plezier te laten voetballen. Winnen: graag, maar liefst met goed voetbal.
“Ik wil een team dat voetbal speelt“, is zijn motto. In plaats van te kiezen voor een driemansmiddenveld met één Pirlo en twee bodyguards, kiest Prandelli voor drie Pirlo’s. Geen afbrekers, alleen opbouwende en technisch vaardige spelers horen thuis op het middenveld. En voorin wil de bondscoach alleen échte spitsen. Dus stelt hij de twee enfants terribles die door zijn voorganger werden thuisgelaten van het WK, Antonio Cassano en Mario Balotelli, gewoon op, omdat het op hun positie nu eenmaal de beste voetballers van het land zijn. “Voor mij bestaan er geen moeilijke jongens. Ik gedraag me zoals ik graag heb dat anderen zich gedragen tegenover mij.”
Alleen moeten alle spelers zich houden aan de nieuwe ethische code die de bondscoach hen oplegt. “Want wie speelt, vertegenwoordigt niet een team, maar een heel land. Spelers die natrappen, een elleboogstoot geven, spuwen of de bal wegtrappen na een fluitsignaal, wil ik niet in de trui van de nationale ploeg.”
Maffia
Prandelli trekt met de nationale selectie naar Rizzicone in de Reggio Calabria, het thuisland van de plaatselijke maffia. Daar is een stuk land geconfisqueerd van de maffia en omgevormd tot voetbalveld. “Dit was geen gewone voetbaltraining”, zegt Prandelli na afloop. “Hier hebben we onze normen en waarden getraind.”
De bondscoach wil alleen spelers met een hart voor de nationale ploeg. Desnoods komen ze uit tweede klasse, of uit een andere etnische gemeenschap. Torinoverdediger Angelo Ogbonna vertegenwoordigt beide. Twee jaar geleden weigerde hij een Nigeriaanse selectie die hem als international naar het WK had kunnen meevoeren, afgelopen seizoen speelde hij met Torino nog in de Serie B.
“Fantastisch dat al die jongens die niet in dit land geboren zijn, voor onze nationale ploeg willen spelen”, zegt Prandelli.
Als in het gokschandaal een voetballer van tweedeklasser Gubbio, Simone Farina, het aanbod weigert om een match van zijn ploeg te verkopen voor 200.000 euro, het dubbel van zijn jaarloon, nodigt Prandelli hem uit om mee te komen trainen met de Squadra in Coverciano. “Een goeie plek om te weten dat je niet alleen staat.” Ironisch genoeg daagt Farina op 28 mei op een beladen dag in Coverciano op, een paar uur nadat de politie Criscito heeft meegenomen en de schaduw van het gokschandaal over het domein hangt.
Met de nieuwe aanpak rijdt de nationale ploeg tijdens de EK-kwalificatiewedstrijden een nagenoeg foutloos parcours. Italië lijkt op weg om met Prandelli een mooi voetbalverhaal te schrijven op het EK, tot het gokschandaal en een paar ongelukkige blessures het team de adem af dreigden te snijden.
Zondag toonde de Squadra Azzurra met een gelijkspel tegen de wereldkampioen dat ze niet van de kaart is na die opdoffer. Als alles tegenslaat, zo heeft het verleden al een paar keer uitgewezen, is Italië op zijn best.
DOOR GEERT FOUTRÉ – BEELDEN: IMAGEGLOBE
In plaats van te kiezen voor een middenveld met één Pirlo en twee bodyguards, kiest Prandelli voor drie Pirlo’s.