Buffalo’s met vleugels

© belgaimage

Met een blitzstart overvleugelde AA Gent Club Brugge en schonk het zichzelf een zes op zes. Zo zetten de Buffalo’s hun inhaalrace verder. Volgende halte voor de blauw-witte tgv: Sclessin.

Met anderhalve match in de benen reisde Moses Simon, officieel 22, half maart af naar Nigeria. Een beetje tegen de zin van de club. De Nigeriaanse international raakte op winterstage geblesseerd aan de enkelligamenten en miste zo twee belangrijke maanden in de aanloop naar play-off 1. Vlak voor het einde van de reguliere competitie was hij weer fit. Goed genoeg voor een korte invalbeurt tegen KV Oostende, een wedstrijd die AA Gent verrassend met 2-3 verloor, en een basisplaats tegen KRC Genk, een match die de Buffalo’s met 1-2 wonnen. Waarna Simon naar Nigeria afreisde, en daar minder trainde dan gepland. De excuses waren talrijk: te kleine velden, vrees voor blessures, … In ieder geval was de staf niet blij bij zijn terugkeer. Wat zou dat brengen in play-off 1, met tien intense wedstrijden op hoog niveau?

De 4-3-3 van Vanderhaeghe past Simon en Kalu beter dan de 3-4-2-1 van Vanhaezebrouck.

Sinds zondagavond kunnen ze iets geruster zijn. Moses Simon staat er opnieuw. Hij was al goed tegen Anderlecht, en herhaalde die prestatie gedurende een minuut of twintig à dertig tegen Club Brugge. Dreigend dribbelend, snel en onvoorspelbaar, zaaier van onrust in de Brugse verdediging. DionCools week, Matej Mitrovic bibberde en Club prees zich gelukkig dat drie van zijn voorzetten uiteindelijk maar tot één doelpunt leidden. Pas daarna herstelden de West-Vlamingen het evenwicht.

Is Simon daarmee terug? Het vraagt nog om bevestiging, want de Nigeriaan, de enige van het trio landgenoten in de Gentse basis (met ook nog Anderson Esiti en Samuel Kalu) die international is, vertoont geregeld flitsen van talent, maar kan die efficiëntie moeilijk doortrekken op de langere termijn. Hij kwam in januari 2015 als een schicht onze competitie binnenvallen. Ook toen slikte Club een nederlaag in de Ghelamco Arena (2-1) en ook toen was hij een gesel voor blauw-zwart. Zes goals en vier assists leidden in een paar weken tot grote faam, en zetten Gent mee op weg naar de titel.

Wat volgde, kreeg veel minder lof. Hein Vanhaezebrouck stelde hem op in de rug van de diepe spits, maar zag de Nigeriaan tot zijn ongenoegen veel te vaak uitwijken naar de flank, waar hij in de weg liep van de vleugelmiddenvelder. Gaandeweg deemsterde Simon weg. Ook in de statistieken. In zijn eerste volledige seizoen in de reguliere competitie maar twee goals en twee assists, het seizoen daarna drie goals en vier assists. Nu en dan zelfs op de bank, de man van 20 miljoen of meer was plots, overladen door tactische richtlijnen die hij niet kon uitvoeren, weer een gewone voetballer. Nog steeds snel, maar zonder overzicht.

Anderhalf jaar geleden streek er een tweede Simon neer aan de Warmoezeniersweg: Samuel Kalu. Officieel 20 maar al even spectaculair volwassen als zijn landgenoot. Zijn debuut was even flitsend: twee goals en drie assists van januari tot begin maart. Even snel, even dreigend, maar dan vanaf rechts. In play-off 1 zelfs nog met betere cijfers dan Simon twee jaar eerder: één doelpunt, vier assists. Meer aanwezig in de statistieken, zoals hij dat zou blijven. Maar dan, net als Simon, kende hij in zijn eerste volledige seizoen een terugval. Na een mindere start werd hij het slachtoffer van de beroerde openingsweken: geen Kalu meer tegen Anderlecht, Genk en Oostende dit seizoen. Daarna werden hem een paar invalbeurten gegund. Was hij slachtoffer van het systeem of was het gewoon eigen aan het beestje? Snelle vleugelspelers zijn vaak eigenzinnige flitsers, die niet altijd even gedisciplineerd of geconcentreerd op het veld staan, net als de Bongonda’s of de Limbombes van deze wereld. Met Stallone Limbombe krijgen ze er in Gent volgend jaar eentje bij van dat soort.

Weelde

Toen Yves Vanderhaeghe half oktober tegen Waasland-Beveren voor het eerst op de Gentse bank zat, reanimeerde hij zijn Nigeriaanse vleugelspelers. Moses Simon gaf die avond zijn eerste assist van het seizoen, invaller Kalu maakte met twee goals (zijn tweede en derde van het seizoen) het verschil in de stand. Twee weken later was Kalu basisspeler en na Nieuwjaar zou hij ontploffen: vijf assists en twee goals in zeven wedstrijden. Qua statistieken heeft Gent, zoals gezegd, meer aan hem dan aan de hoger aangeschreven Simon. Die zit na 129 wedstrijden in Gentse loondienst aan 20 doelpunten en 17 assists, terwijl Kalu na 49 matchen al 10 goals en 16 assists telt.

Hun beider voordeel: de 4-3-3 van Vanderhaeghe past hen beter dan de 3-4-2-1 onder Vanhaezebrouck. Met die nuance: Simon, die langer werkte met de huidige coach van Anderlecht, heeft in zijn spel wél de verdedigende reflex aangeleerd en staat tactisch een pak verder. In balverlies jaagt hij de tegenstander op en plooit hij wél terug. Kalu, die de nadagen van Hein beleefde, heeft op dat vlak nog veel stappen te zetten. Mede daarom valt de explosie van Kalu na Nieuwjaar ook te verklaren door de terugkeer van Thomas Foket in de basis. Toen de Brusselaar opnieuw vaste waarde werd en Dylan Bronn naar het centrum kon doorschuiven, kreeg Gent meer defensieve stabiliteit en kon Kalu zich offensief helemaal uitleven.

Nu Simon fit is, vliegt Gent op twee vleugels. Of dat blijft duren, hangt af van de frisheid die Simon na twee maanden fysiek leed, kan bewaren. En van hun beider mentale sterkte. Intern werd lange tijd gehoopt dat Anderson Esiti, ook nog steeds maar 23, een beetje de natuurlijke leider van het drietal zou worden. Dat lukt soms goed, zoals op Anderlecht, maar soms ook moeizaam. Esiti moet zich (nog) te veel concentreren op zijn eigen spel om echt te kunnen leiden. Tegen Club bleek dat zo moeizaam te gaan dat Vanderhaeghe hem rond het uur naar de kant moest halen. Brecht Dejaegere, tactisch wat sterker, moest meer evenwicht brengen. Het is eerder aanvoerder Nana Asare, die vanwege zijn staat van dienst intern veel respect afdwingt, die de Nigerianen stuurt.

Gebeurt dat de komende weken verder zo goed, dan telt Gent drie mooie driehoeken op het veld. Achterin de driehoek Gigot-Bronn- Kalinic, de meest ongeslagen doelman in 1A. Op het middenveld die tussen Dejaegere- Verstraete-Esiti en voorin die met Simon-Kalu en de steeds meer balvaste RangeloJanga of de doelgerichte RomanJaremtsjoek. Dat alles wordt gekoppeld aan een ijzersterke bank: voor de Japanse international Yuya Kubo was er zondag zelfs geen speeltijd meer, terwijl hij op Anderlecht ook al maar op het einde inviel. Kubo, 8 treffers, zat zondag op de bank naast Jaremtsjoek, met tien goals de Gentse topschutter dit seizoen. Het tekent de weelde van de Gantoise, dat nog niet is uitgespeeld in de strijd bovenin.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content