
Dansen met wolven
In 2003 ging de bekerfinale met STVV en La Louvière tussen twee ‘kleintjes’. Met een onverwachte winnaar.
Voor zijn laatste wedstrijd als speler wil Domenico Olivieri op 1 juni 2003 een autobus huren om vanuit zijn woonplaats Genk vrienden en familie naar het Koning Boudewijnstadion in Brussel te voeren, waar La Louvière zijn eerste bekerfinale ooit zal afwerken. Onderweg had het KRC Genk, Standard en SK Lommel (dat het seizoen niet zou uitspelen en failliet ging) uitgeschakeld. Geen van de vier busmaatschappijen die hij contacteert, kan hem helpen. Al hun bussen zijn al vastgelegd door fans van STVV die met 20.000 naar de Heizel trekken. Daar zullen uiteindelijk 32.000 supporters de finale bijwonen.
STVV, dat onder Jacky Mathijssen een mooi seizoen heeft afgewerkt met aanvallend voetbal, greep in de competitie net naast de derde plaats en is vooraf favoriet. La Louvière had al in december zekerheid omtrent het behoud en verloor daarna zijn meeste wedstrijden. Het eindigde vijftiende op achttien en maakte in 32 wedstrijden amper 34 goals, terwijl eigenaar/voorzitter Filippo Gaone in de regio op zoek ging naar helpende handen, eventueel via een fusie. Maar de financiën van Charleroi zagen er te ondoorzichtig uit, en Mons toonde zich niet erg enthousiast over het plan. Met de steun van een aantal lokale sponsors scharrelde Gaone uiteindelijk 250.000 euro bijeen waardoor de club langer in La Louvière kon blijven.
Uiteindelijk is La Louvière heel het seizoen het lelijke eendje in eerste klasse, waar trainer Ariël Jacobs met zeer bescheiden middelen en een ploeg van nobody’s een sportief mirakel neerzet. Jacobs begon aan de voorbereiding op het seizoen met amper dertien spelers, van wie acht overlevenden van het vorige seizoen. Een aantal nieuwkomers zat zonder club: bijvoorbeeld Georges Arts die overkomt van het failliete RWDM, nadat hij ook al met Aalst een faillissement mee had gemaakt. Didier Ernst mocht transfervrij vertrekken bij ‘zijn’ Standard. Michael Klukowski was een onbekende linksachter van de tweede ploeg van Lille. Davy Cooreman wilde weg uit Israël, waar de politieke situatie gespannen was, en belde Jacobs zelf op.
Het pijnpunt zat voorin. Aanvaller Frédéric Tilmant zou snel met een blessure uitvallen. Peter Odemwingie was afgetest en te licht bevonden bij Anderlecht, maar bleek een meevaller over de hele lijn, net als Manasseh Ishiaku. Die kwam van tweedeklasser Roeselare met veel vraagtekens achter zijn naam, maar hij zorgde uiteindelijk voor de meeste goals. Bij de oudgedienden zorgden Alan Haydock en Thierry Siquet voor zekerheid, en achteraan vormde Jacobs zijn viermansverdediging om tot een defensie met vijf zodat Domenico Olivieri als libero op zijn best kon uitgespeeld worden, achter de verdediging. De moeilijkste keuze was de plek in doel: in de bekerfinale keepte Jan Van Steenberghe, voor het seizoen pas derde doelman. Maar na de blessure van Silvio Proto in maart liet Jacobs hem gewoon staan.
Die zondagmiddag druipen de 20.000 STVV-fans ontgoocheld af. De supporters van La Louvière bouwen na de onverwachte 3-1-winst een feestje, samen met de uitgelaten spelers. Domenico Olivieri steekt als kapitein zijn derde beker omhoog (hij won er ook twee met Genk). De voorzitter heeft gemengde gevoelens. Verlies had La Louvière nog 75.000 euro opgeleverd, de bekerwinnaar krijgt 125.000 euro, maar door de winstpremies voor de spelers wordt het op financieel vlak geen bekerwinst maar bekerverlies.
Wel mag La Louvière zijn Europees debuut maken, zij het niet in het eigen Tivolistadion. Op Charleroi dagen 16.000 kijkers op, die La Louvière verdienstelijk 1-1 gelijk zien spelen tegen Benfica. Het verliest de terugmatch in Portugal ook maar nipt, met 1-0. De tv-rechten leverden 91.000 euro op. Anderhalf jaar later, in januari 2005, verhuizen Klukowski en Ishiaku naar Club Brugge, nog een half jaar later trekt Proto naar Anderlecht. Ariël Jacobs is in de zomer van 2004 al vertrokken. Het jaar na de bekerwinst vertrouwt Gaone de trainer bij een eerste contractbespreking toe dat hij mag blijven als hij dat wil, maar dat het niet zeker is dat de club het volgende seizoen nog bestaat. Later zal Jacobs zijn avontuur bij La Louvière, met een klein maar enthousiast team, de periode in zijn trainersloopbaan noemen die hem de meeste voldoening schonk.