Red Dragons stunten op het WK volleybal: ‘Als ze dit niveau aanhouden, kunnen ze iedereen verslaan’

De Red Dragons vieren hun historische 3-2-zege tegen wereldkampioen Italië op het WK volleybal 2025 – een stunt die België op de internationale volleybalkaart zet. Ex-bondscoach Dominique Baeyens heeft het over ‘de beste match van de Red Dragons ooit’. © AFP via Getty Images
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack

Het was een daverende verrassing op het WK volleybal: de Red Dragons klopten regerend wereldkampioen Italië met 3-2. Dominique Baeyens, ex-bondcoach en cocommentator bij Sporza, analyseert waarom de zege zo uitzonderlijk is en wat ze zegt over de Belgische volleybalopleiding.

Voor het eerst sinds hij cocommentator is, was Dominique Baeyens zenuwachtig tijdens een match van de Red Dragons. Dat is niet onlogisch. Baeyens heeft een band met veel spelers, als ex-bondscoach of ex-directeur van de Topsportschool in Vilvoorde heeft hij ze mee gevormd.

‘Dit is een stunt van wereldformaat, die in het volleybalmilieu breed uitgesmeerd zal worden’, zegt hij. ‘Italië is al decennia een absolute grootmacht. Het land hoort doorgaans bij de drie beste ter wereld en is de regerende wereldkampioen. De Italianen strijden steevast mee om de prijzen, of het nu een EK, WK of de Olympische Spelen is. Je hoeft geen volleybalfanaat te zijn om te begrijpen hoe bijzonder dit is.’

Italië leek nochtans niet slecht te spelen. Is dit puur de verdienste van België?

Dominique Baeyens: Ja. In volleybal is je prestatie vaak maar zo goed als wat de tegenstander toelaat. Je moet 25 punten scoren om een set te winnen, dus er zijn veel kansen om te scoren of fouten te maken. In de eerste twee sets speelde België op een uitzonderlijk hoog niveau, met een minimum aan fouten.

Italië kwam minder uit de verf door de enorme druk die België legde. Zelfs na wissels bij Italië, die voor nieuwe impulsen zorgden, bleef het niveau aan beide kanten heel hoog. Er waren miraculeuze reddingen aan Italiaanse zijde, maar de Belgen hielden dat hoge niveau vast. Dat was volledig hun verdienste.

Was het niveau hoog genoeg om eender welke ploeg te kloppen?

Baeyens: Dat is moeilijk te zeggen, maar dit niveau maakt het elke ploeg ontzettend lastig, of het nu Polen, Brazilië of een ander land is. Je kunt er iedereen mee verslaan. Het was misschien wel de beste partij die ik ooit van een Belgische nationale ploeg heb gezien.

Men vergeet soms dat de Dragons Italië al eens hebben verslaan, op het EK in 2013, toen ik bondscoach was. Ook met 3-2 in de poulefase. Dat was ook een stunt, want Italië bereikte nadien de EK-finale. Maar deze zege tegen de regerende wereldkampioen is nog straffer.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Hoe schat u de kansen van de Red Dragons in de achtste finales in?

Baeyens: De Belgen zijn in topvorm, dat was al duidelijk na de 3-0 tegen Oekraïne en werd nu bevestigd tegen Italië. Het maakt niet zoveel uit of we het in de achtste finale tegen Frankrijk, Finland of Argentinië moeten opnemen. Een achtste finale is altijd zwaar. Maar als je ziet hoe moeilijk Frankrijk het heeft in hun poule, hoeven de Belgen niet te veel naar de tegenstander te kijken.

Wie kan de tegenstander zijn in de kwartfinales?

Baeyens: Door het eigenaardige systeem zou het kunnen dat we in de kwartfinales opnieuw tegen Italië spelen. Pas vanaf de halve finales treffen we ploegen uit andere poules. Maar over medailles praten is nog te vroeg. Het niveau moet constant blijven. Een kleine dip kan er al voor zorgen dat het talent aan de overkant je afstraft.

‘Wat Ferre Reggers presteert, is heel indrukwekkend.’

Ferre Reggers is als hoofdaanvaller de grote ster van deze ploeg. Wat maakt hem zo bijzonder?

Baeyens: Ferre heeft de natuur mee. Hij is 2,03 meter lang en koppelt die lengte aan explosiviteit, een sterke schouder en een uitstekende sprongkracht. Hij is heel beweeglijk én hij heeft een goede mentaliteit. Hij is intelligent, leergierig en weet wat hij wil.

Al van jongs af aan zei hij: ‘Eerst topniveau in België, dan naar Italië.’ Na twee jaar in Milaan is hij op zijn 22e al kapitein van een topploeg in de beste competitie ter wereld. Dat toont dat hij meer is dan alleen een goede volleyballer: hij is een teamspeler die zijn verantwoordelijkheid neemt en energie geeft aan zijn ploeg.

Reggers is nog maar 22. Hoe ver kan hij nog groeien?

Baeyens: Dankzij die mentaliteit en zijn fysieke kwaliteiten hoort hij nu al bij de top vijf van de beste aanvallers wereldwijd. Als hij zo doorgaat, klimt hij nog hoger in de rangschikking. Wat hij nu presteert, is heel indrukwekkend.

Ferre Reggers in actie op het WK volleybal 2025: de 22-jarige hoofdaanvaller van de Red Dragons blonk uit in de historische 3-2-zege tegen wereldkampioen Italië. © Getty Images

Wat ligt aan de basis van het succes van deze Red Dragons, behalve een mix van ervaren spelers en jong talent?

