Twee jaar geleden tekende Petr Platenik al een contract bij Maaseik. Maar in Tsjechië is de militaire dienst verplicht en die moest hij nog eerst vervullen. Sinds dit seizoen maakt hij mee het mooie weer bij de Limburgse club.
Twee jaar geleden speelde Petr Platenik (22) nog bij Odolena Voda, de ploeg waarmee hij twee keer deelnam aan het Fortis-toernooi. De jonge Tsjech liet een goede indruk na en Maaseik bood hem een contract aan. “Ik was compleet overdonderd”, herinnert de speler zich. “Ik kon er niet meteen over beslissen, moest er over nadenken. Enkele weken later ben ik teruggekomen met mijn broer. Hij kwam mee als mijn manager om het contract te overlopen en toen heb ik het getekend. ( Grinnikt) Dat contract duurt vier jaar, als ze me niet buiten gooien natuurlijk.”
Maar Platenik kwam nog niet meteen naar België. Eerst moest hij zijn militaire dienstplicht nog vervullen. “Gelukkig kon ik tijdens mijn dienst blijven volleyballen. In Tsjechië kan je kiezen : ofwel verricht je werk voor het land, ofwel ga je écht het leger in. Ik heb voor het eerste gekozen. Dus heb ik anderhalf jaar hallen gepoetst. Geen geweldig interessant werk, maar ik kon wél blijven volleyballen. De enige regel waar ik me aan moest houden, was dat ik anderhalf jaar in Tsjechië moest blijven.”
Twee seizoenen later speelt Platenik in België. ” I like it here. Ik was van in het begin heel enthousiast. Die twee jaar tussenin hebben me goed gedaan, zowel op volleybalgebied als ernaast. Ik ben meer volwassen geworden. In Tsjechië staat Maaseik bekend als een van de beste clubs van Europa. De entourage werkt hier bijzonder professioneel. Iedereen doet hier voor honderd procent zijn werk. In Tsjechië is dat soms maar voor vijftig of zestig procent. Een heel verschil, hoor.”
Door naar Maaseik te komen, heeft Platenik zijn ambitie waargemaakt : in het buitenland gaan spelen. De receptie/hoekspeler blijft nuchter : “Nu spreek ik niet meer over ambities, maar over dromen. Dat is iets heel anders. Ambities maak je waar, zijn reëel. Dromen, ja… Mijn droom is om ooit in de Italiaanse competitie te spelen. ( Lacht) Ik heb geen favoriete ploeg, met de Italiaanse competitie ben ik al heel tevreden.”
Hij vindt het vooral belangrijk dat de spelers rondom hem mensen zijn die hij kan vertrouwen. “Ik heb een hekel aan mensen die met hun neus in de lucht lopen. Al zijn het heel goede volleyballers zijn, hun karakter vind ik even belangrijk. Ik wil volleyballen met mensen die zich in de eerste plaats willen geven voor het team. Geen egoïsten.”
Bij Maaseik is Platenik omringd door zowel ervaren als jonge spelers. Vital Heynen noemde hem de revelatie van het seizoen. ” Waauw, dat wist ik niet. ( Onder de indruk van het compliment) Ik ben jong, speel nog niet lang volleybal en heb dus nog maar weinig ervaring. Vital helpt me die te winnen. Ik leer onwaarschijnlijk veel van hem, zowel op als naast het terrein. Hij is een heel groot persoon. ( Verlegen) Heeft hij dat echt gezegd ?”
In het najaar speelde de Tsjech van Maaseik op het wereldkampioenschap in Argentinië. Daar speelde hij tegen de beste spelers van de wereld. “Ik heb veel geluk gehad daar te mogen spelen. Op dat toernooi heb ik veel geleerd van andere volleyballers. Zo win ik beetje bij beetje aan ervaring.”
Die ervaring heeft hij voor op Kristof Hoho. Toch kiest coach Anders Kristiansson nu eens voor Platenik, dan weer voor Hoho. “Kristof is een toffe kerel. Op het veld is er natuurlijk wel rivaliteit. Bravo speelt altijd, voor de andere plaats gaat het tussen ons twee. We halen hetzelfde niveau. Als ik geen goede dag heb, kan Kristof me gemakkelijk vervangen. Begint hij aan de wedstrijd en loopt het niet zo vlot, dan kan ik in zijn plaats komen. Voor de ploeg is het belangrijk dat we hetzelfde niveau hebben. Dat maakt het voor de trainer veel gemakkelijker om ons te wisselen.”
Buitenlanders moeten zich voor supporters altijd meer bewijzen dan Belgen. Daar komt nog bij dat Hoho een rasechte Maaseikenaar is. “Ik heb nooit slechte reacties van de supporters gekregen”, zegt Platenik. “Als die er zouden zijn, zou ik dat kunnen begrijpen. In Tsjechië is dat niet anders. De mensen blijven in de eerste plaats supporteren voor ‘hun eigen spelers’. Als buitenlander moet ik me elke match dubbel bewijzen. Gelukkig zijn Maaseikenaars vriendelijke mensen.”
Platenik heeft het niet gemakkelijk gehad om zich in België aan te passen. “Ik kwam hier aan in oktober, na het wereldkampioenschap in Argentinië. Het seizoen was al bezig sinds september. Bovendien trainden de andere spelers al samen sinds begin augustus. Zij waren al helemaal op mekaar ingespeeld toen Joao Paulo, Nico en ik er bij kwamen.”
De eerste twee weken waren verschrikkelijk. “Alles was nieuw voor mij, zowel op volleybalgebied als erbuiten. Ik had taalproblemen : ik sprak alleen Duits, dat heb ik in Tsjechië op school geleerd. Engels kende ik nauwelijks. Alsof dat nog niet genoeg was, presteerde ik op de eerste trainingen ondermaats. Ik raakte de bal niet goed, mijn timing was zoek. ( Lacht) God weet wat de andere spelers en de trainers toen van me dachten.”
Platenik vond zijn draai in het team en in de kleine stad, maar toen sloeg de heimwee toe. “Ik wilde echt naar huis, ik miste mijn familie en vrienden enorm hard. Maar dat ging natuurlijk niet zomaar. Ik heb doorgebeten en met Kerstmis ben ik drie dagen thuis geweest. Dat heeft me deugd gedaan. Het was niet lang, maar genoeg om bij te praten. Sindsdien gaat het stukken beter. Eigenlijk, hoe langer ik in België ben, hoe beter het gaat. Maar de eerste maanden waren terrible, die wil ik zo snel mogelijk vergeten.”
Maaseik begint steeds meer een thuis te worden voor de Tsjech, ook al heerst er hier een compleet andere mentaliteit. “Dat was ook wel wennen, maar nu besef ik dat ik er veel van opsteek. Ik leer hier meer dan in Tsjechië, ook naast het veld. Die ervaringen zal ik de komende jaren nog hard nodig hebben. Ik denk niet dat ik het zou volgehouden hebben, mocht ik twee jaar eerder gekomen zijn. Ik ben veel zelfstandiger geworden sinds ik in België woon. Moeilijk is dat niet, ik moet wel. Thuis is voor mij Odolena Voda, een stadje dat je kan vergelijken met Maaseik. Ik heb er altijd gewoond en ging er ook naar school. Odolena Voda ligt op tien kilometer van Praag en dat is wel een groot verschil. Nu moet ik meer dan honderd kilometer rijden vooraleer ik bijvoorbeeld in Brussel ben. In Odolena Voda kende iedereen me, net zoals hier in Maaseik. Als ik hier eens iets ga drinken, weet iedereen het de volgende dag. Dat is niet altijd even gemakkelijk. De anonimiteit die ik in Praag had, mis ik soms wel. Daar kende niemand me.”
Maar Platenik nuanceert dat ook meteen, hij vindt het heel normaal dat supporters een babbeltje met hem willen slaan en hem willen aanmoedigen. “Het zijn heel vriendelijke mensen die allemaal met de club begaan zijn. Ik heb heel veel respect voor hen. Het is ook hun verdienste dat we kunnen spelen. Ze zetten geen druk op ons. Onze supporters beseffen heel goed dat we elke wedstrijd hard moeten vechten en dat we nog altijd kunnen verliezen.”
Want Roeselare ligt nog steeds op de loer, weet Platenik die zondag met Maaseik ook de bekerfinale tegen de West-Vlaamse ploeg speelt. “Het is niet omdat we de ene match iets gemakkelijker tegen hen wonnen, dat het de volgende keer ook zo zal zijn. Ik vind het ook niet erg dat we zo vaak tegen elkaar moeten spelen. Ons niveau kan er alleen maar van groeien. Ik speel graag tegen Roeselare. We kunnen beter drie wedstrijden tegen Roeselare spelen, dan drie keer tegen een minder goede ploeg. Maaseik en Roeselare zijn de beste ploegen van het land. Alle volleyballiefhebbers verwachten altijd veel van die wedstrijden. Aan ons om die verwachtingen elke keer waar te maken.”
door Griet Geebelen
‘Mijn droom is om ooit in de Italiaanse competitie te spelen.’