Met de pas 21-jarige Luikse Charline Van Snick (- 48 kg) hebben we weer een grote kandidate op eremetaal.
Op internationaal vlak is het vooral uitkijken naar Japan, dat na de teleurstellende Spelen van Peking – ‘slechts’ vier gouden medailles (in Athene waren dat er nog acht) – met een bijna volledig nieuwe generatie naar Londen trekt: twaalf van de veertien judoka’s (m/v) maken hun olympisch debuut. Alleen Misato Nakamura (brons – 52 kg) en Hiroaki Hiraoka tekenden present in Peking.
Frankrijk heeft met de donkerhuidige superster Teddy Riner, op zijn 22e al vijf keer wereldkampioen, de absolute topfavoriet in de zwaarste categorie (+ 100 kg) in huis. Riner, bijgenaamd de Teddybeer, is 2m04 groot, weegt 139 kilogram, maar beweegt als een middengewichtbokser heel soepel op zijn tenen.
Zijn dominantie is bijna ongezien: bij de senioren verloor de Fransman nog maar twee (!) kampen: de kwartfinale op de Spelen van 2008 tegen de Oezbeek Abdullo Tangriev en de finale van de open categorie op het WK 2010 in Tokio, tegen de Japanse lieveling Daiki Kamikawa, telkens na discutabele beslissingen van de scheidsrechters.
Riner won in Tokio wel goud in zijn ‘normale’ zwaargewichtklasse en in Peking behaalde de in Guadeloupe geboren judoka nog brons. Geen mens die ervan uit gaat dat dat in Londen geen goud wordt.
Hoop voor Griekenland
Ook in de lichtste categorie bij de mannen (- 60 kg) valt er bij de bookmakers weinig geld te verdienen want daar geldt Rishod Sobirov (25) als de kandidaat nummer één op goud. De spectaculaire Oezbeekse judoka behaalde brons in Peking en stak daarna met sprekend gemak twee wereldtitels op zak (2010 en 2011). Dit jaar en vorig jaar was hij ook de beste op het prestigieuze toernooi in Parijs.
De enigen die in staat lijken om zijn boot te doen kapseizen zijn de Japanner Hiroaka en de Oekraïner Georgii Zantaraia.
Heel Griekenland rekent in deze tijden van crisis op Ilias Iliadis, de judoka die op zijn zeventiende (!) in Athene de gouden medaille in de categorie – 81 kg pakte en plotsklaps een nationale held werd.
Na zilveren medailles op de WK’s van 2005 en 2007 mocht hij in Peking op de openingsceremonie de Griekse vlag dragen, en dus – zoals de traditie het voorschrijft – als eerste atleet het Vogelneststadion binnenwandelen. Maar het olympisch toernooi werd een fiasco na een nederlaag in de eerste ronde.
Illiadis (25), geboren in Georgië als Jarji Zviadauri maar later naar Griekenland verhuisd, liet zich niet ontmoedigen en keerde met wereldtitels in 2010 en 2011 (- 90 kg) terug naar de top.
In Londen wordt de 21-jarige Japanner Daiki Nishiyama (zilver op de voorbije twee WK’s) zijn grootste tegenstander op weg naar goud.
Contadorreke
De ‘koningin van het judo’, de Chinese zwaargewichte Tong Wen (+ 78 kg), wil revanche na een dopingschoring (een Contadorreke met clenbuterol) die het TAS wegens procedurefouten van tafel veegde.
Wen (29) is sinds 2002 ongeslagen op grote internationale toernooien met onder meer vijf zeges op het WK én olympisch goud in Peking. Na haar schorsing won ze op het laatste WK al haar kampen met ippon. Toch ontstond er in China controverse omdat de nationale judobond voor haar en niet voor Qian Qin koos, het nummer twee op de wereldranglijst.
In de op een na zwaarste categorie (- 78 kg) rekent de VS met Kayla Harrison op een allereerste gouden judomedaille (m/v), nadat de Amerikaanse in 2010 wereldkampioene werd en in 2011 brons pakte.
Een groot verhaal over de plas, want de 22-jarige Harrison werd door haar eerste coach misbruikt. Een overwinning in Londen zou volgens haar ‘a life victory’ zijn en een inspiratie voor andere slachtoffers van seksueel geweld.
De enorm gerespecteerde Lucie Décosse wil in Londen de kroon op haar imposant palmares plaatsen met het enige wat daar nog op ontbreekt: olympisch goud. De 29-jarige Française veroverde al drie wereld- (2005, 2010, 2011) en vier Europese titels (2002, 2007, 2008, 2009), maar strandde in Athene op de zevende plaats en in Peking op zilver na de Japanse Ayumi Tanimoto (beide in de – 63 kg categorie).
Sinds 2010 schoof de Franse politieagente op naar de categorie – 70 kg, waar de 32-jarige Nederlandse Edith Bosch (zilver Athene, brons Peking, WK 2005, viermaal Europees kampioene) haar grootste antagoniste is.
Bosch is niet de enige Nederlandse medaillehoop in het judo want ook Elisabeth Willeboordse (- 63 kg, brons in Peking), Dex Elmont (- 73 kg) en vooral Henk Grol (- 100 kg, brons in 2008) staan in hun respectieve categorieën met stip genoteerd.
Vooral Grol, ook al tweemaal zilver op het WK, is enorm gebrand op een eerste grote internationale titel, maar zal zich wel voorbij onder meer de Japanner Takamasa Ania (viervoudig Japans kampioen, WK 2010) en de Kazak Maxim Rakov (WK 2009, brons 2011 en nummer één van de wereld) moeten vechten.
En de Belgen?
In Peking pakte België voor het eerst sinds 1984 geen judomedaille, maar met de pas 21-jarige Luikse Charline Van Snick (- 48 kg) hebben we weer een grote kandidate op eremetaal.
Op haar negentiende brons op het EK in 2010, in 2011 vijfde op het WK en dit jaar moest ze in de EK-finale pas na een verlenging het hoofd buigen voor de Roemeense olympisch en achtvoudig Europees kampioene Alina Dumitru, die ze eerder in Grand Prix- en Wereldbekerfinales al een paar keer geklopt had.
Van Snick, het nummer vier van de wereld, heeft het laatste jaar aan pure kracht gewonnen en is een heel aanvallende judoka, gezegend met een enorme vechtersmentaliteit: “Ik ga naar Londen om elke wedstrijd te winnen.”
En dat is niet onmogelijk. Haruna Asami, wereldkampioene in 2010 en 2011 en eerste op de wereldranglijst, kon zich na een knieblessure niet plaatsen op het nationale kwalificatietoernooi. Het enige Japanse ticket ging naar Tokomo Fukumi, het nummer twee van de wereld. Zij moet de legendarische Ryoko Tani (tweemaal olympisch kampioene, zevenvoudig wereldkampioene) doen vergeten.
Met ook nog Dumitru en de Braziliaanse Sarah Menezes (derde op de world ranking) zal Van Snick zaterdag, op de eerste echte competitiedag van de Spelen, om de medailles vechten. De finale vindt plaats om 16 uur, ongeveer op hetzelfde moment als de olympische wegrit wielrennen op The Mall van Londen zal arriveren.
Heylen op oude dag?
Voor de al 35-jarige Ilse Heylen (- 52 kg), zesde op de wereldranglijst, is een nieuwe medaille, na brons in Athene en veel blessureleed, geen eenvoudige opgave.
Zij moet opboksen tegen onder meer de Mongoolse Bundmaa Munkhbaatar, de Japanse Nakamura en de Braziliaanse Erika Miranda, de nummers twee, drie en vier van de wereld.
Koploopster Yuka Nishida kon zich niet plaatsen, na een nederlaag in de finale van het Japanse kwalificatietoernooi tegen Nakamura, brons in Peking en wereldkampioene in 2009 en 2011.
Ondanks een vroege uitschakeling op het voorbije EK in Chebyalinsk (in de tweede ronde tegen de Duitse Mareen Kraeh) bewees Heylen dit jaar wel in vorm te zijn met een derde plaats op de Masters in Almaty (na Nishida en Nakamura, maar na winst tegen Munkhbaatar), plus een tweede en derde stek op de Grand Slamtoernooien van Moskou en Rio de Janeiro, al was de wereldtop daar niet voltallig aanwezig.
Ontbolstert Van Tichelt?
Voor een olympische medaille leek Dirk Van Tichelt (- 73 kg) na Europees goud in 2008, een vijfde plaats in Peking en brons op het WK 2009 zeker in aanmerking te komen, maar de voorbije jaren liep de Beer van Brecht op de grote kampioenschapen de ene teleurstelling na de andere op. Op het WK vorig jaar eindigde Van Tichelt nog als zevende, maar op het voorbije EK ging hij al in zijn eerste kamp roemloos onderuit.
Qua pure kracht wereldtop, conditioneel en mentaal moet de 28-jarige judoka, negende op de wereldranglijst, de laatste stap nog zetten. Misschien in Londen?
Ook de genaturaliseerde Nederlander Elco van der Geest (achttiende op de wereldranglijst in de categorie – 100 kg), is mentaal niet altijd even stabiel, maar kan in een superdag zijn vijfde plaats van op het WK 2011 misschien herhalen.
De Waal Joachim Bottieau (-81 kg), brons op het voorbije EK en dertigste op de world ranking, gaat voor top acht.
Jonas Creteur