400 meterloper Cédric Van Branteghem vloog de piste rond.
Jef Van Baelen vraagt toppers naar hun mooiste sportherinnering.
In 2007 leken mijn beste jaren achter me te liggen. Ik kampte met blessures en raakte niet meer in de buurt van mijn Belgisch record. Er stond nog één ding op mijn bucketlist – ooit een olympische finale lopen – maar het zag er niet naar uit dat dat zou lukken. Tot Jacques Borlée belde.
Zijn zonen Jonathan en Kevin waren toen nog niet sneller dan ik, maar je zag hun enorme potentieel. Jacques stelde voor een estafetteteam te beginnen, want ‘drie sterke 400 meterlopers in het kleine België is een unieke kans’. Bij onze eerste poging liepen we meteen de olympische limiet voor Peking 2008, waar we ons vlot plaatsten voor de finale. Dat voelde op dat moment al als een enorme overwinning.
De avond voor de finale pakten de Belgische vrouwen onverwacht zilver op de 4×100 meter (later omgezet naar goud, toen het Russische team op doping werd betrapt, nvdr). Konden wij ook verrassen? Jacques Borlée broedde op een tactische vondst. Hij gooide de volgorde van de lopers om. Kevin Borlée zou starten, daarna kwam Jonathan, dan ik, met Arnaud Ghislain als slotloper.
De wereld op zijn kop, want normaal eindig je met je beste kracht. Maar Jacques vond dat we zo lang mogelijk de Amerikanen moesten volgen, om uit het gewoel te blijven. We waren niet gerust in die strategie, eerlijk gezegd. Maar Jacques had het laatste woord.
Zijn plan pakte beter uit dan we hadden durven dromen. Jonathan gaf me de stok in tweede positie. De Britten, de Jamaicanen, de lopers van de Bahama’s: ze lagen allemaal ver achter en hinderden elkaar. ‘Wat er ook gebeurt: niemand haalt je vandaag in’, prentte ik mezelf in.
Ik vloog de piste rond en wist zowaar onze tweede plek te behouden. We eindigden uiteindelijk vijfde. In volle euforie, met ongeloof over wat we hadden gepresteerd, zagen we Tia Hellebaut live op de piste goud winnen. Dat maakte het feestje compleet.
Vermoedelijk was onze race een olympische medaille waard. Jaren later klommen we een plek in de uitslag toen de Russen werden betrapt op doping. Vlak na de Spelen had de Amerikaan LaShawn Merritt positief getest op een dopingmaskerend middel – toch mochten de VS hun goud houden. Zuur, maar gelukkig tast dat mijn mooie herinneringen aan Peking niet aan.
Nooit presteerden Belgen zo goed op internationale atletiekkampioenschappen