© Reuters

Vrouwen mogen in drie gewichtsklassen voor het eerst om olympische medailles boksen en daar verheugen de Ieren zich al lang op.

Vrouwen mogen in drie gewichtsklassen voor het eerst om olympische medailles boksen en daar verheugen de Ieren zich al lang op, want met lichtgewicht Katie Taylor (26) hebben ze een van de meest succesvolle boksters aller tijden in huis.

Taylor, vijfvoudig Europees en viervoudig wereldkampioene én lid van de Ierse nationale… voetbalploeg, is de grootste hoop voor Ierland op olympisch goud. Met haar knappe looks is ze ook a big star op het eiland.

Dezelfde status heeft Mary Kom (29), alias Magnificent Mary, in India. Moeder van een tweeling, maar wel al vijf keer wereldkampioene bij de lichtvlieggewichten.

Op het laatste WK werd ze al in de kwartfinale uitgeschakeld door de Britse Nicola Adams, ook in Londen een geduchte concurrente. Bovendien moet Kom in Londen, net als op het WK, in een iets zwaardere categorie (vlieggewichten) boksen en ook nog afrekenen met de sterke Chinese Ren Cancan.

In die categorie zal ook de pas 17-jarige Afghaanse Sadaf Rahimi veel aandacht krijgen. Zij treedt in de voetsporen van afstandsloopster Robina Muqimyar (deelneemster in Athene) en wordt sinds de schorsing van haar land op de Spelen van Sydney (wegens het Talibanregime) pas de tweede sportster die Afghanistan vertegenwoordigt op een olympiade.

Goud voor Mongolië?

Bij de heren wenden veel waarnemers hun blik naar het duel bij de lichtvlieggewichten tussen de Chinese titelhouder Zou Shiming, tevens drievoudig wereldkampioen (2005, 2007, 2011), en Pürevdorjiin Serdamba, die in Peking de finale verloor.

Het jaar erna werd hij de eerste Mongoliër die een wereldtitel in het boksen behaalde. Op het WK 2011 in Baku moest Serdamba vrede nemen met brons, na een nederlaag in de halve finale tegen de Zuid-Koreaan Shin Jong-Hun, in Londen ook een medaillekandidaat.

Groot-Brittannië stelt zijn medaillehoop bij de vlieggewichten op de 23-jarige Welshe bokser Andrew Selby, die in 2011 Europees kampioen werd en de WK-finale verloor tegen de Russische favoriet Misha Alojan.

Omdat zijn landgenoot Khalid Yafai ook bij de laatste acht raakte, moesten de twee onderling uitmaken wie het enige Britse olympische ticket bij de vlieggewichten zou krijgen. Selby trok aan het langste eind en hoopt in Londen een plaats beter te doen dan in Baku.

Belangrijke rivaal, naast Alojan, wordt Haroon Khan, broer van de meer bekende Amir, die onlangs zijn WBA-(prof)titel bij de lichtweltergewichten verloor aan Danny Garcia. Haroon is ook in Groot-Brittannië geboren, maar vecht voor Pakistan.

Roberto Cammarelle (31), brons in Athene, goud in Peking en tweevoudig wereldkampioen, daagt bij de superzwaargewichten de tien jaar jongere Anthony Joshua uit, de Brit die de Italiaanse politieman verrassend versloeg op het voorbije WK. Al werd Joshua op zijn beurt in de finale geklopt door de Azerbeidzjaan Magomedrasul Majidov.

Bij de zwaargewichten neemt de Oekraïner Oleksandr Usyk, wereldkampioen 2011, de handschoen op tegen de Tsjetsjeense held Artur Beterbiyev (WK 2009) en Clemente Russo.

De Italiaanse politieagent won goud op het WK in 2007 en zilver in Peking, en weigerde al lucratieve profcontracten van boksmanager Don King, die hem The White Hope noemt. Pas na Londen zal Russo (misschien) overwegen om naar de profs over te stappen.

Veel zal afhangen van het resultaat in de immense ExCelsporthal, waar het olympisch bokstoernooi plaatsvindt.

Oekraïne dé boksnatie?

Oleksandr Usyk is lid van een heel sterke lichting Oekraïners, met ook nog middengewicht Evhen Khytrov, weltergewicht Taras Shelestyuk en lichtweltergewicht Denys Berinchyk, respectievelijk goud, goud en zilver op het voorbije WK.

Grootste Oekraïense ster is echter Vasyl Lomachenko, die als 20-jarige in Peking met groot overwicht zijn vijf kampen bij de vedergewichten won (58-13) en er de Val Barker Trofee kreeg, als beste bokser van de Spelen. Daarna kroonde Lomachenko zich nog twee keer tot wereldkampioen: bij de vedergewichten (2009) en bij de lichtgewichten (2011).

In Londen zal hij zijn zwaarste klappen moeten uitdelen aan de Cubaan Yasniel Toledo (zilver WK 2011) en de Italiaan Domenico Valentino (brons WK 2011, WK 2009 en drievoudig Europees kampioen).

Oekraïne kan net als op het WK 2011 (viermaal goud en eenmaal zilver) ook in Londen dé boksnatie worden. Ook omdat Cuba, van oudsher het meest dominante land, de laatste jaren veel van zijn pluimen verloor.

Na vier keer goud in Sydney en vijfmaal in Athene, won het in Peking geen enkele olympische titel, al behaalden de Cubaanse boksers wel vier keer zilver en viermaal brons.

Met bantamgewicht Lázaro Álvarez (21) en lichtzwaargewicht Julio César de la Cruz (22) heeft Cuba nu twee nieuwe toptalenten en regerende wereldkampioenen die een grote kans maken op goud. Álvarez zal wel de Britse thuisfavoriet Luke Campbell (24, EK 2008, zilver WK 2011) in bedwang moeten houden.

Hun (eventuele) gouden medailles zullen Álvarez en Julio César de la Cruz ongetwijfeld opdragen aan drievoudig olympisch kampioen en zwaargewichtlegende Teofilo Stevenson, die in juni overleed aan een hartaanval.

Opmerkelijk: Londen wordt het laatste grote toernooi waarbij de amateurboksers hoofdbeschermers zullen dragen.
En na de Spelen vervangt de internationale bond het discutabele elektronische puntensysteem door een jury. Het wil het amateurboksen immers meer bij het profmodel laten aansluiten.

Jonas Creteur

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content