Thomas Buffel voetbalt weer voor Cercle Brugge. Na een dubbele knieoperatie bij Glasgow Rangers tekende hij begin deze maand verrassend bij de vereniging die hij twaalf jaar geleden verliet voor Feyenoord Rotterdam. In de Jupiler League wil hij zijn carrière opnieuw lanceren.

Bij zijn geboorte kreeg hij van de broer van zijn vader blauw en zwarte schoentjes cadeau en met een oom die Antoine Vanhove heet, leek hij voorbestemd om ooit het shirt van Club Brugge te dragen, maar het is er alweer niet van gekomen. Ze hadden er nu wel aan hem gedacht, zei Luc Devroe onlangs, maar waren niet geïnteresseerd. Tenslotte had hij na zijn operatie aan beide knieën zeventien maanden geleden amper nog competitievoetbal gespeeld, leek hij niet meteen het beste complement voor Wesley Sonck én was hij niet goedkoop. Aldus sprak de sportief manager van Club Brugge in de Krant van West-Vlaanderen.

Germinal Beerschot had zijn zinnen wel op Thomas Buffel (27) gezet, maar kon tot zijn eigen verbazing niet op tegen Cercle Brugge. “Hun aanbieding flatteerde mij, maar het was een te belangrijke keuze voor mij om al in de eerste week van mijn vakantie een beslissing te nemen”, zegt Buffel. “Toen het gesprek met Germinal Beerschot uitlekte, contacteerden andere Belgische clubs mij en maakte ikzelf de overweging: waarom België niet? In het buitenland is het toch eerst weer wennen aan de levensomstandigheden en misschien ook aan de taal. Je moet verhuizen en van alles regelen. Bij Cercle kan ik mij meteen volledig concentreren op het voetbal. De steun van familie en vrienden rond je kan je gebruiken in een periode dat je je carrière opnieuw wil lanceren. In twee minuten sta ik op de training, ik kan er zelfs met de fiets heen.

“Als je twaalf jaar in het buitenland vertoefde, veel reisde en veel van huis bent weggeweest, is het thuisgevoel echt wel belangrijk. Ik denk dat het voor een sporter goed is om na een operatie in een natuurlijke omgeving naar zijn beste niveau te kunnen toegroeien.

“Had deze situatie zich twee seizoenen geleden voorgedaan, dan was ik misschien niet naar Cercle gegaan. Maar de laatste jaren is het een stabiele en ambitieuze vereniging gebleken die vorig seizoen een mooie stap vooruitzette. Ze beschikken over een selectie met heel veel potentieel. De meeste spelers ken ik, ook in de groep voel ik mij thuis. Voor mij is Cercle het meest ideale scenario.”

Herman Kesters, ondervoorzitter van Germinal Beerschot, verklaarde onlangs in de Gazet van Antwerpen: ‘Voor hem telden de cijfertjes altijd zo, sentiment telde niet mee. Ach, de wonderen zijn de wereld niet uit. Blijkbaar heeft iemand daar een magische toverstaf gevonden die van één twee euro maakt. ‘

Thomas Buffel: “Als ik in België voor het geld had gekozen, had ik misschien wel voor Germinal Beerschot getekend. Maar het allerbelangrijkste was voor mij: waar voel ik mij het best thuis en zal ik het best kunnen presteren?”

In de Krant van West-Vlaanderen zei Luc Devroe dan weer honderd procent zeker te weten dat bij Club Brugge geen enkele speler zo’n zwaar contract heeft als dat van jou bij Cercle Brugge.

“Hij weet niet wat ik verdien, ik vraag me af waarop zijn uitlatingen gebaseerd zijn. Cercle is geen vereniging die iets zal doen wat ze niet aankan, het is altijd heel verstandig met geld omgegaan. Het is normaal dat het niet hetzelfde kan betalen als de Rangers, maar ik ben tevreden met wat ik krijg. Ik vroeg ook niet het onderste uit de kan. Toen ze bij mij aanklopten, deden ze mij een tegenvoorstel en discussieerde ik niet meer verder. Ik speelde ook geen clubs tegen elkaar uit. Voor mij was het belangrijkste: ik maak een goede sportieve keuze, ik investeer in mezelf en dan zien we wel. Spelers met een andere background hadden misschien voor een lucratief contract gekozen.”