Baeyens: De jeugdwerking in de clubs is cruciaal. Een prachtig voorbeeld is Gorik Lantsoght, de negentienjarige libero uit Antwerpen. Vorig jaar keek hij nog op tv naar zijn idolen, nu schittert hij als basisspeler op het WK tegen Italië. Hij komt niet uit de Topsportschool, maar uit de jeugdopleiding van Antwerpen, wat aantoont dat ook kleinere clubs uitstekend werk leveren. Zijn trainer, Raf Vekemans, verdient een pluim.

De samenwerking tussen de clubs, de federatie en de Topsportschool in Vilvoorde verloopt ook beter.

Baeyens: Klopt, vroeger stonden clubs vaak tegenover de federatie, ze gaven hun beste jeugdspelers niet graag af voor nationale stages. Als directeur van de Topsportschool in Vilvoorde heb ik ingezet op een nauwere samenwerking tussen clubs, de federatie en de Topsportschool. Dat werpt vruchten af. De clubs en de Topsportschool versterken elkaar nu.

Clubs zien het tegenwoordig als een verdienste als hun jeugdspeler naar Vilvoorde gaat. Mathijs Desmet is een perfect voorbeeld: hij werd opgeleid bij Knack Roeselare en keerde na vier jaar in Vilvoorde terug naar Roeselare. Ook andere toppers als Ferre Reggers, Wout D’Heer, Seppe Rotty, Simon Plaskie en Tijmen Bus werden opgeleid in de Topsportschool.

Hoe worden spelers geselecteerd voor de Topsportschool?

Baeyens: De Topsportschool richt zich op de laatste vier jaar van het middelbaar. Talentvolle jongens en meisjes worden gescout via een beproefd detectiesysteem. Trainers op provinciaal en nationaal niveau brengen talenten in kaart. Na selectietrainingen wordt een groep van maximum vijftig jongeren gekozen, die in Vilvoorde naar school gaan, trainen en op het internaat verblijven.

‘Als directeur van de Topsportschool in Vilvoorde heb ik ingezet op een nauwere samenwerking tussen clubs, de federatie en de Topsportschool. Dat werpt vruchten af.’

Hoe belangrijk is lengte in de scouting?

Baeyens: De voorspelde lichaamslengte is belangrijk, maar niet allesbepalend. In 70 tot 80 procent van de gevallen klopt de voorspelling, maar er zijn uitzonderingen. Seppe Rotty is bijvoorbeeld ‘slechts’ 1,90 meter, niet groot voor een volleyballer, maar zijn enorme springvermogen compenseert dat.

Iemand met een voorspelde lengte van 2,05 meter krijgt vaak het voordeel van de twijfel, ook als bijvoorbeeld zijn coördinatie nog niet top is. Maar het gaat niet alleen om lengte, ook om explosiviteit, kracht en reflexen.

Kunnen de Red Dragons qua lengte en fysiek mee met de toplanden?

Baeyens: Globaal gezien wel, maar in landen als Italië of Polen is het fysieke potentieel nog iets groter, met veel spelers groter dan twee meter. Onze vijver is kleiner, en er is concurrentie van basketbal. Toch maken we een inhaalbeweging. Vroeger misten we soms pure kracht, maar nu wordt daar in clubs en in de Topsportschool hard aan gewerkt, ook bij de jeugd.

Seppe Rotty (12), Pieter Coolman (5) en Ferre Reggers (2) tonen de lengte en kracht van de Red Dragons tijdens hun stuntzege tegen wereldkampioen Italië op het WK volleybal 2025. © AFP via Getty Images

Wat maakt de Topsportschool zo succesvol?

Baeyens: De structuur bestaat al dertig jaar, met veel opgebouwde expertise. De beste talenten trainen samen, wat hen beter maakt. De trainers zijn gepassioneerd en focussen op ontwikkeling, niet op kortetermijnresultaten. Techniek, tactiek en fysiek staan centraal: de jongeren trainen vijf uur per dag, zes dagen per week, in een professionele omgeving met dokters, psychologen en voedingsdeskundigen. Dat is uniek voor jeugdspelers. De ploegen van de Topsportschool spelen ook in de nationale competitie, in eerste en tweede nationale.

Hoe belangrijk is die ervaring voor hun ontwikkeling?

Baeyens: De jonge talenten in de Topsportschool spelen tegen spelers van 25 tot 30 jaar, vaak volleyballers die al wat op hun retour zijn maar in die afdelingen nog actief zijn. In het begin krijgen die jongeren vaak stevig klop, zeker in het begin van het seizoen.

Maar tegen het einde van het seizoen hebben ze die achterstand ingehaald. Dat is precies de bedoeling: ze leren presteren in wedstrijdsituaties die ertoe doen. Het is een cruciaal onderdeel van hun opleiding, want het bereidt hen voor op de druk en intensiteit van het topvolleybal.

Sport Vlaanderen investeert 1,6 miljoen euro in het volleybal, de grootste toelage na wielrennen en gymnastiek. Dat werpt vruchten af.

Baeyens: We behalen succes bij de nationale jeugdploegen. Zeventig tot tachtig procent van de huidige Red Dragons en Yellow Tigers (de nationale vrouwenploeg, nvdr) komt uit de Topsportschool. Die doorstroming toont dat de investering loont. Het zou niet logisch zijn om zo’n systeem niet te steunen als je ziet hoeveel talent het oplevert.

Ex-volleybalcoach Dominique Baeyens: ‘Veel Belgische clubs zitten in een opwaartse spiraal, de BeNe Conference zal dat nog versnellen’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise