Met United en City druipt Manchester van de voetbalpassie. Terwijl City probeert aan te knopen met de successen uit het verleden, kan United vanavond in de finale van de Champions League zijn zoveelste trofee pakken.

De stad Manchester is als een diva die wel haar jeugd verloren heeft, maar desondanks aan sexappeal gewonnen heeft. Geleidelijk is deze stad van 2,2 miljoen inwoners uit zijn lethargie van vele jaren gekropen. In de plaats daarvan sijpelde het besef door dat zijn industrieel patrimonium wel degelijk een bepaalde waarde vertegenwoordigt. Het Museum van Wetenschappen en Industrie was een van de eerste didactische musea in Europa. Het grote gebouw van de Great Northern Railway Company is vertaald naar een winkelgalerij. En de oude katoenpakhuizen zijn omgetoverd in flashy restaurants en hotels. Deze stad lééft.

Manchester kijkt Londen in de ogen en wendt daarbij de blik niet af. In het zuiden van de stad schieten de residentiële wijken als paddenstoelen uit de grond. Hijskranen verheffen zich in de lucht in de nabijheid van wat zal uitgroeien tot het nieuwe Media Centre. De eerbiedwaardige BBC heeft beslist om er een deel van haar manschappen naartoe te ‘delokaliseren’, want niet alleen is Manchester de nieuwe place to be, de huurprijzen liggen er een pak lager dan in Londen.

Kortom, Manchester heeft een facelift gekregen. Met alle nadelen van dien. Veel traditionele Engelse pubs moesten de baan ruimen en werden vervangen door de karakterloze Starbucks, de Costa of de Café Nero. Eenheidsworst in de uitgangsgelegenheden.

Dat mag de pret evenwel niet drukken. De typische arbeidersstad Manchester heeft opnieuw geleerd om van het leven te genieten. Hij getuigt van een hervonden dynamiek, kijk maar naar de dubbele kandidatuur voor de organisatie van de Olympische Spelen. Er is zoveel te doen in Manchester dat het voetbal er zich tegenwoordig in relatieve discretie ontvouwt. “Voetbal is een van vele activiteiten in Manchester geworden”, signaleert Jim Ward, stadsbediende in de Town Council. “De stad is verburgerlijkt”, vindt Marc Beaugé, de Franse journalist van France Football die al meerdere jaren in Manchester woont. “Hij heeft in economisch opzicht een hoge vlucht genomen. Daardoor leunt hij minder dan vroeger op zijn traditionele cultuur van voetbal en popmuziek.”

De wieg van het voetbal

Laten we ook niet overdrijven: voetbal blijft de trekpleister van Manchester. Al in de luchthaven afficheert de verzekeringsmaatschappij AIG (American International Group), sponsor van Manchester United, megaposters van voetballers als drager van boodschappen. En wanneer de bezoeker in het bureau voor toerisme informeert naar wat er zoal te beleven valt in Manchester, wordt hij prompt doorverwezen naar een van de grote voetbalstadions in de stad. En dus niet naar het Lowry, het ultramoderne museum gewijd aan de beroemde stadsschilder L. S. Lowry, noch naar het Museum van Wetenschappen en Industrie. “Het voetbal is weinig aanwezig in de stad, maar we weten dat de toeristen die naar Manchester afzakken, ofwel voor het nachtleven komen, ofwel voor het voetbal”, zegt Jim Ward. “En soms voor de twee. Elk weekend begeven bijna 150.000 mensen uit groot Manchester – waartoe ook Bolton behoort – zich naar een voetbalstadion. Welke stad kan zulke cijfers voorleggen? Geen enkele stad in de wereld.”

Hoe valt zo’n voetbalpassie te verklaren? “Deze stad ligt in het hart van de streek waar voetbal werd uitgevonden”, verklaart David Meek, journalist en levende legende. “In de geschiedenis van het voetbal is alles begonnen in het noorden van Engeland. Preston North End, gelegen op 60 kilometer van Manchester, was de allereerste voetbalclub. De Engelse voetbalfederatie had geruime tijd haar hoofdzetel in het naburige Blackpool alvorens naar Londen te verkassen.”

