De comeback van turner Glen Cuyle: ‘Door die militaire opleiding, een soort Kamp Waes, ben ik minder lang boos’

Glen Cuyle: ‘Dankzij die millitaire opleiding raak ik minder snel ­gefrustreerd.’ © AFP via Getty Images
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack

Van een finaleplaats op de Olympische Spelen in Parijs tot een zenuwblessure die hem bijna lamlegde: turner Glen Cuyle (23) bewees al zijn veerkracht. Nu mikt hij op het WK in Jakarta en de lange weg richting Los Angeles 2028.

Glen Cuyle was op de Olympische Spelen van Parijs een van de grootste positieve verrassingen van Team Belgium. Als de tweede Belgische mannelijke turner ooit behaalde hij een olympische toestelfinale. Opmerkelijk, want de West-Vlaming was als enige van de 48 finalisten in het hele gymnastiektoernooi nog nooit in een finale geraakt op een EK, WK of Olympische Spelen. ‘Could a new star be on the horizon?’ schreef de Internationale Gymnastiekfederatie op haar website. Hoewel de finale tegenviel – Cuyle werd achtste en laatste – lachte de toekomst de 22-jarige toe.

Maar later dat jaar leek zijn veelbelovende carrière van korte duur te worden door een geknelde zenuw in de nek. ‘Ik kreeg verlammingsverschijnselen in de spieren rond mijn nek en kon mijn arm niet meer op een normale manier opheffen’, vertelt hij in de Gentse Topsporthal, zijn trainer Koen Van Damme zit naast hem.

Een mogelijke oorzaak van die blessure was de basisopleiding tot militair, die Cuyle als lid van Topsport Defensie in het najaar van 2024 had gevolgd. ‘Glen moest er vaak lang lopen met een zware rugzak, niet vanzelfsprekend voor een kleine kerel van 1,60 meter’, vertelt Van Damme. ‘Daarna volgde ook nog een intensieve training. Op een bepaald moment is die zenuw gekneld geraakt. Een groot probleem. We hebben lang moeten puzzelen om het op te lossen.’

Zes maanden revalidatie

De revalidatie duurde uiteindelijk een klein halfjaar. Pas in juni kon Cuyle voorzichtig opnieuw de gymzaal in. Van Damme: ‘Zijn schouderspieren waren enorm verzwakt, hij kon toen nog niet op het hoogste niveau trainen.’

Door de blessure ging er kostbare tijd verloren. ‘We hebben daardoor niet de progressie gemaakt die we eind vorig jaar hadden vooropgesteld’, geeft Van Damme toe. ‘Maar we zijn al blij dat Glen weer het niveau van de Spelen bereikt, met dezelfde oefening. Dat was een huzarenstuk op zich.’

‘Een finale op het WK lijkt me zeker realistisch, verder kijk ik niet.’

Daarom was de zege op de World Challenge Cup, half september in Parijs, een grote opsteker voor Cuyle. ‘Sommige elementen waren qua gevoel nog niet perfect, maar tegen het WK komt dat hopelijk goed’, zegt hij.

Voor het Wereldkampioenschap in Jakarta, van 19 tot 25 oktober, is het doel helder. ‘Een finale, dat lijkt me zeker realistisch. Verder kijk ik niet’, zegt Cuyle. Van Damme bevestigt: ‘Alles is mogelijk. Een referentie is het EK van eind mei: de hoogste score in de kwalificatie was 14.700, in de finale 14.400. Glen behaalde 14.466 in de Challenge Cup. Hij hoort dus bij de Europese toppers, maar op een WK komen er ook nog Chinezen bij.’

Leerschool in Parijs

Als Cuyle ook op het WK de finale behaalt, kan hij teren op zijn ervaring van de Spelen. Daarin werd hij achtste, na onder meer een slechte landing. ‘Ik had na de kwalificaties niet meer genoeg energie’, zegt hij. Van Damme beklemtoont het verschil: ‘Glen stond enorm scherp en piekte naar de kwalificaties. Dat lukte. Maar omgaan met de ontlading, de focus op een tweede piek én de media-aandacht was nieuw.’

Het zou een goede leerschool zijn voor zijn langetermijnproject dat, zonder grote blessures, twee hoogtepunten moet kennen: de Olympische Spelen van 2028 in Los Angeles en die van 2032 in Brisbane.

Waarom een langetermijnproject? ‘Bij geen enkel toestel is kracht zo belangrijk als aan de ringen’, legt Van Damme uit. ‘Het duurt langer voor een atleet zijn eerste prestatieleeftijd bereikt: 21 à 22 jaar. Glen is nu 23. De gemiddelde leeftijd van de meeste toppers is 25 à 26 jaar. Specialisten aan dit toestel zijn bovendien makkelijk ouder dan 30 jaar. Zodra je de kracht hebt opgebouwd, kun je die lang vasthouden.’

Van gehurkt naar gehoekt

Een cruciale factor in dat langetermijnproject is de afsprong, waarbij een turner vanaf de ringen met een gecontroleerde sprong op de mat landt. Op de Spelen en in de World Challenge Cup in Parijs pakte Cuyle als enige ringspecialist naast zijn tweelingbroer Nicola uit met een gehurkte achterwaartse salto met drie rotaties.

De nieuwe puntencode die de Internationale Gymnastiekfederatie dit jaar implementeerde, maakt deze afsprong waardevoller. ‘Er zijn dubbel zoveel punten mee te verdienen’, zegt Cuyle. ‘Op het WK zullen er dus allicht meer turners het risico nemen.’

De Ingelmunstenaar heeft nog een troef achter de hand: een nog moeilijkere gehoekte triple salto, niet met gehurkte maar met gestrekte benen. ‘Dat zou me nog eens vier tienden extra opleveren en de moeilijkheidswaarde van mijn oefening op 6.2 brengen, de hoogste wereldwijd. Dus mogelijk een garantie op minstens een medaille, al weten we niet wat de concurrentie zal doen.’

Cuyle heeft de afsprong al uitgevoerd op training, maar alleen op een zachte mat en niet na een zware oefening wanneer armen en hoofd vermoeid zijn. Hij wijst op de moeilijkere techniek van de gehoekte salto: ‘Met gehurkte benen kun je aan je knieën trekken, waardoor je een bolletje maakt met je lichaam en je veel sneller draait. Met gestrekte benen heb je veel minder rotatiesnelheid.’

‘Als je de ringen iets te vroeg loslaat, kun je in het slechtste geval op je nek belanden.’

Cuyles techniek bij de gehurkte salto geeft hem wel een extra voordeel. ‘Glen houdt zijn benen perfect samen bij de rotaties. De stap naar roteren met gestrekte benen is dan relatief klein’, legt Van Damme uit. ‘Anderen maken hun gehurkte salto’s met gespreide benen en moeten die sluiten om de benen te strekken. Dat kost tijd en stabiliteit.’

Maar de risico’s zijn groot. ‘Tijdens een oefening staan alle spieren, vooral rond de schouders, op maximale spanning. De bloedtoevoer knelt af, lippen kleuren grauw, het hoofd lijkt te ontploffen. En dan moet de afsprong nog volgen. Als je dan iets te vroeg loslaat of je techniek een tikkeltje minder is, kun je in het slechtste geval op je nek belanden’, zegt Cuyle.

Voorlopig blijft de gehoekte salto dus een trainingsproject. ‘Ik wil die zo snel mogelijk doen in competitie, maar pas als ik hem na een zware oefening op training veilig kan uitvoeren. Dus allicht nog niet op het WK.’

Kracht en souplesse

Het voorbeeld van de salto toont hoe turnen aan de ringen een unieke combinatie van kracht en lenigheid vereist. ‘Er is een groot verschil tussen 200 kilo benchen in de fitness en een krachtelement uitvoeren aan de ringen. En dan moet je die kracht ook nog eens omzetten in een zwaai’, legt Cuyle uit.

‘Voor mij is dat het moeilijkst, omdat ik redelijk stijve schouders heb, zoals de meeste ringgymnasten. Voor zwaaien moet je spieren verlengen om genoeg souplesse te hebben, maar voor kracht moeten ze zo kort mogelijk zijn.’

Een balans die een turner bovendien moet bewaren op loshangende ringen. ‘Bij de kleinste afwijking van je zwaartepunt kunnen de ringen wegzwaaien. Bij een handstand mogen ze niet bewegen, wat bijna onmogelijk is’, zegt Van Damme. ‘Daarnaast kijken juryleden of de lijnen van de gymnast perfect horizontaal of verticaal zijn.’

‘Mijn oefening aan de ringen zou ik blindelings kunnen uitvoeren, tot aan de afsprong.’

Cuyle benadrukt het belang van gevoel: ‘Je doet een beweging duizend keer met kleine aanpassingen om het perfect te krijgen. Op den duur denk je daar niet meer bij na.’ Hij gelooft zelfs dat hij zijn oefening geblinddoekt zou kunnen uitvoeren, tot aan de afsprong. ‘Dan moet je weten waar je handen en benen zitten om veilig te landen, maar de oefening op de ringen is minder visueel.’ Ook ademhaling speelt daarin een cruciale rol. ‘Tussen de elementen van je oefening moet je juist ademen. Niet tijdens een krachtelement, want dan lossen de spieren.’

