Van Manchester naar Tokio: de weg van de Red Lions naar olympisch goud

© Belga Image
Martin Grimberghs Medewerker van Sport/Voetbalmagazine

In Tokio willen de Red Lions olympisch goud pakken, het enige wat nog ontbreekt in hun stampvolle trofeeënkast. Hoe is deze Belgische boysband erin geslaagd om de hele hockeywereld aan zijn voeten te krijgen?

Wereldkampioen in 2018, Europees kampioen in 2019, tot twee maanden geleden nummer één op de wereldranglijst en prestigieuze winst van de Pro League dit seizoen: de Red Lions domineerden de voorbije drie jaar hun sport. Maar op het EK in Amstelveen een paar maanden geleden vielen de Lions van hun voetstuk en behaalden ze slechts brons. Wat tien jaar geleden nog een grootse prestatie zou genoemd worden, haalt vandaag met moeite de kwalificatie ‘geslaagd met voldoening’.

Maar er is geen reden tot paniek, verzekert Marc Coudron, die op 19 juni, na zestien jaar trouwe dienst (een record!), afzwaaide als voorzitter van de Belgische hockeybond: ‘Ik ben ervan overtuigd dat ze nog niet aan 70 of 80 procent van hun mogelijkheden zaten. Voor hetzelfde geld hadden we de finale gespeeld. Enkele kleine details kostten ons de zege in de halve finale tegen Nederland, waarin we nochtans de baas waren.’ Die details vallen te becijferen. Met tien tegendoelpunten (gemiddeld twee per match) en 22 toegestane strafcorners over het hele toernooi stond de ervaren en normaal gezien onberispelijke Belgische verdediging flink te schutteren. Er ligt dus nog wel wat werk op de plank voor coach Shane McLeod vooraleer hij in het Land van de Rijzende Zon aan zijn laatste opdracht begint.

Laten we ons even onderdompelen in de recente geschiedenis van de Red Lions en vier elementen bekijken die hun ongelooflijke parcours bepaald hebben, tot ze de helden van de natie werden en vanop het balkon van het Brusselse stadhuis de Grote Markt in vuur en vlam zetten: het mirakel van 26 augustus 2007, de boom van Boom, de vooruitziende tovenaar Shane McLeod en de wedijver met Nederland. Met andere woorden: een datum, een plaats, een man en een rivaal.

De datum: 26 augustus 2007

Veertien jaar is het alweer geleden dat het mirakel gebeurde tijdens het Europees kampioenschap in Manchester. Het is zonder enige twijfel het scharnierpunt van het traject van de Red Lions versie 21st century. Al sinds 1976 hadden ze niet meer mogen deelnemen aan de Olympische Spelen, tot die fameuze tip-in on the buzzer van Jérôme Truyens tegen de Mannschaft. Een scenario zoals ze in Hollywood geschreven worden, een bronzen medaille en een kwalificatie voor de Spelen van 2008: het is de complete jackpot! En totaal niet verwacht.

Het bewijs: tijdens de voorbereiding in de zomer geloofden sommige leden van de crew die was aangesteld door Adam Commens (die het zes weken voor het toernooi van Gilles Bonnet had overgenomen) er niet echt in. Ze hadden hun buik zelfs vol van de gevraagde opofferingen. ‘Wat haalt het uit, het lukt ons toch niet!’, was bij sommigen te horen. Zij hadden dan ook nog een voltijdse job en een gezinsleven, dus een overvolle agenda. ‘We moesten om 19 uur naar Manchester vertrekken, maar op het laatste moment kon dat niet doorgaan, we waren maar met 18 man op het vliegtuig. Dat lijkt surrealistisch, maar zo ging het er toen aan toe. Dat illustreert perfect het verschil met de huidige ploeg’, getuigde Alexandre De Saedeleer, 185 caps op de teller voor de Red Lions tussen 2007 en 2014.

Na het laatste fluitsignaal vloeiden de tranen, omhelsden de spelers elkaar en gingen ze samen met de supporters vieren in de Fan Zone. ‘Er was voor de gelegenheid speciaal een vliegtuig gecharterd vanuit Antwerpen. Iedereen was enthousiast en de sfeer was opperbest, een beetje klassiek op z’n Belgisch met de polonaise en zo’, vertelde de voormalige sterkhouder van de Watducks.

We moesten om 19 uur naar Manchester vertrekken, maar op het laatste moment kon dat niet doorgaan, we waren maar met 18 man op het vliegtuig.’

Alexandre De Saedeleer, 185 caps voor de Red Lions

Naast die plezante anekdotes is het ook een nieuwe wereld die zich opent voor de Lions na die stunt in Manchester. ‘Wat mij betreft is dat dé gebeurtenis die alles veranderd heeft voor onze sport’, aldus de man die de bijnaam Chouchou kreeg. ‘We gingen een andere dimensie binnen, het BOIC begon zich voor ons te interesseren, de hockeybond kreeg meer visibiliteit en dus meer subsidies en de sponsors kwamen erop af. Van de ene dag op de andere gingen we naar vier trainingen per week, de staf werd uitgebreid met Alain Goudsmet (mental coach, nvdr) en we konden beschikken over videoanalyses.’

Twee spelers van dat WK in Manchester waren er vorige maand op het EK in Amstelveen nog bij: Thomas Briels en John-John Dohmen. ‘We moeten erom lachen: van brons in 2007 naar brons in 2021. We hebben precies geen progressie gemaakt’, grapte de Antwerpse aanvoerder in Het Nieuwsblad. Het lachen verging hem echter toen Shane McLeod hem slechts als reserve opriep voor de Spelen. Het stevige collectief uit 2007 met Luyckx, De Greve en de broers Vandeweghe werd gaandeweg aangevuld met jonge talenten zoals Félix Denayer en Cédric Charlier (net voor de Spelen) en samen met hen namen ook de ambities van het Belgische hockey een hoge vlucht.

De plaats: het Belgische hockey boomt in Boom

Na de Olympische Spelen van Peking (afgesloten op een negende plaats), lieten de Red Lions vaker hun tanden zien. ‘Er waren ook wel enkele downs, maar zonder negatieve gevolgen’, onderstreepte De Saedeleer. ‘Want het budget bleef consequent en vooral de structuur evolueerde goed.’ Na Adam Commens zetten zijn opvolgers Colin Batch (2010-2012) en Marc Lammers (2012-2014) de dynamiek van de professionalisering verder. Die laatste haalde zelfs drones naar de training en ze profiteerden ook van de doorbraak van ‘koning’ Arthur Van Doren (die twee keer tot beste speler ter wereld werd verkozen).

En dan was het ogenblik aangebroken om weer een stevige stap vooruit te zetten. Dat gebeurde in eigen huis, in Boom, op het EK van 2013. Een pop-upstadion van 9000 plaatsen was helemaal uitverkocht voor de Red Lions, het centrale festivalterrein kende bijzonder veel bijval, het marketingplan liep als een trein en er was veel mediabelangstelling. De kers op de taart was het opmerkelijke parcours van de Belgen, die de finale haalden maar daarin wel op een te sterk Duitsland stootten.

De Red Lions op het EK 2013 in Boom
De Red Lions op het EK 2013 in Boom© Belga Image

‘Wanneer ik terugdenk aan die finale, krijg ik nog altijd kippenvel’, gaf Chouchou toe. ‘Zo’n uitzinnig stadion, dat was volgens mij ongezien in het Belgische hockey. En dan werd ook nog eens het idee gelanceerd om voor de wedstrijd de Brabançonne a capella te zingen. Dat had nog nooit iemand gedaan.’ Niet alleen dat geniale initiatief maar ook al de rest verliep perfect georkestreerd. ‘Er was een hele strategie uitgedacht om de spanning op te bouwen en het publiek zo goed mogelijk op te warmen. We trainden op terrein 2 en stapten het hoofdveld op als echte rocksterren. Dat heeft voor veel patriottisme gezorgd, maar we waren op dat moment nog net niet rijp om al een groot toernooi te winnen.’

Het geheel was een geslaagde gok van Erik Gysels, de baas van Braxgata maar vooral de organisator van die grote volkskermis waar bijna 20.000 mensen het kleine witte balletje (opnieuw) leerden kennen. De lobby van de grootste landen had eerder de komst van zo’n evenement naar België verhinderd (in 2011). Ons land genoot toen nog niet zoveel erkenning van de internationale instanties als vandaag, wat de taak bemoeilijkte van de Antwerpse organisatoren, die evenwel volhielden en op den duur hun kandidatuur geaccepteerd zagen.

‘In die tijd hebben we aanzienlijke financiële risico’s genomen, maar gelukkig is het goed afgelopen. Het seizoen erop mocht onze club 150 nieuwe leden extra inschrijven, dus het heeft zich op alle niveaus terugbetaald’, vertrouwde hij toe aan La Libre Belgique. De totale investering van het EK 2013 bedroeg – dat is geen grap – slechts zo’n 4 miljoen euro.

Voor het eerst in hun geschiedenis behaalden de Lions daar eremetaal op een EK: zilver. Zes jaar later, weer in de provincie Antwerpen, ditmaal in Wilrijk, mochten de Red Lions van het goud proeven na een zege met forfaitcijfers (5-0) tegen Spanje. Het hockey had geboomd.

De man: Shane McLeod, de koelbloedige tovenaar

Na dat EK van 2013 behoorden de Red Lions voortaan tot het kruim van de wereld en mochten ze in elk toernooi aanspraak maken op een medaille. De euforie zakte wel wat in met twee teleurstellingen, op het WK 2014 en het EK 2015 (telkens een vijfde plaats). Weer met de voetjes op de grond.

De Nederlandse legende Jeroen Delmée nam in 2014 de fakkel over van zijn landgenoot Lammers, maar hij vond niet de weg naar het succes. ‘We hebben een maand gewacht vooraleer we hem ontsloegen, zodat we de tijd hadden om naar de spelers en de staf te luisteren. Dat was een luxe die bijvoorbeeld niet mogelijk zou zijn in het voetbal’, weet Marc Caudron nog. De dag na het mislukte EK in Londen nam Shane McLeod de teugels van de Lions in handen en hij zou die niet meer loslaten.

De Nieuw-Zeelander werd iets meer dan twintig jaar geleden letterlijk verliefd op België. Toen hij een sleutelspeler was van Herakles uit Antwerpen, ontmoette hij hier zijn toekomstige echtgenote. Hij vestigde zich in het vlakke land en stichtte er een gezin. De voormalige international, leraar psychologie van opleiding, schoolde zich om tot topcoach. Hij nam in ons land de leiding van de Red Panthers (2002-2006) en de nationale U21 maar ook van de Waterloo Ducks (2012-2015), die hij naar twee nationale titels leidde. Hij kende perfect de mentaliteit en de structuren van het Belgische hockey maar ook van het wereldhockey (hij was coach van de nationale ploeg van Nieuw-Zeeland) en zijn cv maakte van hem de geknipte man om op de Spelen in Brazilië weer aan de top te komen. ‘Hij was een synthese van al zijn voorgangers: tactisch en op menselijk vlak zo sterk als Adam Commens of Colin Batch, een goede communicator als Marc Lammers en technisch solide zoals Jeroen Delmée’, vatte Caudron samen.

Shane McLeod
Shane McLeod© Belga Image

Op het moment dat de Red Lions leden aan te veel individualisme, een te stereotiep spel en een gebrek aan creativiteit, legde McLeod zijn filosofie op: ‘Geen ploeg van sterren zijn, maar een sterrenploeg.’ Zijn idee was eenvoudig: de band en het vertrouwen tussen de spelers herstellen. Zo richtte hij een Olympic Room in, waar de Lions bij wijze van groepstherapie konden vertellen wat er op hun lever lag. Hij vond ook een zonesysteem uit waarin een goed afgelijnde rol was voorzien voor de communicatoren (degenen die de problemen detecteren), regulatoren (degenen die werken voor de anderen) en de supporters (degenen die de situatie kunnen oplossen).

‘Die methode gaf een boost aan het collectief, maar liet iedereen ook zijn autonomie en zijn eigen persoonlijkheid’, onderstreepte De Saedeleer. McLeod had een bijna vaderlijke relatie met zijn spelers, maar was ook en vooral een stille kracht. ‘Ik herinner me een match met hem als coach waarin we met 0-3 achter stonden. Tijdens de rust was er niks van woede of stress in zijn stem. Sereniteit, dat is zijn geheim.’

De timide McLeod is nu 52. Hij bracht de Red Lions naar de top van hun kunnen en gaat met hen een laatste missie aan in Tokio. Daar is, na de zilveren medaille van Rio, goud het enige objectief.

De rivaal: Nederland, alfa en omega

Laten we terugkeren naar het begin van alles, dat bewuste EK van 2007 in Manchester. In de halve finales werden de Red Lions ingemaakt door de nationale ploeg van Nederland. De score doet nog steeds pijn aan de ogen: 7-2. Ik weet nog dat ze zich vrolijk maakten om ons’, vertelde De Saedeleer. ‘Ze zouden nooit kunnen denken hebben dat wij elf jaar later wereldkampioen zouden worden door hen te verslaan in de finale (3-2 in de shoot-outs, nvdr). Ze hebben dat niet zien aankomen, dat is de grote les van de sport.’

Het is inderdaad onvoorstelbaar, dat traject van onze nationale ploeg, zeker gezien de achterstand ten opzichte van het Nederlandse model, die gewoon onoverbrugbaar leek. Oranje kende zijn eigen déclic op het WK van 1973 (in eigen land), door de lauweren weg te kapen van onder de neus van India. ‘Dat is zo’n beetje als Brazilië kloppen in een voetbalfinale, de weerklank was enorm in heel het land’, vertelde Marc Caudron. Die geweldige boom, veertig jaar voor de onze in Boom, werd perfect aangewend door de Nederlandse hockeybond. Die slaagde er zelfs in om na dat bijzondere succes van hockey een nationale sport te maken. Om er ‘het Mekka van onze sport’ (dixit Caudron) van te maken zette Nederland in meer dan tweehonderd dorpen en steden een infrastructuur op poten, wat leidde tot een groot aantal leden (meer dan 250.000, tegenover 50.000 in België). Met dergelijke argumenten was Nederland natuurlijk een voorbeeld, bevestigde de ex-baas van de Belgische bond.

Op sportief vlak pakte de gouden generatie van de jaren 90 alles wat op haar pad kwam, met trofeeën op de Olympische Spelen van 1996 en 2000 en het WK van 1998. ‘De huidige Red Lions doen me qua individueel talent, mentaliteit en rijpheid wat denken aan die geweldige Nederlandse ploeg uit de nineties’, vertelde Xavier Reckinger, ex-Lion en nu coach van de Duitse nationale vrouwenploeg. Nadien waren het Australië en Duitsland die zich opwierpen als de reuzen van de jaren 2000.

Nederland en België kwamen elkaar nog tegen op het voorbije EK, toen de Red Lions verloren
Nederland en België kwamen elkaar nog tegen op het voorbije EK, toen de Red Lions verloren© Belga Image

In 2016, op de Olympische Spelen van Rio, versloeg de Belgische leerling de Nederlandse meester in de halve finales, een heel belangrijk moment in hun opmars. ‘Als je op je lauweren gaat rusten, kan zich snel een onaangename verrassing voordoen, ook al hebben ze de lat opnieuw hoger gelegd sinds de winst van het recentste EK in hun eigen land’, analyseerde De Saedeleer. Het is niet toevallig dat twee sleutelfiguren van de opmars van België uit het noorden komen: Bert Wentink, voormalig technisch directeur en rechterhand van Marc Caudron tussen 2005 en 2017, die met zijn Nederlandse ervaring bijdroeg aan het succes van de Lions, en de waardevolle Michel van den Heuvel, de huidige T2, die de opvolger zal worden van Shane McLeod na de Spelen. ‘Hem bij de staf halen was de beste keuze die Shane kon maken’, beweerde John John Dohmen. Om de oude rivaliteit voort te zetten is het – wat een speling van het lot – tegen Nederland dat de Red Lions hun olympisch avontuur zullen beginnen.

Die blik op Nederland is er natuurlijk nog altijd wel, maar de Belgische bond heeft ondertussen zijn eigen systeem op poten gezet, gebaseerd op anticipatie. Wat er na Tokio moet gebeuren, werd trouwens al uitgewerkt door Adam Commens, die High Performance Manager geworden is. ‘Door het uitstel van de Spelen komt het WK er na zestien maanden al aan. We zijn klaar om de Lions die na Tokio afzwaaien te vervangen (zeven of acht spelers van in de dertig, nvdr). We zijn al enige tijd met die andere groep aan het trainen.’

‘The Tokio and Beyond Squad’ (de officiële benaming van dit project) is dus klaar om de ‘Last Action Heroes’ te vervangen. Van een cultfilm naar een nieuws kassucces, het is een kleine stap.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content