Met Carlos Alcaraz en Jannik Sinner kent het mannentennis een nieuwe rivaliteit die de fans nog vele jaren in de ban zal houden.
Al te vaak wordt in de sport het begrip ‘historisch’ gebruikt, en soms zelfs misbruikt. Het zou alleen van toepassing mogen zijn op doelpunten, records of wedstrijden die sportliefhebbers zich over vijftig jaar nog zullen herinneren. Zoals de jongste finale van Roland Garros, toen Jannik Sinner (24) en Carlos Alcaraz (22) elkaar op een warme junizondag met fabelachtig tennis bestookten. De sociale media ontploften.
Zeker toen Alcaraz in de vierde set drie matchpoints overleefde – een record in een grandslamfinale bij de mannen – en het tennis een echte versie van het computerspelletje Pong werd. Beide spelers leken de bal steeds sneller te slaan naarmate de wedstrijd vorderde.
Met 10-2 in de tiebreak van de beslissende vijfde set sloot Alcaraz de zinderende match af met een forehand langs de lijn, na een gevecht van liefst vijf en een half uur. Waarnemers vergeleken het met de legendarische vijfsetter tussen Roger Federer en Rafael Nadal op Wimbledon 2008, of de finale tussen Novak Djokovic en Nadal op de Australian Open 2012. De clash tussen Sinner en Alcaraz in Parijs had diezelfde magie.
Beiden hadden eerder al duels uitgevochten, maar voor een échte rivaliteit is zo’n extra vonk nodig.
De timing was perfect. Zelfs vroeger dan verwacht na het einde van het tijdperk Federer-Nadal-Djokovic. Toen de Zwitser in 2022 stopte, de Spanjaard in november 2024 zijn laatste ‘Vamos!’ riep en de Serviër als enige van de ‘grote drie’ overbleef, vreesden velen dan ook dat het mannentennis een deel van zijn mondiale aantrekkingskracht zou verliezen.
Op 8 juni zetten Alcaraz en Sinner in het Court Philippe-Chatrier de sport echter opnieuw in lichterlaaie.
Balans in evenwicht
Op het daaropvolgende grandslamtoernooi, Wimbledon, wakkerde de Italiaan het vuur verder aan door terug te slaan. Op het heilige gras van de All England Club gebruikte hij zijn pijnlijke nederlaag in Parijs als brandstof. Ondanks een set achterstand bleef de nummer één van de wereld koel en gefocust.
Een opmerkelijk moment kwam vroeg in de tweede set, toen een champagnekurk uit het publiek op het gras belandde. ‘De vos’ – zijn bijnaam, niet alleen wegens zijn rode haar, maar ook vanwege zijn sluwheid en aanpassingsvermogen – raapte de kurk op en gaf hem aan een ballenmeisje. Waarop Sinner de volgende drie sets won en zijn eerste Wimbledontitel veroverde.
Weer werd de vergelijking gemaakt met Nadals zege tegen Federer in de Wimbledonfinale van 2008. Toen beëindigde de gravelspecialist een reeks van vier jaar waarin hij Roland Garros won, en Federer, de koning van het gras, een maand later telkens triomfeerde in Londen.
Sinner versloeg Alcaraz op zijn beurt na diens twee opeenvolgende Wimbledontitels, in 2023 en 2024, op een grasondergrond die in principe de Spanjaard beter ligt. Net als Nadals zege in 2008 was het de eerste ‘uitoverwinning’ in de onderlinge reeks tussen Alcaraz en Sinner.
Een belangrijke zege, want een rivaliteit is immers pas een rivaliteit als béíde spelers winnen. Die balans leek na Roland Garros even zoek na vijf opeenvolgende zeges van Alcaraz tegen Sinner. ‘Carlitos’ liet die vorige week weer meer naar zijn kant vallen in de finale van het masters 1000-toernooi in Cincinnati.
Een ‘echt’ duel was het niet: Sinner moest ziek opgeven. Los van die match blijft de Spanjaard de enige die de metronoom uit Zuid-Tirol kan ontregelen. Het rapport van Sinner tegen alle andere spelers sinds begin 2024? 104-4. Tegen Alcaraz? 1-6.
Rivaliteit gaat ver terug
De 22-jarige Alcaraz telt nog altijd één grandslamtitel meer dan de twee jaar oudere Sinner (vijf versus vier). Sinner heeft dan weer drie van de laatste vier gewonnen: US Open 2024, Australian Open en Wimbledon 2025. Veelzeggend over hun dominantie: op die ‘majors’ was een van hen zeven keer op rij de beste sinds de laatste grandslamzege van Djokovic op de US Open 2023. De langste reeks (elf) staat op naam van Federer en Nadal (Roland Garros 2005 tot US Open 2007).
Gezien hun leeftijd en fitheid is de kans reëel dat Alcaraz of Sinner hun serie op de US Open, die afgelopen maandag is gestart, zullen voortzetten en de recordreeks volgend jaar zullen evenaren of zelfs verbeteren. Als beiden in New York weer de eindstrijd halen, zullen ze zelfs al een nieuw record in de 21e eeuw vestigen: vijf opeenvolgende finales op een grand slam of een masters 1000-toernooi. Zo’n serie konden zelfs Federer, Nadal en/of Djokovic niet neerzetten.
Leuk detail: hun allereerste confrontatie dateert van april 2019, in het Challengertoernooi van Villena in Spanje. De toen pas 15-jarige Alcaraz won zijn debuutmatch als prof. Ook voor de één jaar en negen maanden oudere Sinner was het een vroege stap in zijn carrière: zijn elfde wedstrijd op Challengerniveau. Niemand kon toen vermoeden dat die partij het begin zou zijn van een rivaliteit waarvan elke match inmiddels een klassieker is.
Contrast in spel en karakter
Hoewel de finale van Roland Garros 2025 erbovenuit steekt, was hun tweede grandslamontmoeting al memorabel: de kwartfinale van de US Open 2022. Dat was ook een marathonpartij, van ruim vijf uur, waarin de 19-jarige Alcaraz zegevierde op weg naar zijn eerste grandslamtitel.
Die wedstrijd toonde de kracht van hun rivaliteit: het contrast tussen uiterlijk, karakter en speelstijl. Die is nog niet op het niveau van John McEnroe en Ivan Lendl – het ultieme contrast qua tennis en persoonlijkheden – maar toch opvallend.
Tussen een roodharige, 1m91 grote Italiaan en een zwartharige, 8 centimeter kleinere Spanjaard. Tussen de staalharde blik van Sinner, die kalmte en discipline uitstraalt, en de brede glimlach van Alcaraz, die gedijt op emoties. Tussen een robotachtige killer, die tegenstanders verslaat met een constante, verstikkende precisie, en een creatieve showman, die graag uitpakt met dropshots.
De twee winnen punten vanuit haast onmogelijke posities, met slagen en hoeken die vroeger ondenkbaar waren.
Hun rivaliteit dwingt hen ook om te verbeteren, in trainingen en in matchen. Sinner verfijnde zijn service en variatie om Alcaraz’ onvoorspelbaarheid te counteren. Alcaraz werkte op zijn beurt aan zijn opslag en ontwikkelde meer discipline, geïnspireerd door de regelmaat van zijn rivaal. Zeker de intuïtieve Spanjaard, die op zijn best is wanneer hij gelukkig en geïnspireerd speelt, lijkt in duels met de Italiaan nog meer met zijn racket te kunnen toveren.
Beiden hebben ook elementen van de voormalige ‘grote drie’ in hun spel geïntegreerd. Alcaraz’ zware, spinnende forehands en backhands doen denken aan Nadal, terwijl zijn netspel en dropshots de finesse van Federer weerspiegelen. Sinner glijdt, als ex-skiër, ondanks zijn lengte over de baan zoals Djokovic, met verbluffend voetenspel en een rotsvaste stabiliteit waarmee hij elke bal slaat.
Nog agressiever tennis
Voor fans van Federer, Nadal en Djokovic klinkt het als vloeken in de kerk, maar Sinner en Alcaraz hebben een extra laag toegevoegd aan het tennis. Vergelijk het met basketbalsterren als Steph Curry en Caitlin Clark, die langeafstandsdriepunters normaal maakten. Sinner en Alcaraz doen iets dergelijks in het tennis. Het speelveld is nog altijd 23,77 meter lang en 8,23 meter breed, maar zij lijken het groter te maken.
Hun relatie buiten de baan is vriendschappelijk, maar kent grenzen.
Het meest kenmerkend is hun hyperagressieve spel. Spelers als Casper Ruud, Alexander Zverev en Daniil Medvedev, die ooit konden concurreren met de ‘grote drie’, merken dat hun tennis niet meer volstaat. ‘Tennis draait niet meer om verdedigen. Deze jongens spelen 90 procent van de tijd aanvallend’, zei Zverev na een duel met Alcaraz.
Jarenlang was een basisprincipe van tennis het ‘resetten’ van een punt, van aanval of verdediging naar een neutrale slag. Maar Alcaraz en Sinner staan dat niet toe. Ballen zonder genoeg snelheid, diepte of breedte zijn tegen hen bijna een garantie op puntverlies.
Bovendien zijn de Spanjaard en de Italiaan defensief ijzersterk. Ze winnen punten vanuit haast onmogelijke posities, met slagen en hoeken die vroeger ondenkbaar waren. Beweging, naar de verste hoeken van de baan, is nu net zo belangrijk als de opslag en de return. Zo dwingen de twee toppers hun tegenstanders tot risico’s die vaak mislukken.
Voor oudere spelers is het aanpassen of telkens verliezen. Voor junioren is het agressieve bewegingstennis van Alcaraz en Sinner een blauwdruk voor de toekomst.
De noodzaak van een rivaliteit
Beiden spiegelen zichzelf op hun beurt aan de ‘grote drie’. Ze beseffen dat rivaliteit tussen kampioenen niet alleen goed is voor het tennis, maar ook een bron van motivatie vormt. ‘Het is een voorrecht om met jou op de baan te staan’, zei Alcaraz tegen Sinner na de Roland Garrosfinale.
Ook Sinner ziet in Alcaraz een uitdaging: ‘Elke keer als ik tegen hem speel, proberen we elkaar tot het uiterste te drijven. We haten verliezen, vooral tegen elkaar.’
Hun rivaliteit dwingt hen om te verbeteren. Sinner verfijnde zijn variatie om Alcaraz’ onvoorspelbaarheid te counteren. Alcaraz werkte aan zijn opslag en ontwikkelde meer discipline.
Hun relatie buiten de baan is vriendschappelijk, maar kent grenzen. Toen Sinner na de Australian Open een korte dopingschorsing van drie maanden moest uitzitten na een positieve test in 2024 (een deal met het Wereldantidopingagentschap WADA na een onbedoelde contaminatie), nam Alcaraz geen contact op.
Maar toen hij Sinner versloeg in de finale van de Rome Open – Sinners eerste toernooi na zijn terugkeer – had de Spanjaard alleen warme woorden: ‘Je bent een geweldige persoon en atleet.’ De mix van respect en competitie doet denken aan Federer en Nadal, die hun vriendschap combineerden met verbeten duels op de baan.
Duopolie of ruimte voor een derde?
In het ‘Sincaraz’-tijdperk komt alleen Djokovic nog in de buurt: hij won vorig jaar de olympische titel door Alcaraz te verslaan, en schakelde hem begin dit jaar uit in de kwartfinale van de Australian Open. Tegen Sinner heeft de Serviër echter al vijf wedstrijden op rij niet meer gewonnen. De laatste keer dateert van de ATP Finals in 2023.
Sindsdien pakte Djokovic slechts één grote titel, op de Spelen in Parijs. Op zijn 38e is hij negen jaar ouder dan elke andere speler in de top twintig van de ATP-ranking. Hem nu al afschrijven is te vroeg, maar Vadertje Tijd zal hem onherroepelijk inhalen.
Toch leert de geschiedenis dat een derde speler een duopolie kan doorbreken, zoals Djokovic dat deed bij Federer en Nadal. De namen Jack Draper (23), Ben Shelton (22), Arthur Fils (21), Jakub Mensik (19) en vooral de Braziliaan João Fonseca (19) circuleren als potentiële uitdagers.
Tot dan kunnen tennisfans zich laven aan een fascinerende tweestrijd. En aan de vraag of Alcaraz en Sinner de magische finale van Roland Garros 2025 ooit nog zullen evenaren of zelfs overtreffen. Het lijkt onwaarschijnlijk, maar met hen is alles mogelijk.