De MotoGP wordt al enkele jaren gedomineerd door de Spanjaarden, dat is bij het begin van dit seizoen niet anders. In Jérez vechten Márquez, Pedrosa en Lorenzo een prestigeslag uit.
De Grote Prijs in Jérez de la Frontera, in het zuiden van Spanje, is de vierde manche van het MotoGP-seizoen. Niet dat hier dus al beslissingen vallen in het kampioenschap, maar toch is deze GP er eentje om naar uit te kijken.
Nergens is de populariteit van het spel tussen de bronstige tweewielers groter dan op het Iberische schiereiland. Waar ze dan ook grossieren in wereldtitels en wereldkampioenen, denk aan Alex Crivillé, Jorge Lorenzo of het nieuwe wonderkind Marc Márquez.
Amper 21 jaar is Márquez en vorig jaar won hij in zijn eerste seizoen in de MotoGP (de hoogste afdeling van het wegracen, zeg maar) meteen de wereldtitel, daarmee zette hij zichzelf in de recordboeken als de jongste wereldkampioen ooit. In het algemene klassement bleef hij zijn landgenoten Jorge Lorenzo en Dani Pedrosa voor.
In aanloop naar dit seizoen brak Márquez zijn kuitbeen, wat meteen tot speculaties leidde over zijn titelkansen. Lorenzo, Pedrosa, maar ook de herrezen Valentino Rossi, lagen op vinkenslag. Hun ambities mochten echter snel weer onder het matje geveegd: Márquez won alle drie races tot nog toe. In Qatar, de VS en Argentinië.
Márquez is beducht voor de prestigeslag op de geboortegrond: in Jérez kunnen de Spanjaarden nog altijd dat tikkeltje meer. “Pedrosa (ploegmaat van Márquez bij Repsol, nvdr) en Lorenzo bewezen in het verleden al meermaals dat ze hier telkens sterk voor de dag komen”, aldus de jonge wereldkampioen in aanloop naar de GP. Vorig jaar won Lorenzo (Yamaha) de GP van Spanje, een paar maanden kreeg hij er zelfs een bocht naar zich vernoemd. Overbodig te zeggen dat er een paar dubbelgemotiveerd aan de start zullen komen. Gentlemen, start your engines!
MotoGP van Spanje, zondag 4 mei om 14u.