De Spelen maken niet rijk, wel gelukkig

© Reuters

Je kunt de Olympische Spelen organiseren zonder dat de gaststad zich voor decennia in de schulden steekt. Waarom wordt op voorhand vooral het geluk van de toeschouwers en atleten juist ingeschat, maar zelden de torenhoge kosten?

‘It was a great pleasure, nothing more, nothing less.’ Zo besluiten de economen Karl Brenke en Gert Wagner hun studie naar de economische effecten van het WK voetbal van 2006 in Duitsland. Het lijkt de conclusie te zijn van alle Olympische Spelen en alle wereldkampioenschappen voetbal: op lange termijn zijn winsten zeldzaam, op korte termijn zijn ze zelfs onbestaande.

De Spelen maken een stad niet rijk, ze maken haar gelukkig. Een ondraaglijk minimalistische gedachte voor de gaststeden, die dat dan ook weigeren onder ogen te zien, alle bewijzen ten spijt. Madrid, toch niet de hoofdstad van een land dat zich in het eerste decennium veel zotte kosten kan veroorloven, rechtvaardigt zijn kandidaatstelling voor de Spelen van 2020 ermee dat het de beste manier zou zijn om zijn economie weer op de rails te krijgen.

Ook voor de Londense organisatie is plezier niet de drijfveer. Zoals alle gaststeden de voorbije edities zet het zijn Spelen in om duurzame welvaart te bereiken door de creatie van jobs en de herontwikkeling van een arm stadsdeel.

Maar ook deze gaststad ontsnapt alvast niet aan een grove onderschatting van de kosten, een olympische traditie. Londen berekende aanvankelijk dat het zijn organisatiekosten kon beperken tot minder dan 3 miljard euro. Dat werd al snel 12 miljard, momenteel is het eigenlijk al bijna 15 miljard en gefluisterd wordt dat het eindresultaat rond de 29 miljard euro zal schommelen. En het is niet de eerste de beste die het al over 29 miljard heeft: Jack Lemley, de voormalige baas van het ODA, de overheidsinstantie die de olympische infrastructuur oplevert.

‘Dikwijls vraag je je af hoe het mogelijk is dat er in zulke grootteordes onderschat wordt’, zegt Johan Swinnen, professor economie aan de KU Leuven. ‘Het tragische is dat het altijd om dezelfde problemen en dezelfde foute berekeningen gaat. Je zou nochtans mogen veronderstellen dat ze in Londen wel een serieuze studie kunnen bestellen.’

De ambities: Londen zal duurzaam en eeuwig zijn
Dat deze Spelen duurzaam zouden zijn, hoorden we al lang voor de Britse hoofdstad er in 2005 in slaagde om de Spelen voor de derde keer binnen te halen. Meer zelfs, de duurzame erfenis was het unique sellingpoint waarmee het bod van Londen dat van een stad als Parijs overtroefde.

Als de Olympische Spelen een achtergestelde buurt kunnen doen heropleven, kinderen inspireren om aan sport te doen, toeristen en buitenlandse investeerders lokken, werkgelegenheid scheppen, eersteklassportfaciliteiten en een efficiënt en snel openbaarvervoernetwerk bieden en een kleine ecologische voetafdruk nalaten, wel: dan wil Londen dat allemaal. Londen lijkt niet in het minst geïntimideerd door het lot dat vele voorgangers-gaststeden trof. Hoewel het voor alle zekerheid heel wat expertise haalde bij ervaringsdeskundigen uit Sydney en Barcelona.

Tanja Vanhoecke Lees het volledige verhaal in Knack Extra van deze week.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content