Vervolgens verlegde de klemtoon zich naar Manchester United. David Meek: “Manchester is populair geworden dankzij de uitzonderlijke geschiedenis van United. Eerst was er die geniale ploeg die men de Busby Babes noemde, een elftal van jonge voetballers dat getraind werd door Sir Matt Busby. Een deel van deze generatie verongelukte bij een vliegtuigcrash in 1958 in München. Maar Manchester United verrees uit zijn as, tien jaar later stond Manchester United daar weer met een fenomenaal team, met vedetten als Denis Law, Bobby Charlton en George Best. De ploeg veroverde de Europese beker voor landskampioenen en was de eerste Engelse club die zijn naam op het palmares van deze Europabeker inschreef. U merkt, alles is aanwezig in de geschiedenis van Manchester United: een lach en een traan, vreugde en verdriet. En bovenal: succes. Maar het is het vliegtuigongeval in München dat de naam United wereldwijd naambekendheid heeft verschaft. De Europese beker voor landskampioenen van 1968 sloeg in als een hamer, maar wel op dezelfde spijker.”

De ploeg van de stad

Toch regeren de Red Devils niet alleen over Manchester. Ze moeten de stad delen met hun lokale rivaal: Manchester City. “City heeft altijd al te lijden gehad onder de vergelijking met United”, stelt David Meek vast. “Daarbij gaat men nogal licht voorbij aan het feit dat City in 1968 het Engelse kampioenschap domineerde, met in zijn rangen spelers als Mike Summerbee, Colin Bell en Francis Lee. Jammer genoeg voor City gebeurde dit net in het jaar dat United zijn grote Europese triomf vierde. De landstitel voor City werd volledig overschaduwd door de internationale successen van United. Eigenlijk is City nooit van die klap hersteld. Hoe dan ook, in dat jaar 1968 herbergde Manchester de twee meest aantrekkelijke teams van de Engelse competitie.”

Niettemin, er was een tijd dat City United evenaarde. “Evenaarde? Overklaste!”, beweert journalist Chris Bailey van de Manchester Evening News. “Tussen 1968 en 1974 was City de beste ploeg van Manchester. Maar dat is het verleden. Het is nu al 40 jaar geleden dat City nog de Engelse landstitel pakte. Erger: sinds het in 1976 de League Cup won, haalde het geen enkele trofee meer binnen, tenzij een titel in de lagere afdelingen. De supporters van City snakken zodanig naar nieuwe successen dat ze nog altijd de mond vol hebben over de titel van 1968.”

Ook al gaapt er tegenwoordig een brede kloof tussen de twee clubs, de rivaliteit tussen United en City blijft messcherp. “De Citizens zullen u zeggen dat United niet van Manchester maar van Salford is”, grijnst David Meek. “Het stadion van Old Trafford bevindt zich namelijk in Salford, in de uiterste buitenwijken van de stad. Dat is lichtelijk overdreven, want dat is nog altijd het grondgebied van Manchester. De supporters van City zullen u ook vertellen dat geen enkele inwoner van Manchester zelf naar Old Trafford gaat en dat City in het centrum van de stad een veel grotere populariteit geniet. Maar ook deze stelling doet de waarheid geweld aan. Uit een recente enquête, die de Manchester Evening News organiseerde, bleek dat de meerderheid van de bewoners van Manchester voor United supportert. Dat is toch de logica zelf. Het zou jammer zijn, mochten er niet meer Mancunians zitten in een stadion dat plaats biedt aan 75.000 kijkers, dan in een stadion met een capaciteit van 45.000 plaatsen.”

Om niet in een spiraal van geweld te verzeilen bejegenen de twee clubs uit Manchester elkaar met groot respect. Bij de stadsderby in februari droegen de spelers van City een rouwband, om de 50ste verjaardag van de crash van München te gedenken.