Maar misschien wordt het loonverlies wel gecompenseerd de dag dat je vertrekt. Cerclevoorzitter Frans Schotte bevestigde in de media dat je deelt in jouw transferopbrengst.

“Iedere speler krijgt nu toch een percentage van zijn transfersom? Als je een goede makelaar hebt, is dat nu gewoon zo. Toen ik als zestienjarige naar Feyenoord vertrok, stond er al zo’n clausule in mijn contract. Ik vind het ook logisch. Uiteindelijk is het de speler die de prestaties levert. Als hij niet presteert, zal een club sowieso al niet veel krijgen. Zo werkt dat nu eenmaal.”

In de media verscheen dat je bij Glasgow Rangers omgerekend 1,5 miljoen euro per jaar verdiende.

“Het bedrag klopt niet.”

Je verdiende minder?

“Of meer ( lacht).”

Wie adviseert jou in financiële en fiscale zaken?

“Twee specialisten die mij alle twee zijn aangereikt door Yvan Vandamme ( managing director, nvdr) van Cercle Brugge. Hijzelf adviseert mij trouwens al heel mijn carrière een beetje.”

Het veldwerk

‘Glen De Boeck is belangrijk geweest in mijn keuze’, verklaarde je na je keuze voor Cercle Brugge. Waarom?

“Hij is een jonge trainer met heel veel ambitie en ik denk dat hij met Anderlecht een goede leerschool achter de rug heeft. Dat zie je onmiddellijk aan de gevarieerde en specifieke manier van trainen, net wat mensen mij over zijn manier van werken verteld hadden.

“Het is uiteraard ook heel belangrijk dat een trainer je echt vertrouwen geeft, want je moet de kans krijgen om te presteren. Hij weet waarover hij spreekt en waar hij naartoe wil, hij kan goed aangeven wat de ambities zijn en wat hij je nog kan bijbrengen. Hij wil vooruit en ik wil ook vooruit. Als je met zulke mensen kunt samenwerken, kan je daar alleen maar beter van worden.”

Hoe ervaar je Cercle Brugge twaalf jaar na je vertrek?

“Ik draaide nooit mee in het eerste elftal, dus is het moeilijk vergelijken. Maar als ik zie hoe er gewerkt wordt en hoe alles op elkaar is afgestemd, moet ik concluderen dat de vereniging professioneel bezig is. Het veldwerk is het belangrijkste. Wat ben je met een luxueuze accommodatie als de trainingen op niets trekken. Glen en Lorenzo ( Staelens, assistent-coach, nvdr) zijn mannen die zelf een grote carrière achter de rug hebben en uit ervaring weten waarover ze praten.

“Een belangrijk aspect in mijn keuze was ook het heel goede voetbal dat Cercle vorig seizoen speelde. Ze kunnen de bal goed in het elftal houden en dat is het resultaat van specifieke training. Er wordt van achteren uit naar voren gevoetbald zonder een stationnetje over te slaan. Bij de Rangers was dat op training het andere uiterste. Ik moet bekennen dat Cercle voor mij een openbaring is.

“In Nederland werd ook heel veel gewerkt op balsnelheid, inspelen op het goede been en op opendraaien naar de verdediging toe. Als je daar constant op traint en coacht, wordt iedere speler er beter van. Je ziet in voetbal nog heel veel spelers die bij de balaanname met het gezicht naar het eigen doel staan, terwijl je zoveel seconden kunt winnen met onmiddellijk open te draaien. Het is zo belangrijk.”

Wat vind je van het niveau van je ploegmaats? Je komt wellicht uit een sterkere kern.

“Ja, maar je hebt individualisten en je hebt balvaste spelers die meer teamspelers zijn en met wie je beter voetbal kunt brengen. Bij Cercle zitten er heel goede spelers die toch het geheel nodig hebben. Als we een partijtje op balbezit spelen, is dat zeker niet minder dan wat ik bij de Rangers gewend was. Alleen had je daar misschien meer individualisten, die op die manier een wedstrijd nog konden beslissen, en verdedigers met iets meer ervaring.”

Van Glasgow Rangers naar Cercle Brugge: hoe voelt het aan om de ladder af te dalen?

