Zeev Zeltser, voormalig hoofdtrainer van de Israëlische nationale jeugd, nu hoofdtrainer van de jeugdopleiding van Hapoel Tel Aviv én analist voor de Israëlische betaaltelevisie, belicht de Israëliërs die dit seizoen bij eersteklassers zitten.

Elyaniv Barda (KRC Genk)

“Is altijd een talent geweest omdat hij veel werkt en loopt. Barda is niet zozeer technisch, wel snel en hij weet wat te doen met een bal in de zestien. Hij is wat je noemt een goede speler voor een trainer omdat hij uitvoert wat je als trainer wilt. Je kunt hem vertrouwen.”

Rami Gershon (KV Kortrijk)

“Hem heb ik niet bij de nationale U-17 of U-19 gehad, hij is op latere leeftijd beter geworden. Gershon is goed voor het team, maar hij is niet iets méér zoals Refaelov of sommige anderen. Hij kan als verdediger links achteraan of centraal spelen.”

Shlomi Arbeitman (Westerlo)

“Is sterk in de zestien en goed met het hoofd en de voeten en met de rug naar doel: hij kan ballen afleggen en dubbelpasses opzetten. Soms werkt hij niet altijd even hard, maar hij kan het afmaken. Arbeitman is een goede doelpuntenmaker, maar hij is afhankelijk van de andere spelers.”

Dor Malul (Beerschot)

“Is een talent à la Refaelov en Buzaglo. Iedere keer als ik de vroegere Spaanse bondscoach Iñaki Saez tegenkom, vraagt hij mij naar hem. Malul speelt slim, heeft een kruispass, je weet nooit wat hij gaat doen. Hij speelde twee keer met de Europese elf tegen Afrika bij de U-18, in Barcelona. Hij was bij de besten, dus Madrid stuurde een mannetje naar hier. Maar hij verdraaide zijn knie op de laatste training en kon niet gaan en toen ze een tweede keer kwamen, moest hij zijn legerdienst vervullen, dus ze hebben hem daardoor uiteindelijk niet genomen.”

Roei Dayan (Beerschot)

“Een aanvaller, maar bij de nationale ploeg was hij een middenvelder op rechts. Goed met de benen, goed met het hoofd, kan dribbelen en scoren en een groot gebied op het veld bestrijken. Je moet alleen vaak tegen hem praten en niet roepen. Dán kan hij veel aan. Maar hij heeft soms tijd nodig om zijn plaats te vinden.”

Lior Refaelov (Club Brugge)

“Mensen houden van dit soort voetballers. Hij kan passen, de bal bijhouden als je vóór staat. Hij was in Israël dé beste. Dat hij in België voetbalt en bijvoorbeeld niet in een grotere competitie heeft onder andere te maken met de verplichte legerdienst in Israël, waardoor spelers op jongere leeftijd niet naar het buitenland kunnen.”

Liroy Zhairi (KV Mechelen)

“Hij speelde onder mij bij de U-17 en de U-19 als rechtsbuiten in een 4-3-3. Maar ik heb hem bij de U-19 uiteindelijk als een van de twee defensieve middenvelders uitgespeeld. Die positie kreeg hij ook in zijn club. Heeft een goede fysiek en kan van achteren uit komen en op doel trappen. Soms, bij de U-21, speelde hij ook rechtsachter. Dat hij Israël verliet, is verrassend, want hij had een vaste plaats in de ploeg, maar misschien hadden ze geld nodig.”

Maor Buzaglo (Standard)

“Was in Israël een van de beste spelers. Hij had een groot contract bij Maccabi en zijn vader, die zelf ook een goede speler is geweest, zei nogal vaak openlijk wat hij dacht en dat zorgde voor problemen. De club hield er niet meer van, dus het is goed voor hem dat hij weg is uit Israël. Maar hij heeft techniek, vista, conditie en kan spelen als offensieve middenvelder op links of rechts en als spits.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content