Atletiek (Belgen/mannen)

© AFP

Dé vraag die sportminnend België op maandag 6 augustus rond 21.30 uur zal bezighouden: kunnen Kevin of Jonathan Borlée (24) een medaille op de 400 meter behalen?

Dé vraag die sportminnend België op maandag 6 augustus rond 21.30 uur zal bezighouden: kunnen Kevin of Jonathan Borlée (24) een medaille op de 400 meter behalen? Er zijn believers en nonbelievers, en ook met de statistieken kun je alle kanten uit.

Twee (iets te simplistische) redeneringen, maar we schrijven ze toch neer. De stelling in het nadeel van de broers: LaShawn Merritt (titelverdediger, dit jaar al 44.12 en 44.19), Kirani James (wereldkampioen 2011, PR van 44.36), Jermaine Gonzales (vierde WK 2011, PR van 44.40), Luguelín Santos (pas 18 jaar, in 2012 al 44.45), Tony McQuay (44.49), Renny Quow (44.53) en Chris Brown (44.40) zijn mogelijke finalisten met een betere persoonlijke besttijd dan Kevin (44.56) en Jonathan (44.71), waardoor de broers al blij mogen zijn met een topvijfplaats.

Met die nuance dat Gonzales’, Quows én Browns persoonlijk record al dateren van respectievelijk 2010, 2009 en 2008 en dus al over hun top (kunnen) zijn.

De stelling in het voordeel van (vooral) Kevin Borlée, vorig jaar al derde op het WK in 44.90. Met zijn Belgisch record (44.56), gelopen op voorbije BK, was hij in Peking tweede geworden, in Athene vierde en in Sydney derde.

Kijk je naar de laatste zeven WK’s dan was die tijd goed voor één eerste, drie tweede, een derde en twee vijfde plaatsen. In de laatste tien grote internationale kampioenschappen had Borlée dus zeven keer het podium gehaald. Misschien dus ook in Londen… Zeker omdat het niveau op de 400 meter de laatste jaren allesbehalve gestegen is.

Onzinnige vergelijking of niet: het geeft wel de (grote) waarde weer van Borlées record. Naar eigen zeggen was Kevin, met zijn tijd de vierde snelste 400 meterloper van het jaar, zelfs nog niet top op het BK. Al kun je je ook afvragen of hij daar niet te vroeg in vorm was.

Ervaring

Nog pluspunten? De twee Amerikanen die zich, naast de superieure Merritt, kwalificeerden op de trials, zijn Bryshon Nellum (23) en Tony McQuay (22). Twee ‘groentjes’: de eerste nam aan nog geen enkel groot kampioenschap deel, McQuay maakte alleen het WK in 2011 mee en ging er daar uit in de reeksen.

Dat kan dus in het voordeel van de meer ervaren en mentaal sterke Borlées spelen. Gesteund door hun supergedreven vader Jacques zijn ze bovendien echte kampioenschapslopers die de opeenvolging van wedstrijden goed aankunnen – zeker Kevin – en al bewezen hebben dat ze perfect kunnen pieken.

Dat de topvorm niet veraf is, bewezen ze op de laatste Diamond Leaguewedstrijd in Monaco, waar Jonathan (44.74, beste tijd van het jaar) en Kevin (44.94) in een deelnemersveld gelijkwaardig aan een olympische finale eerste en derde werden. LaShawn Merritt viel wel geblesseerd uit.

Conclusie? Goud (allicht voor Merritt) lijkt uitgesloten, zilver is niet onmogelijk maar wordt moeilijk tegen Kirani James, maar brons moet voor een van de broers zeker kunnen.

Aflossingsploeg

Ondanks de Europese titel in 3:01.09 wordt een olympische medaille voor de 4×400 meter aflossingsploeg veel moeilijker. Dan moeten, naast de Borlées, ook de twee andere Belgen onder de 46 seconden lopen om in de buurt van de medaillegrens (2.59) te raken en tegen de VS, Groot-Brittannië (op het EK zonder hun sterkste lopers), Rusland, Zuid-Afrika en de Caraïbische landen als Cuba, Jamaica en de Bahama’s een kans(je) te maken.

Hoewel de prestatie van de 22-jarige debutant Jente Bouckaert op het EK in Helsinki hoopvol was (45.96), zullen hij, Antoine Gillet (46.13 PR), Nils Duerinck (46.31 PR) en Arnaud Ghislain (46.43 PR) zich in Londen (ruimschoots) moeten overtreffen.

Medaille op tienkamp?

Tot 27 mei leken Tia Hellebaut en de Borlées onze enige medaillekansen in de atletiek, maar dan won Hans Van Alphen de tienkamp in Götzis met 8519 punten, een nieuw Belgisch record en een bestewereldjaarprestatie. Tot Ashton Eaton op de Amerikaanse trials het elf jaar oude wereldrecord van Roman Sebrle verbeterde tot 9026 punten. Alleen de Duitser Pascal Behrenbruch (8558 punten op EK) deed daarna nog beter dan Van Alphen.

Goed nieuws voor de Limburger was ook de diskwalificatie van topconcurrent Bryan Clay, zilver in Athene en goud in Peking, op de Amerikaanse trials. Bovendien stelde Trey Hardee, de wereldkampioen van 2009 en 2011, er teleur met ‘slechts’ 8383 punten.

Van Alphen, die met coach Wim Vandeven de jongste jaren vooral aan zijn techniek sleutelde, ambieert minstens top acht, maar mag (voorzichtig) van meer dromen.
Met zijn 8519 punten was hij op het afgelopen WK in Daegu immers als tweede geëindigd en op het WK 2009 en in Peking als vierde.

In de veronderstelling dat Eaton en Hardee op hun normaal niveau presteren, wordt het met onder meer Behrenbruch, de Nederlander Eelco Sintnicolaas (8506 punten in Götzis) en de Cubaan Leonel Suárez knokken om brons.

Hordenlopers

België vaardigt ook twee hordenlopers af. Michaël Bultheel, een 26-jarige student geneeskunde uit Lendelede, maakt alleen kans op een halve finale als hij zijn persoonlijk record (49.38, gelopen op de Memorial van 2010) benadert of verbetert, maar dit seizoen kwam hij nog niet in de buurt (49.60 op het BK).

Adrien Deghelt (27) vestigde begin juli in Heusden-Zolder een persoonlijk record op de 110 meter horden met 13.50, maar de Merchtemnaar zal allicht nog een tiende rapper moeten lopen om de halve finale te halen.

Jonas Creteur

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content