De cijfers achter hét (nieuwe) wapen van de Red Lions: de strafcorner

© GETTY
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Het is al vaak aangehaald als een van de redenen van de opgang van de Red Lions: de betere afwerking op de cruciale strafcorner. Maar hóéveel beter? Emily Calderon, performance analyst van de Lions, bezorgde ons de opvallende cijfers.

Olympische hockeyfinale Rio 2016. Argentinië-België 4-2. Commentaar achteraf: de Zuid-Amerikanen waren, mede dankzij specialist Gonzalo Peillat, efficiënter op de strafcorners: 2 op 2. De Red Lions? 0 op 4…

Niet alleen in die match, in het héle olympische toernooi bleek dat een pijnpunt: in de halve finale tegen Nederland (3-1) en in de kwartfinale tegen India (3-1) scoorden de Belgen slechts éénmaal uit een strafcorner. En in de vijf vorige groepswedstrijden telden ze ook amper vier gelukte penaltycorners, waarvan bovendien amper één direct binnen geknald – de rest was in de rebound.

Met 5 op 23 strafcorners (‘netto’, want de hernomen corners, wanneer de ‘uitloper’ van de tegenstander de bal op de voet of op het been krijgt, tellen voor 1) haalden de Red Lions toen een scorepercentage van amper 22%, het slechtste rapport van alle toplanden. Ze hadden wel de beste veldstatistieken, maar voor goud bleek dat dus onvoldoende.

Enter, vanaf het WK 2018 in India: Alexander Hendrickx, die in Rio nog reserve was. Hij werd voortaan de eerste optie voor de strafcorners, daarvoor waren dat vooral Tom Boon en Loïck Luypaert.

Een gigantisch verschil: 9 op 26 penaltycorners voor de Lions (netto), of een afwerkingspercentage van 35%. Bovendien met meer afgedwongen PC’s per match: 3,71 vs. 2,88 in Rio. Op het EK in Antwerpen, in 2019, mikten de Lions zelfs nog efficiënter raak: 9 op 24, of 37,50%. Op beide toernooien (WK en EK) veroverden ze mede daardoor goud. Niet toevallig werd Hendrickx op beide toernooien topscorer, dankzij de strafcorners.

De sleep van Alexander Hendrickx kan een bal tot over de 100 km/u per brengen
De sleep van Alexander Hendrickx kan een bal tot over de 100 km/u per brengen© Belga Image

Veel variaties

Intussen is hij daarin de beste ter wereld geworden. Verdedigers krijgen nachtmerries van zijn zogenaamde sleep die de bal ver boven de 100 kilometer per uur kan doen zoeven. Met verschillende varianten: hoog, laag, zijdelings van de doelman, Hendrickx kan het allemaal.

Dankzij een perfecte techniek die hij ná de teamtrainingen vele uren heeft bijgeschaafd. Dankzij armen waar de spieren als kabels op liggen. Dankzij een hyperfocus bij het nemen van de corner. En dankzij uitgebreide studies van de tegenstander: hoe de keeper en de verdedigers staan en bewegen. Want aan Hendrickx’ variërende kanonskogels passen die hun strategie ook steeds meer aan.

Tevergeefs echter: het strafcornerrendement van de Red Lions blijft stijgen: op het jongste EK: 9 op 23 (netto), afgewerkt aan 39%. En ook op het olympische toernooi in Tokio knikt de curve verder omhoog.

Tot en met de halve tegen India scoorde Hendrickx liefst 12 keer uit een penaltycorner, op 20 pogingen (netto) – aan liefst 60% dus. Ook Tom Boon, die mag schieten als zijn ploegmaat even uitblaast, bleef niet achter met drie treffers (waarvan één in de rebound, na een PC van Hendrickx). En ook Loïck Luypaert scoorde één keer, in de halve finale tegen India.

De Lions haalden zo tot en met de halve finale een strafcornerrapport van 16 op 31 (netto). Het verschil met Rio is zeer groot: 21,74% vs. 51,61%. Met bovendien 6,86 afgedwongen PC’s per duel, i.v.m. ‘slechts’ 3,25 in Rio, een teken van hun nog grotere dominantie in het veldspel.

Vincent Vanasch is dan weer de belangrijke man bij de strafcorners die de tegenstanders krijgen
Vincent Vanasch is dan weer de belangrijke man bij de strafcorners die de tegenstanders krijgen© Belga Image

Sterke keeper

Bovendien slagen de Lions er ook in om de tegenstander het scoren te beletten op de strafcorners: tot en met de olympische kwartfinale slechts één geïncasseerde poging uit dertien, van Duitsland. Ook India kon in de halve finale uit vijf pogingen slechts éénmaal raak treffen. Dankzij een topkeeper als Vincent Vanasch, die als geen ander zijn verdediging kan zetten, de variaties van de tegenstander en de baan van de bal kan lezen.

Als de Lions de olympische finale op donderdag (start om 12 uur) willen winnen van Australië, zullen ze die strafcorners (wellicht met nieuwe, voor de finale gespaarde varianten) weer aan een hoog percentage moeten afwerken.

De Kookaburras zijn in hun halve cirkel immers verdedigend heel sterk. Net als de Belgen slikten ze in de groepsfase slechts negen doelpunten, en in de halve finale hielden ze de Duitsers op één treffer.

Alexander ‘Harry Potter’ Hendrickx weet dus wat hem te doen staan: nog een laatste keer toveren met de bal.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content