“Dat kan ik gemakkelijk relativeren omdat ik weet hoe het komt. Het is niet omdat ik het laten slabakken heb, het hoort bij de sport dat je geblesseerd kunt zijn. Dan moet je heel hard trainen om de ladder weer op te klimmen.

“Bij Feyenoord zakte ik ook eens twee treden naar Excelsior om er dan uiteindelijk weer drie hoger te raken. Het bleken twee van de mooiste jaren uit mijn carrière. Ik kwam er in een heel jonge en ambitieuze groep met veel vriendschap terecht. Ik werd twee keer tot beste speler van de competitie verkozen en we dwongen de promotie af. We schreven geschiedenis. Nu maak ik een beetje dezelfde stap, denk ik. Dat het een paar treden lager is, maakt niet zoveel uit. Ik ben ook hier om er het maximum uit te halen en een mooie tijd te beleven. Kijk naar het parcours van Orlando Engelaar, zo zie je maar hoe het kan lopen in voetbal. Het belangrijkste is dat je de kans krijgt om te tonen wat je kunt.”

Overvloed op 10

Je draagt het shirtnummer 8, maar je bent ongetwijfeld gekomen om op de positie 10 te spelen, niet?

“Ik ben in elk geval gekomen om te spelen. Ik denk dat iedereen weet wat mijn beste positie is, dat zal de trainer ook wel bekend zijn. Maar ik kan ook op andere plaatsen uit de voeten. Het gaat erom voor welk systeem de trainer zal kiezen. Is dat hetzelfde als vorig seizoen, dan weet ik wat daarin mijn beste plaats is.”

10.

“Dat is zo. Maar ik speelde in mijn carrière ook in een tweespitsensysteem, met Van Hooijdonk of Kuijt bij Feyenoord en met Prso bij de Rangers. Dat was ook op 10, maar nog iets dieper naar voren toe met iets meer vrijheid om links en rechts in de ruimte te gaan. Dat is mijn beste positie, maar er zijn zoveel spelers die misschien net op een andere plaats voetballen maar ook daar goed renderen. Het is aan de trainer om het beste uit zijn spelers te halen. De komende weken zal wel wat duidelijker worden waar hij naartoe wil. Dan zal er meer aan een typesysteem gewerkt worden, verwacht ik.”

Glen De Boeck zou met het idee spelen om in de 4-3-3 van vorig seizoen de driehoek op het middenveld om te draaien en voor twee aanvallende middenvelders en slechts één defensieve te kiezen om jou en Stijn De Smet samen centraal in de ploeg te krijgen. Los van de vraag of het defensieve evenwicht daarmee niet wankel wordt: zullen jullie, twee spelmakers, elkaar daar niet voor de voeten lopen?

“Je kunt ook kiezen voor een diepe spits en twee man er kort achter. Het is aan de coach om een systeem uit te dokteren dat het best past bij de spelers. Ik denk niet dat je een slimme trainer bent als je een concept in je hoofd hebt zonder rekening te houden met het potentieel waarover je beschikt. Maar als hij mij heeft aangetrokken, weet hij volgens mij wel waar hij naartoe wil.”

Dan zal hij jou dat waarschijnlijk ook wel verteld hebben.

“Ik moet zeggen dat we daar eigenlijk nooit echt over gepraat hebben. Het ging meer om het idee erachter en de ambitie.”

Stijn De Smet zei al: ‘Het is afwachten wie naar de flank moet verhuizen.’ Hij wil op 10 blijven spelen, begrijp je hem?

Stijn is ook een beetje een zwerver die links en rechts wil uitkomen. Ik zie er geen probleem in om met zulke types te spelen op voorwaarde dat in verdedigend opzicht alle posities overgenomen worden. Het is net juist moeilijk te verdedigen voor de tegenstander, denk ik. Zelf zwerf ik ook af en toe, ik ben iemand met oog en gevoel voor ruimte en diepgang. Bij Feyenoord wou Van Persie ook op 10 spelen en hij kwam daar ook regelmatig terecht als ik naar links uitzakte. Goede spelers kunnen met elkaar samenspelen. Ook Tony Sergeant kan die positie invullen. Het belangrijkste is dat je over spelers met verschillende kwaliteiten beschikt, dan zal het wel een geheel worden. Ik denk dat je met onze selectie alle kanten uit kunt.”

Met zware concurrentie kan je scherpte creëren, maar ook shit.

“Dat is waar. Maar iedere club die vooruit wil, heeft concurrentie nodig om er iedere week het maximum uit te kunnen halen. Natuurlijk is vertrouwen ook belangrijk voor een speler, maar ik denk dat het voor iedereen die de kans krijgt om mee te doen een genot is om in een goede ploeg te spelen.”

Word je na de Nederlandse en de Schotse competitie nog warm van de Jupiler League?

“Het is iets nieuws voor mij, het is een uitdaging. Zeker het eerste jaar zal het niet vervelen. Wat het niveau is, kan ik nu nog niet zeggen. Ik vind wel dat het voetbal leeft in België. Aan die aandacht en beleving kan je je optrekken.”

Het hoofd & de knieën

Achteraf bekeken: was Glasgow Rangers en het Schotse voetbal een goede keuze?

“Het gaat er natuurlijk om welke keuzes je voorgeschoteld krijgt. Als Rangers jou contacteert, weet je: dit is een grote club, het zal altijd iets zijn dat blijft. Het was hoe dan ook een mooie ervaring. Als speler word je er op handen gedragen. Het is onvoorstelbaar hoe groot die club is. In Toronto, in Zuid-Afrika, overal ter wereld supportersclubs. Voor de fans zal ik altijd een speler van Rangers blijven. Dat is een onbeschrijflijk gevoel.

“Maar misschien zijn er spelers die met mij bij Feyenoord voetbalden en toen zeker niet beter presteerden, die wel naar een grote club in een grote competitie zijn vertrokken. Ik denk aan Van Persie ( Arsenal, nvdr) en Kuijt ( Liverpool FC, nvdr). Je bent altijd afhankelijk van clubs en het type speler dat ze zoeken. Wacht je een half jaar langer, dan loopt het misschien anders. Maar ik vind: als je een weloverwogen keuze maakt, moet je daar nooit spijt van krijgen.”

Hoe voelen je geopereerde knieën aan?

“Deze voorbereidingsperiode is een goede graadmeter. Het is voor mij zeer belangrijk te weten dat ik de intensiteit en de belasting aankan van twee keer per dag trainen met niet om de twee à drie dagen een rustdag. Natuurlijk is het een aanpassing voor de spieren. Als die vermoeid raken, is de stabiliteit misschien iets minder, maar echt last kreeg ik nog niet.”

Zien we bij de competitiestart meteen de oude Thomas Buffel terug?

“Ik zal er proberen zo snel mogelijk naartoe te leven, maar ik speelde natuurlijk een hele tijd geen wedstrijden meer op competitieniveau. Om mijn beste niveau te halen zal ik nog wel wat tijd nodig hebben.”

Mag je nu concluderen dat de operatie honderd procent geslaagd is en dat er geen risico meer is dat er iets fout gaat met je knieën?

“Zelfs bij een fitte speler bestaat het risico dat er iets fout loopt. Maar ik neem aan dat als je alles kan meedoen in de voorbereiding, je klaar bent voor een goed seizoen.”

Wat verwacht je nog van je carrière?

“Nu heb ik iets van: ik wil spelen, ervan genieten mijn niveau weer te halen en van daaruit proberen een mooie tweede carrière te maken. Ik ben nu niet al bezig met hier na zes maanden of een jaar alweer weg te zijn, ik wil het van week tot week bekijken. We zullen wel zien hoe het plaatje past en wat er op me af komt. De insteek moet hoe dan ook zijn om ambitieus te zijn en misschien weer die carrière te maken die ik in het verleden realiseerde.”

Je gaat nog niet bouwen in Brugge?

“Neen, ik woon er op een flat en ben nog niet van plan om mij te settelen. Als ik nu een huis bouw en het staat drie, vier jaar leeg, heb ik er ook niets aan.”

Hoe is het ondertussen met je kopspel gesteld?

“Ik heb mijn haren nu wat korter geschoren, misschien dat het wat beter lukt.”

Waarom heb je daar nooit op bijgetraind?

“Omdat ik er koppijn van kreeg ( lacht).” S

door christian vandenabeele – beelden: jelle vermeersch

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content