KV Kortrijk heeft dit seizoen een Frans randje: de laatste weken staan er vaak evenveel Fransen als Belgen op het veld. De West-Vlaamse bekerfinalist rekruteert heel bewust bij onze zuiderburen en ziet dat die strategie loont.

Er ontbreekt nog een Franse keeper bij KV Kortrijk, maar voor de rest kan Hein Vanhaezebrouck in elke linie minstens één Fransman opstellen. Centrale verdediger Baptiste Martin (26) werd dit seizoen een vaste waarde achterin en verlengde zijn contract voor nog eens twee jaar. Op de rechtsachter staat tegenwoordig de jonge Alassane També(20), de enige wintertransfer van Kortrijk. De Franse Senegalees Ismaïla N’Diaye (25) knokt dan weer voor een plek als verdedigende middenvelder en ten slotte is er nog Steeven Joseph-Monrose (21), de veelzijdige aanvaller die met zijn snelheid en acties indruk maakt.

Visvijver vol talent

“KV Kortrijk scout al enkele jaren intensief in Frankrijk”, zo steekt sportief manager en gedelegeerd bestuurder Patrick Turcq van wal. “Niet enkel vlakbij, in het noorden van Frankrijk, maar over het volledige land.

“Onze interesse gaat uit naar het Cham- pionnat National, de derde klasse,” gaat Turcq verder, “maar vooral naar de CFA 1 en CFA 2, de vierde en vijfde klasse in Frankrijk, waar ook de reserveteams van de profclubs uit de Ligue 1 en de Ligue 2 spelen. De Franse eerste en tweede klasse zelf, daar gaan we zelden scouten. De spelers die daar in de eerste ploeg raken, zijn doorgaans toch niet meer haalbaar voor ons.”

Ondanks het beperkte budget van Kortrijk, wordt toch geïnvesteerd in de scouting, aldus Turcq. “Door videobeelden, maar vooral door ter plaatse veel wedstrijden te gaan bekijken, hebben we een mooie database opgebouwd met spelers uit de Franse lagere klassen. Bij wijze van spreken houden we een schaduwelftal 1 en een schaduwelftal 2 achter de hand met Franse spelers. Let wel: we volgen uiteraard niet enkel de Franse markt.

“Een club als Kortrijk heeft op transfervlak niet veel marge. Iedere miskoop is er een te veel”, gaat Turcq verder. “Wij menen dat we makkelijker een speler met surplus kunnen halen uit Frankrijk dan uit veel andere landen. Dat vereist wel dat je zo’n Franse speler echt uitgebreid screent. Hij moet niet alleen het gewenste niveau halen, maar in principe ook meteen inzetbaar zijn in onze eerste ploeg. Winteraankoop Alassane També, die sinds januari op de rechtsback de blessure van Brecht Capon opvangt, hadden we niet vijf, maar wel vijftien keer zien spelen.”

Wat maakt de Franse spelers dan zo aantrekkelijk voor KV Kortrijk? “In de eerste plaats de prima voetbalopleiding in de talrijke centres de formation“, zegt Turcq. “Elke Franse profclub heeft zo’n opleidingscentrum en ze zijn allemaal top. Je hebt dus een gigantische visvijver waar elk jaar honderden jonge spelers klaargestoomd worden voor het profvoetbal. Er is in Frankrijk gewoon té veel talent voor het aantal beschikbare plaatsjes bij de A-ploegen van eerste en tweede klasse.”

De keuze om vooral over de grens te gaan kijken, betekent niet dat KV Kortrijk niet gelooft in Belgische jonge spelers, verduidelijkt Turcq, “maar jonge Belgen met een goede techniek én met het talent om het te maken, hebben de clubs voor het uitkiezen. Kortom: ze worden onbetaalbaar voor KV Kortrijk. In Frankrijk kunnen we wél zulke talenten vastleggen, zelfs jeugdinternationals.”

Op een uurtje van Parijs

Dat Kortrijk met reden zijn pijlen mikt op Franse spelers, is intussen wel duidelijk. Maar it takes two to tango, dus ook de Franse spelers zélf moeten natuurlijk bereid zijn om de stap te zetten naar een middenmoter in België.

“De overstap naar België is een carrièremove die voor een jonge Franse voetballer zeker niet voor de hand ligt”, vertelt Patrick Turcq. “De Belgische competitie wordt door veel Fransen miskend en ondergewaardeerd. Anderlecht en Standard, dat zijn namen die ze vaag kennen uit de Champions League, maar daar stopt het dan ook. Toch heeft KV Kortrijk een aantal troeven, een aantal hefbomen die we uitspelen als we Fransen proberen te overtuigen.

“In de eerste plaats de evolutie van deze club. Vier jaar geleden keken veel buitenlandse spelers toch liever de kat uit de boom en namen ze niet het risico om bij een neo-eersteklasser aan de slag te gaan. Intussen hebben we meer geloofwaardigheid: we beginnen volgend jaar aan ons vijfde seizoen in eerste, spelen straks de bekerfinale en zaten al eens in play-off 1. Als het klikt met een speler, nodigen we hem uit naar een wedstrijd. Dan ziet hij met zijn eigen ogen het spelniveau en de entourage.

“Een tweede belangrijke troef is de ligging van de stad Kortrijk. Lille, toch een van de grootste steden Frankrijk, is vlakbij. En van daaruit sta je dan weer in een uurtje met de tgv in Parijs. Iedereen in Kortrijk spreekt ook Frans, zowel op de club als in de stad. De voertaal in onze kleedkamer is hoofzakelijk Frans. Ook Ernest Nfor, Mustapha Oussalah, Landry Mulemo en David Vandenbroeck zijn immers Franstalig. Dat zorgt voor een vlotte integratie in de groep.

“Ook belangrijk: het spelniveau in die CFA-reeksen is behoorlijk, maar alles eromheen is bedroevend. Als je al een paar jaar op zaterdagnamiddag speelt voor 250 man, kun je wel gecharmeerd raken van de Belgische eerste klasse, zelfs al is Kortrijk dan maar een ‘kleine’ club. Hier spelen die jongens toch voor 6000 toeschouwers, de wedstrijden komen op tv, er is iedere dag aandacht in de krant, … Ze beseffen ook dat goede prestaties hier hen in eigen land opnieuw in de picture kan brengen.”

Tot slot speelt ook het financiële aspect een rol, geeft Turcq toe. “Hier in België spelen ze iedere week een wedstrijd met inzet en dat heeft ook financiële implicaties. In de CFA-reeks verdient een doorsneespeler wel gemiddeld 3000 à 4000 euro bruto per maand, maar een premiesysteem zoals hier is ginder vrijwel onbestaand.”

Niet samenwerken maar netwerken

Het lijkt niet onlogisch dat KV Kortrijk spelers als Baptiste Martin en Ismaïla N’Diaye, allebei op een zijspoor in hun Franse club, kan binnenhalen. Steeven Joseph-Monrose en Alassane També zijn daarentegen een ander paar mouwen: twee jeugdinternationals die op de rand van de doorbraak staan en op korte termijn zo veel mogelijk wedstrijden willen spelen. “Voor zulke talenten is het cruciaal om er vroeg genoeg bij te zijn”, legt Patrick Turcq uit. “Joseph-Mon-rose hadden we in juni vastgelegd, nog voor hij met de Franse nationale ploeg naar het gerenommeerde beloftetoernooi van Toulon trok. Gelukkig maar, want hij werd een van de sterren van het toernooi én ook topschutter. Nadien hebben veel andere clubs nog aan zijn mouw getrokken, met inbegrip van zijn vorige club Lens, maar zijn contract bij ons was al getekend.”

Bij També ging het net omgekeerd: “We wilden hem vorige zomer al, want hij mocht van Paris Saint-Germain in principe vertrekken. We hadden een mondeling akkoord, maar plots bedacht hij zich en wou hij toch nog eens proberen om zich in de ploeg te spelen. Wat zijn goed recht is natuurlijk. No hard feelings van onze kant, want we zijn hem blijven volgen en konden hem tijdens de wintermercato wel aantrekken.”

Opvallend ook: waar de club in eigen land regelmatig – noodgedwongen – spelers moet huren, kunnen ze de Fransen wel overtuigen om een meerjarencontract bij Kortrijk te tekenen. “We mikken vooral op spelers die einde contract zijn, of van wie het contract afloopt, zoals També. Hij had nog een half jaar te gaan en we zijn met PSG vlot tot een vergelijk gekomen”, aldus Turcq.

De relaties met Frankrijk zijn dan ook uitstekend, zo blijkt. “Met de clubs hier vlakbij, zoals Lille en Racing Lens, hebben we een prima contact. In die mate zelfs dat de voorzitter van Lens, Gervais Martel, komen kijken is naar de halve finale van de beker tegen Bergen. Maar ook verder dan Le Nord doet de naam Kortrijk tegenwoordig een belletje rinkelen, zeker na de transfer van Joseph-Monrose. ( lacht) Ook in Bordeaux en in Marseille kennen ze intussen de naam Kortrijk. Ik ben vorig jaar bijna bij alle clubs in de Ligue 1 op bezoek geweest om KV Kortrijk voor te stellen. We praten over voetbal in het algemeen, maar toetsen dan ook meteen concrete pistes af.”

Een samenwerkingsverband, bijvoorbeeld met Lille, waar de jeugd overloopt van talent, is de natte droom van veel West-Vlaamse eersteklassers. Toch ziet Kortrijk daar niet meteen brood in. Patrick Turcq: “Je moet je afvragen wat zo’n samenwerking met één club concreet opbrengt voor beide partijen.”

Maar dat Kortrijk ook voor volgend seizoen de selectie wil versterken met Frans talent, dat staat vast. “We zijn daar al volop mee bezig.”

Er zijn naast KVK nog eersteklassers die (in het verleden) met succes in de Franse lagere reeksen hebben gerekruteerd. Denk maar aan Jonathan Delaplace en Franck Berrier bij Zulte Waregem, maar ook Charleroi was de voorbije jaren heel actief op de Franse markt: Cyril Théréau, Habib Habibou, … Vandaag heeft Patrick Turcq echter de indruk dat Kortrijk als enige intensief screent in Frankrijk. “De opkomst in CFA-wedstrijden is zodanig klein, dat je het wel zou merken als daar bekende gezichten of scouts van andere Belgische clubs zitten. Eddy Mestdagh, de ex-scout van Kortrijk en Zulte Waregem die vaak in Frankrijk zat, is nu aan de slag bij Club Brugge. Maar dat is uiteraard een andere dimensie. De maatstaven die Club hanteert om spelers aan te trekken, zijn helemaal anders dan die van Kortrijk.”

DOOR BREGT VERMEULEN

“Intussen weten ze in Marseille en in Bordeaux ook waar Kortrijk ligt.” Patrick Turcq

“Jonge, Belgische talenten worden onbetaalbaar voor KV Kortrijk.” Patrick Turcq”De voertaal in de kleedkamer is Frans, dat zorgt voor een vlotte integratie van de Franse spelers.” Patrick Turcq

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content