Het stadion zit in de pubs

Op de wedstrijddagen van United lopen de straten van Manchester kort na de middag al leeg. Maar de pubs puilen uit en bruisen van de ambiance. “De prijs van een ticket maakt het sowieso moeilijk om nog naar het stadion te gaan, en al zeker niet voor alle wedstrijden”, zegt Jim Ward. “In de loop van de jaren heeft de sfeer van het stadion zich tot in de pubs verspreid. Zelf ben ik supporter van Manchester United, maar de laatste vijf jaar ben ik slechts één keer tot in Old Trafford geraakt. Dat was voor een match tegen het Israëlische Maccabi Haifa, in het kader van de Champions League. Eigenlijk is het gemakkelijker voor een buitenlander om een ticket te bemachtigen dan voor een inwoner van Manchester. Touroperators bieden hun klanten een pakket aan en daarbij hoort veelal een combinatie van een hotel in Manchester met tickets voor een wedstrijd van United. De club zelf bevoordeelt deze buitenlandse bezoekers, want ze zijn doorgaans goed voor de merchandising. Ze kopen sjaals, shirts, mutsen. De inwoners van Manchester hebben allemaal hun sjaal, shirt en muts al en die vervangen ze uiteraard zelden of nooit. Ik draag al jaren dezelfde sjaal. Hoe het ook zij, de enige manier om als Mancunian United live aan het werk te zien, is door wedstrijden in de eerste rondes van de League Cup bij te wonen. Of wedstrijden voor de Champions League, zodra ze daar in de fase van de poules zitten.”

“Er zit nog altijd evenveel volk in het stadion, maar het publiek is veranderd”, voegt David Meek eraan toe. “De middle class heeft de working class vervangen. De sfeer heeft daaronder te lijden. Roy Keane merkte jaren geleden al op dat het publiek blijkbaar bestaat uit louter eters van broodjes met garnalen.”

In de pubs valt de gezellige maar ook fanatieke sfeer op. En de zeer uiteenlopende leeftijd van de bezoekers. Zestigers verbroederen moeiteloos met tieners. Een doelpunt van United wordt collectief bejubeld. In de pubs vliegen mensen elkaar om de hals, terwijl ze elkaar niet eens kennen. En er schuilen ook kenners tussen tooghangers. Die ontleden het mooie voetbal van de Red Devils en spreken over het trio Carlos TevezWayne RooneyCristiano Ronaldo als over de Holy Trinity – de Heilige Drievuldigheid. Die bijnaam werd ook al toegekend aan de driehoek Law-Charlton-Best. Wanneer het over Manchester United gaat, is het verleden nooit ver weg.

Andere pub, andere ambiance. Als je de Sir Matt Busby Street oversteekt, beland je in Old Trafford, een wijk in het zuiden van de stad. “Manchester United is de club die er het best in geslaagd is om traditie en modernisme, geschiedenis en marketing met elkaar te verzoenen”, aldus Stéphane Regy, een Franse journalist bij So Foot en auteur van een dossier over Manchester United. “Het aspect merchandising vertoont wel meer de kenmerken van een supermarkt dan van een chique boetiek, maar niettemin geeft de club zijn ziel en identiteit niet prijs. Oude foto’s, de stadionklok van weleer, de portretten van de mythische spelers uit de clubgeschiedenis: het wordt allemaal zorgvuldig bewaard. De sfeer op Old Trafford is voelbaar en zichtbaar historisch geladen. Dit is werkelijk een club die met één voet in de mythologie van het voetbal staat en met de andere in de business. Kortom, een modelclub.”

Ieren en Koreanen

Nu al meerdere jaren wordt het imago van Manchester United wereldwijd uitgedragen. De komst van de Amerikaanse zakenman Malcolm Glazer aan de leiding van de club heeft dat facet van de clubwerking nog verder uitgediept. “Old Trafford verwelkomt bezoekers van overal in de wereld”, vertelt Jim Ward. “Met opvallend veel volk uit Ierland en Zuid-Korea. United bezit nu eenmaal een lange Ierse traditie en de Zuid-Koreanen komen kijken naar Ji-Sung Park.”

“De Ierse traditie dateert van de epoque van Sir Matt Busby, die besloot om in Ierland te gaan prospecteren en talloze jonge Ierse voetballers heeft aangetrokken”, legt David Meek uit. “In die tijd beweerde men zelfs dat United daardoor een katholieke club was, maar het fenomeen berustte wel degelijk op puur toeval. Trouwens, George Best was protestants en hij belandde in diezelfde episode in de club. Wat wel waar is, is dat je in Ierland de indruk krijgt dat het hele eiland supportert voor Manchester United.”

In de megastore wordt Manchester United uitgebeeld op een bonte variatie van voorwerpen. Er ligt een Monopolyspel, helemaal omgezet in een versie Manchester United. Op het spelbord is het vakje van Sir Alex Ferguson het duurste (400 pond of 503 euro), dat van Bobby Charlton kreeg als waarde 320 pond (402 euro) mee en Cristiano Ronaldo staat op 300 pond (377 euro) genoteerd. Een minisculptuurtje van Sir Alex kost 160 pond (201 euro). Een boek over de triple van 1999 wordt opvallend uitgestald. Kortom: van alles en nog wat.

Manchester City blijft intussen niet bij de pakken zitten. Met de Thaise miljardair Thaksin Shinawatra aan de leiding van de club heeft City een plaats op de Aziatische markt veroverd. Een Thaise bierbrouwer wordt de nieuwe shirtsponsor en zou 20 miljoen euro per jaar in de club pompen. Voorts behoorde ook China geruime tijd tot de commerciële doelgroep, een gevolg van de aanwezigheid van Jihai Sun in de spelerskern.

Manchester City overleefde de komst van Shinawatra zonder kleerscheuren, anders dan bij United, waar de overname door Glazer wél pijn deed. “Maar eigenlijk interesseert het de supporters geen zier waar het geld vandaan komt”, beweert Chris Bailey. “De fans van Manchester City kijken alleen maar naar de belangrijke inkomende transfers. Ze moeten het al zo lang zonder successen stellen dat je niemand hoorde klagen over het exotische gehalte van nieuwe sterke man Shinawatra. Je hoorde veel meer protest toen ze in 2003 het oude stadion in Maine Road moesten inwisselen voor het City of Manchester Stadium. ”

Sinds Shinawatra in beeld verscheen, bloeden de grappen van de Unitedfans over het armlastige Manchester City dood. Shinawatra laat het geld rollen en gaf het team, getraind door de Zweed Sven-Göran Eriksson, een nieuw elan. “Alsof je met geld ook vertrouwen kunt kopen”, zo bedenkt Bailey zich.

“Gedurende vele jaren heeft Manchester City te veel van manager veranderd”, vindt Meek. “Nooit kreeg een coach de tijd om een ploeg te smeden. Eriksson daarentegen kreeg meteen veel krediet. Er werd hem beloofd dat hij op de lange termijn zou kunnen werken. Dat sloeg onmiddellijk aan.”

Voor andere clubs dan United en City is er in Manchester weinig leefruimte. “Er blijft voor andere teams onvoldoende media-aandacht over”, stelt Meek vast. “Bolton en Wigan spelen wel in de Premier League maar moeten zich tevredenstellen met publiek uit hun eigen stad. Ik denk dat Bolton is aangekomen aan de top van wat het kon verhopen, nu het deelname aan de Europabeker heeft afgedwongen. De Wanderers kunnen niet meer verder doorgroeien. Verder heb je, op diverse niveaus, clubs als Oldham, Preston, Stockport en Burnley, maar dat blijft allemaal zeer lokaal. Ook al blazen die clubs de cijfers van het aantal voetballiefhebbers in groot Manchester nog op.” S

door stéphane vande velde – beelden: reuters

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content