Training en voeding

Cuyle heeft het voordeel, zoals bijna alle ringturners, dat hij klein is en weinig weegt, 1m60 voor 52 kilo, en hij heeft korte armen en benen. ‘Hoe korter de afstand tussen de schouders en de ringen, hoe korter de hefboom en hoe makkelijker je kracht kunt ontwikkelen’, zegt Van Damme. ‘En hoe korter de benen, hoe minder ze wegen, hoe makkelijker je een horizontale zwaluwpositie vast kunt houden, wanneer het lichaam horizontaal tussen de ringen hangt.’

Specialisten op de ringen trainen vooral de spieren rond de schouders: de grote borst- en rugspier, de biceps en triceps, en de monnikskapspier tussen de schouderbladen. ‘Belangrijk daarbij is het evenwicht tussen de antagonisten, de tegenovergestelde spiergroepen. De triceps moet even sterk zijn als de biceps, de borstspier even ontwikkeld als de rugspier’, zegt Van Damme.

Hoewel Cuyles benen minder spiermassa hebben, moeten ze sterk genoeg zijn voor de landing. ‘Als je van drie meter hoogte landt zonder voldoende beenspieren, zak je door je benen.’

‘We streven niet naar een zo laag mogelijk gewicht. Beter een goed gevoel aan de ringen dan een kilo minder.’

De Ingelmunstenaar traint ook op conditie. ‘Je hebt niet alleen pure kracht nodig, maar ook spieruithouding. Bovendien recupereer je met een slechte conditie niet van zware trainingen. Ik loop geen 10 kilometer, dat is zinloos voor een oefening van een minuut. Maar ik doe wel allerlei korte oefeningen, ook fietsen.’

Hij volgt geen streng dieet, maar eet wel doordacht. ‘Ik zorg dat ik genoeg eiwitten binnenkrijg. Die helpen de spieren herstellen van de minuscule scheurtjes bij de kracht- en turntrainingen’, zegt Cuyle. Van Damme: ‘We streven zeker niet naar een zo laag mogelijk gewicht, want Glen moet over voldoende kracht beschikken. Beter een goed gevoel aan de ringen dan een kilo minder.’

Rust vinden in klassieke muziek

Niet alleen fysiek, ook mentaal maakte Cuyle grote vooruitgang. ‘Dankzij gesprekken met een mental coach gebruik ik stress nu meer als positieve energie, als adrenaline, in plaats van er bang voor te zijn. Dat was vroeger helemaal anders.’

‘Ik speel de volledige competitie, van opwarming tot afsprong, vooraf meerdere keren in mijn hoofd af.’

Hij heeft ook technieken aangeleerd om kalm te blijven, zoals ademhalingsoefeningen en visualisatie. ‘Ik speel de volledige competitie, van opwarming tot afsprong, vooraf meerdere keren in mijn hoofd af. Hoe meer je de situatie onder controle hebt, hoe beter je ermee omgaat.’

Ook klassieke muziek helpt hem om de rust te bewaren. ‘Ik luister er alleen naar voor een wedstrijd. Ik heb een playlist op Spotify, maar vraag me niet naar de naam van het stuk of de componist’, lacht hij.

‘Door de militaire basisopleiding, een soort ‘Kamp Waes’, ben ik minder lang boos.’

Cuyle groeide ook als persoon dankzij de militaire basisopleiding die hij in het najaar van 2024 volgde, een soort ‘Kamp Waes’ van negen weken. Vaak 25 kilometer wandelen, vier dagen bivakkeren in een tentje bij slecht en koud weer, tenten opzetten, putten graven en schietoefeningen: het testte zijn stressbestendigheid en geduld. ‘Dat was vroeger niet mijn sterkste kant. Als er op training iets niet lukte, raakte ik snel gefrustreerd. Door die opleiding ben ik daarin verbeterd. Ik ben minder lang boos’, zegt hij.

Ook communicatie ging erop vooruit. ‘In het leger moest ik vaak in een team werken en constant praten. Dat doe ik nu ook meer.’ Van Damme bevestigt: ‘Glen is van nature verlegen. Vroeger was het tussen hem en mij vooral eenrichtingsverkeer. Ik kreeg weinig feedback. Nu is het een dialoog geworden. Die legeropleiding heeft zijn seizoen op fysiek vlak verstoord, maar op lange termijn was het voor Glen een belangrijke levenservaring.’

Glen Cuyle

Geboren op 25 juli 2002 in Izegem, woont in Ingelmunster.

Begon met turnen op jonge leeftijd bij Gym Izegem, samen met zijn tweelingbroer Nicola.

Plaatste zich in 2024 voor de olympische finale op de ringen in Parijs.

Veroverde in september 2025 goud op de ringen tijdens de World Challenge Cup in Parijs.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise