(Belga) Volgens twee Italiaanse wetenschappers hebben spelers van Juventus in de Champions Leaguefinale van 1996 tegen Ajax zich gedrogeerd. Giuseppe d’Onofrio en Allessandro Donati doen hun verhaal in het NOS-programma “Andere Tijden Sport”, dat zondag wordt uitgezonden.
De geruchten dat er bij Juventus, dat de finale na strafschoppen won, sprake was van doping doen al jaren de ronde. D’Onofrio en Donati komen tot hun conclusie na inzage in documenten die in beslag werden genomen tijdens een inval in 1998 op de kantoren van Juventus. De documenten bevatten analyses van bloedmonsters van spelers. D’Onofrio concludeert dat spelers van Juventus “iets gebruikten om hun hemoglobinewaarde te verhogen.” “Dat zou epo kunnen zijn”, stelt de wetenschapper. Officieel werd nooit een speler van Juventus positief bevonden. Volgens openbaar aanklager Raffaele Guariniello, die onderzoek deed naar Juventus, komt dat omdat dopingmonsters die naar het laboratorium in Rome waren gebracht, simpelweg niet werden getest. De voormalig directeur van het inmiddels opgeheven dopinglab in Rome bevestigt in “Andere Tijden Sport” die lezing. Juventus – Ajax eindigde op 22 mei 1996 in het Olympisch Stadon van Rome op 1-1. Die stand stond bij de rust al op het bord na doelpunten van Fabrizio Ravanelli (12e), voor Juventus, en Jari Litmanen (41e), voor Ajax. In een strafschoppenreeks trok Juventus met 4-2 het laken naar zich toe. . (Belga)