Van bruisende stadions tot fitnessparken voor senioren: waarom China plots massaal inzet op sport

Na jaren van strenge coronamaatregelen wil China zijn toekomst hertekenen met sport als speerpunt. Waarom wordt sport ineens zo strategisch belangrijk voor president Xi Jinping en wat hebben de VS ermee te maken?
Er zijn weinig landen waar de coronapandemie de samenleving en economie zo onder druk heeft gezet als in China. Dat had ook gevolgen voor de gezondheid: een meer sedentaire levensstijl, meer welvaartsziektes als obesitas en diabetes, en meer mentale problemen, vooral in steden waar de bewegingsvrijheid minimaal was.
China wil dat nu aanpakken door sterk in te zetten op sport. Het wordt een van de pijlers in het vijftiende Vijfjarenplan en de langetermijnvisie tot 2035. ‘Hoge kwaliteit van leven’ en ‘gezonde verstedelijking’ staan voorop, met sport als middel om fysieke en mentale gezondheid te bevorderen. Het sluit aan bij het ‘Gezond China 2030’-plan, dat meer bewegen, betere voeding en toegankelijke zorg promoot.
Volgens richtlijnen van het ministerie van Sport en de Nationale Ontwikkelings- en Hervormingscommissie moet de sportsector tegen 2035 groeien tot 4 procent van het Chinese bruto nationaal product. Dit omvat investeringen in infrastructuur, gezondheidsprogramma’s en evenementen.
Sport als demografisch antwoord
Een belangrijke reden is de demografische crisis: China kampt met een snel vergrijzende bevolking. Tegen 2035 zal meer dan 25 procent ouder zijn dan 65, volgens de Wereldbank. Bovendien is de totale bevolking sinds 2022 met ruim 4 miljoen, of 0,3 procent, gekrompen, mede door almaar lagere geboortecijfers (iets minder dan één kind per gezin in 2024).
Die vergrijzingsgolf legt druk op het zorgsysteem. Een kleinere beroepsbevolking moet een groeiende groep ouderen ondersteunen. Door breedtesport te promoten wil China die problemen aanpakken en de zorgkosten verlagen. Een gezondere bevolking is cruciaal voor China om onder meer de economische productiviteit te behouden.
Scholen krijgen meer sporturen om de lage sportparticipatie – slechts 37 procent van de bevolking beoefent een fysieke activiteit – te verhogen. Dat is laag, vergeleken met 60 procent in westerse landen. Met openbare fitnessparken en tai chi-programma’s wil China senioren activeren, hen sociaal betrekken en hun levenskwaliteit verbeteren.
Ook technologie bekleedt daarin een sleutelrol. Data-analyse en AI moeten sportprestaties optimaliseren, terwijl gezondheidsapps burgers aanmoedigen hun activiteit te tracken. Tijdens de pandemie werd China’s digitale infrastructuur ingezet voor contacttracing. Nu ondersteunt die technologie gezondheidsmonitoring, met apps die ouderen helpen hun activiteiten en welzijn bij te houden.
Nationale trots en geopolitiek
Behalve voor de gezondheid is sport ook belangrijk voor China’s mondiale imago. Topsportsuccessen op wereldniveau, zoals olympisch eremetaal, versterken de nationale identiteit en trots. Op de Spelen van Parijs 2024 eindigde China op de tweede plaats met 91 medailles, waaronder 40 gouden (gelijk aan de VS), maar met 35 medailles minder in totaal. Nieuwe investeringen in topsport moeten die kloof verkleinen met het oog op de Spelen van Los Angeles 2028.
Die sportieve ambitie wordt extra geladen door de groeiende rivaliteit met de Verenigde Staten, vooral sinds Donald Trump weer president werd. Diens protectionistische economische beleid raakt ook de sportsector. Zijn importtarieven op Chinese sportartikelen, zoals fitnessapparatuur, verhogen de kosten voor China’s export en dwingen het land om de binnenlandse productie en sporttoerisme te stimuleren.
In die context kan sport dienen als diplomatiek instrument om de soft power-invloed van China uit te breiden. Zo positioneert het zich als een open en moderne natie, in contrast met de isolationistische koers van de VS.
Topsportevenementen keren terug
Topsportevenementen zijn in die strategie een speerpunt. Tijdens de coronapandemie werden marathons, formule 1-races, tennistoernooien en internationale kampioenschappen geschrapt. De Olympische Winterspelen van 2022 in Peking gingen wel door, maar in een afgesloten bubbel zonder publiek. Alle afgelaste events worden nu opnieuw georganiseerd, en China is van plan om nog meer kampioenschappen binnen te halen, zoals de World University Games.
China wil zijn economie minder exportafhankelijk maken door onder meer sporttoerisme en de verkoop van sportartikelen te stimuleren, vooral in minder ontwikkelde regio’s.
Ook infrastructuur staat centraal: nieuwe stadions, sporthallen en openbare fitnesscentra worden gebouwd, vaak met private partners. Steden als Shanghai ontwikkelen ‘sportsteden’ die zowel topsporters als amateurs bedienen. Evenementen voor de recreatiesporters worden extra gesubsidieerd om deelname te stimuleren, met specifieke programma’s voor ouderen.
Obstakels en kansen
China’s plannen botsen wel op problemen. De pandemie vergrootte de kloof tussen stad en platteland, waar sportfaciliteiten schaars zijn. Dat is vooral problematisch voor ouderen in rurale gebieden, waar vergrijzing het sterkst voelbaar is en toegang tot gezondheids- en sportvoorzieningen beperkt blijft. De focus op grote evenementen vraagt om enorme investeringen, wat ten koste kan gaan van breedtesport en toegankelijke programma’s voor lagere inkomensgroepen en senioren.
De inzet van gezondheidsapps om activiteiten en welzijn te monitoren, roept privacyzorgen op in een land waar surveillance alomtegenwoordig is. Die apps, vaak gekoppeld aan overheidsplatforms, verzamelen gevoelige gegevens zoals hartslag, bewegingspatronen en zelfs locatie. Critici vrezen dat die data, net als bij contacttracing tijdens de pandemie, kunnen worden gebruikt voor bredere sociale controle. Vooral ouderen, die minder digitaal vaardig zijn, wantrouwen die technologie.
Een rapport van Human Rights Watch (2023) waarschuwt dat onduidelijk databeleid de aanvaarding van zulke apps kan bemoeilijken, zeker op het platteland. China benadrukt dat de apps vrijwillig zijn en enkel gezondheidsdoelen dienen, maar transparantie over datagebruik blijft beperkt.
Wint Xi de handelsoorlog van Trump? ‘Het is niet dat we China nu wel kunnen vertrouwen’
Voor Europa, inclusief België, biedt China’s sportmarkt kansen. Bedrijven in sportartikelen en eventbureaus kunnen profiteren van de groei. De focus van China op gezondheid en vergrijzing kan andere landen inspireren, zeker gezien globale uitdagingen zoals obesitas en vergrijzende samenlevingen. In de sportwereld betekent China’s opkomst meer concurrentie, maar ook diversiteit in de mondiale kalender.
Conclusie
De komende jaren zal China sport steeds nadrukkelijker inzetten als hefboom voor gezondheid, economie en internationale uitstraling. Topsportevenementen die ooit stilvielen door coronalockdowns symboliseren nu het herstel én de ambities van een land dat zijn plek op het wereldtoneel opnieuw opeist. Of die strategie zal aanslaan, hangt af van uitvoering en inclusiviteit – maar de koers is duidelijk: sport moet een van de fundamenten worden van China’s toekomst.
China heeft een wapen waarmee het Amerika pijn kan doen: de export van zeldzame aardmetalen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier