Te lui, te asociaal, een negatieve uitstraling : Sissi Veys is de verwijten beu en stopt met judo. ‘Dat ze me wegstuurden, is een teken van zwakte.’

Eenentwintig is ze pas en haar top had Sissi Veys nog lang niet bereikt. Europees kampioene en vice-wereldkampioene bij de juniores, brons op het EK bij de seniores, in de categorie +78kg : daar moet ze het mee doen. De Kortrijkse judoka besliste ermee te kappen toen ze tijdens de olympische stage in Zuid-Afrika, half november, vroegtijdig naar huis werd gestuurd. Om medische redenen, klonk het bij het BOIC. Een drogreden, aldus Sissi Veys, want door delegatieleider Robert Van de Walle was ze ginds op het matje geroepen. Sissi Veys voelt zich onheus behandeld, en in zo’n sfeer hoeft topsport niet meer voor haar.

Hoe definitief is jouw beslissing om ermee te stoppen ?

Sissi Veys : In de huidige omstandigheden is mijn beslissing definitief. Mocht er een mirakel gebeuren, waardoor ik op een andere manier aan judo kan doen, dan zou ik alles nog eens overdenken. Maar zo, nee. Kijk, je verdient al niet veel met judo, je maakt je lichaam kapot, dat weet je, en je hebt geen sociaal leven. Als je gelukkig bent, kan je dat er allemaal voor opbrengen. Maar als je niet gelukkig bent, is het niet de moeite waard, vind ik. Dan kan ik toch niet presteren, en is het beter om te stoppen.

Wat heeft jou eigenlijk zo ver gedreven, want voor de buitenwereld lijkt dit een impulsieve reactie ?

Omdat de meeste mensen denken dat het alleen om dat ene voorval in Zuid-Afrika gaat. Maar het is veel complexer dan dat, het hele klimaat van wantrouwen in de judowereld heeft me doen afhaken. Tegen mij zeggen ze het zo, en achter mijn rug wordt dat iets helemaal anders. Ik weet gewoon niet meer wie ik kan vertrouwen, wie mijn vrienden en mijn vijanden zijn.

Is het echt zo erg ?

Om een voorbeeld te geven : vorig seizoen had ik klierkoorts, maar het duurde een tijdje voor we wisten wat er aan de hand was. Ik was constant moe, hoewel ik op training mijn best bleef doen. Niet genoeg blijkbaar, want ik werd een zwakkeling genoemd en ik kreeg de stempel lui te zijn. Terwijl veel studenten een heel universiteitsjaar verliezen door klierkoorts en ik mijn studies psychologie nog combineer met judo. Nog zoiets : in oktober heb ik twee weken niet kunnen trainen door een nierontsteking, en bij de federatie geloofden ze dat gewoon niet. Ze dachten dat het weer een excuus was om niet te moeten trainen. Zelfs mijn moeder hebben ze toen gebeld om het te controleren. Daarna, op een nationale training, mocht ik het wat rustiger aan doen van de coach, die toen bondscoach Sasja Jatskevitch verving. Hou het maar bij wat controleren, had die gezegd, maar later is hij wel aan Sasja gaan vertellen dat ik niet goed getraind had. Hoe hypocriet is dat ?

Tijdens een toernooi in Duitsland is de bom een eerste keer ontploft.

Dat was twee dagen na mijn examens, ik had geen vakantie gehad, maar wilde toch meedoen om er weer wat in te komen. Vijfde of zevende werd ik daar. Ook de rest van de ploeg had niet echt denderend gepresteerd, maar ík werd er achteraf uitgepikt door Sasja Jatskevitch. Je zou beter stoppen met judo, zei die toen, je bent de top niet waard, je traint niet goed en je hebt geen uitstraling. Ik wist niet wat ik hoorde, en ook mijn persoonlijke trainer, Eddy Vinckier, was kwaad. Moest mijn dochter zo behandeld worden, dan zou ze van mij geen judo meer mogen doen, zei hij. Ik heb daar heel erg van in de put gezeten en dacht toen al : amai, als het zo zit. Maar stoppen doe je natuurlijk niet zomaar, en dus heb ik al mijn moed verzameld en ben ik doorgegaan. Achteraf zei Jatskevitch dat hij nog wel in mij geloofde en me gewoon had willen aanmoedigen, maar dan kent hij me toch niet goed. Sommige atleten hebben zoiets misschien nodig, willen zich dan extra bewijzen, maar bij mij heeft dat afbreken het omgekeerde effect. Als coach moet je toch aanvoelen dat je niet alle atleten op dezelfde manier kan aanpakken ?

Waar is het dan tijdens de olympische stage in Zuid-Afrika misgelopen ?

Al tijdens de voorstelling van de atleten, aan het begin van de stage, moet ik heel negatief zijn overgekomen. Iedereen kreeg daar enkele vragen en ik gaf blijkbaar altijd de verkeerde antwoorden. Waarop ben je trots ?, was er bijvoorbeeld bij. En ik zei dat ik nergens trots op was. Ik heb nog niks bereikt, vind ik, het moet nog allemaal beginnen voor mij. Met judo sta ik niet waar ik wil staan, en ik heb nog geen diploma. Maar ik had blijkbaar moeten zeggen dat ik trots was erbij te zijn in Pretoria, blablabla. Waarover maak je je zorgen ?, was nog een vraag. De meeste atleten hadden zogezegd geen zorgen, en dat kon ik moeilijk geloven. Ik was eerlijk en zei dat ik er wel had, kleine en soms wat grotere. Ook dat was niet goed. Wanneer is de stage geslaagd ?, vroegen ze ook. Voor de meeste was dat als ze veel mensen leerden kennen. Terwijl ik vooral wilde bijleren, vooruitgang maken, en misschien ook eens wat andere sporten doen om daarvan iets op te steken. Weer fout.

Werd je daardoor anders bekeken dan ?

Er is toch veel over gepraat, heb ik achteraf gehoord. Ze vonden blijkbaar ook dat ik niet veel deed op training, en zo. Ik was de zwaarste van de ploeg en bij het lopen zat ik altijd heel veel achterop. Ik heb al een probleem met lopen omdat mijn benen niet even lang zijn en ik moet nu eenmaal ook dat gewicht meesleuren. Komt dat bij sommige atleten dan misschien over alsof ik lui ben ?

Had je het gevoel dat je niet als een topatleet werd beschouwd ?

Ik voel mij in elk geval niet minder atleet dan iemand van 50 kg. Ik heb ook geen complexen over mijn gewicht. Oké, ik heb niet dezelfde conditie, ik kan ook niet zo snel bewegen, maar ik probeer er wel alles voor te doen. In Pretoria heb ik even veel uren getraind als de rest. Dat zag er misschien minder intensief uit, maar voor mij was dat wel lastig. Ik zou graag eens met iedereen gaan lopen, maar dan allemaal met hetzelfde gewicht. En dan zou ik wel eens willen zien wie het snelst is. In Frankrijk hebben ze in het judo aparte trainingen voor de zwaargewichten.

Na een week werd je door delegatieleider Robert Van de Walle op het matje geroepen, wat had je mispeuterd ?

Op een dag moest ik bij hem komen. Ik had geen idee wat ik verkeerd had gedaan. Ik trainde niet goed volgens hem, was niet sociaal genoeg, want ik kwam niet naar de avondactiviteiten, ik had geen uitstraling en ik was niet trots. Terwijl ik één dag geen judo had gedaan omdat ik met een ontsteking in mijn bekken sukkelde. Ik was één keer niet naar de avondactiviteiten geweest, gewoon omdat ik het niet wist. En wat maakt het nu uit of ik wel of geen uitstraling heb, het zijn uiteindelijk toch de prestaties die tellen ? Als je me zo wil aanmoedigen, dan heb je veel psychologisch inzicht, heb ik hem gezegd. Toen werd hij heel kwaad en mocht ik meteen mijn koffers gaan pakken. Ach, iemand wegsturen is volgens mij meer een teken van zwakte, hoor.

Hoe werd daarop gereageerd door de vijftig andere atleten ?

Niemand is mij komen vragen wat er is gebeurd, of waarom ik naar huis moest. Veel mensen kende ik ook nog niet, ik heb altijd wat tijd nodig in een nieuwe groep, stel me in het begin nogal terughoudend op. Misschien vinden ze me daarom ook wat koel of asociaal. Binnen de judoploeg hoorde ik wel dat sommigen het belachelijk vonden, maar dat zeiden ze dan niet tegen mij. Ik heb ook niet zo’n nauw contact met alle judoka’s.

Daar klinkt niet echt veel teamgeest door ?

Ach, judoka’s zijn gewoon heel individualistisch ingesteld. En als het gaat om eigenbelang, dan draaien veel mensen met de wind, dat zie je overal toch. Ik ben ook niet zo belangrijk voor de ploeg, natuurlijk. Ik ben altijd wel een beetje anders geweest dan de rest. Ik lig met niemand overhoop, hoor. Ik kies gewoon de mensen die ik tof vind of de moeite waard, en wat de rest van mij denkt, daar trek ik mij niks van aan. Dat interesseert mij ook niet. Zij doen gewoon wat zij willen, ik doe wat ik wil. Zij hebben geen last van mij, ik niet van hen. En ik denk toch niet dat iemand problemen heeft met mij. Tenzij ik dat weer verkeerd inschat, natuurlijk. De judoka’s kregen in Pretoria wel de vraag : hoe kunnen we Sissi helpen? Mij helpen, jongens ? Alsof ik zo’n probleemgeval ben ! Er was ook gezegd : als de judoka’s achter Sissi staan, dan mag ze blijven. Dat was het geval, maar op een vergadering van de trainers is dan toch beslist dat ik weg moest.

Voor jou ook het teken om dan maar helemaal met judo te kappen ?

Het werd me gewoon te veel, en ik wist, als ik naar huis vlieg, dan stop ik. In september had ik al die verwijten gekregen, nu weer, en dan nog telkens van de bazen, hé. En stel dat ik toch doorga, en alles zo laat, zoals zij het willen ? Dan krijg ik toch weer de volle lading bij de volgende mindere prestatie. En constant worden afgebroken, is mentaal gewoon te zwaar voor mij. Mocht ik alleen kunnen trainen, met Eddy Vinckier bijvoorbeeld, dan zou dat nog lukken, maar dit systeem hou ik gewoon niet vol. Daar kan ik ook niet mee leven. Soms denk ik dat ze zo tegen mij zijn omdat ze net meer geloven in mij en daardoor te veel verwachten. Ik weet het niet…

Jouw vervroegd vertrek uit Zuid-Afrika was voor het BOIC om medische redenen, jij noemt dat een drogreden ?

Om medische redenen klinkt mooier, hè ? Maar ik weet wel beter en voor mij hoeft het niet meer. Ik heb niks verkeerd gedaan, maar zij kunnen met mij wel doen wat ze willen. En ik wil niet hun speelbal worden. Nu, ik hád verzorging nodig, maar ik was niet de enige, en die andere atleten konden gewoon in Pretoria revalideren. Het BOIC laat de deur natuurlijk wel op een kier zo, want als je om disciplinaire redenen naar huis wordt gestuurd, word je meteen van de olympische lijst geschrapt. Is het om medische redenen, dan is dat niet het geval. Ergens is het dus ook wel positief, en ik heb ook niks tegen het BOIC. Met Eddy De Smedt heb ik zelfs nog een opbouwend gesprek gehad. Het is gewoon het systeem…

Robert Van de Walle wil met een andere mentaliteit naar de Olympische Spelen. Heeft hij de lat te hoog gelegd ?

De olympische atleten hebben een gemeenschappelijk doel, was de slogan. Heb je iets aan die boodschap ?, vroegen ze mij. Nee, heb ik geantwoord, want ik sta uiteindelijk toch alleen op die mat, hoor. Je moet de motivatie toch vooral uit jezelf halen, vind ik. Oké, we hebben misschien allemaal dezelfde olympische droom, maar op twee weken en in een groep van vijftig atleten, kan je niet meteen een soort samenhorigheidsgevoel creëren, zoals Van de Walle wilde. Ik wil ook wel tot op een zeker niveau sociaal zijn, aan alle activiteiten deelnemen, met de anderen babbelen, en zo. Maar vraag me dan niet om me daar goed bij te voelen. Terwijl dat net wel wordt gevraagd en dat vind ik verkeerd.

Volgens Robert Van de Walle was er eerder al een disciplinair probleem met Filip Laats.

Tja, daar ben ik eigenlijk wel in de fout gegaan, dat geef ik toe. Filip Laats moest op de nationale training een keer Sasja Jatskevitch vervangen en vond het nodig om meteen ook nieuwe regels op te stellen. We mochten bijvoorbeeld de hele training niet van de mat gaan, zelfs niet om te drinken. Maar omdat ik nog herstelde van mijn nierontsteking, moest ik net heel veel drinken. En oké, ik had hem dat gewoon moeten zeggen, maar ik kan nu eenmaal niet tegen al te autoritair gedrag, en ben soms nogal koppig. Ik heb dus niet naar hem geluisterd toen. En dat lijkt misschien banaal, maar niet luisteren is heel erg in judo, en dat verhaal heeft dus ook de ronde gedaan. Mijn disciplinair probleem.

Ben jij dan misschien toch een beetje de vreemde eend in de bijt ?

Ik heb me ook al afgevraagd : ben ik nu echt zo raar, ligt het misschien toch aan mij ? Maar ik ben nu zo en ik voel me er goed bij. Ik analyseer alles en ik observeer. Ik denk veel na en zeg dingen die niet voor mijn leeftijd zijn. Ik ben niet zo’n cliché-jongere, ik hou niet van die bepaalde muziek, ik draag niet die bepaalde kleren, ik ga niet graag op stap. Zo voorspelbaar allemaal. Sommige jongeren zie ik ook compleet veranderen wanneer ze naar de unief gaan. Zijn die dan nog zichzelf ? En mocht ik nu totaal geen vrienden hebben, dan zou ik mij inderdaad moeten aanpassen, maar er zijn wel mensen die mij graag zien en tof vinden, en dat is voldoende voor mij.

Wat wou je eigenlijk bereiken in het judo ?

Ik doe het al vanaf mijn tiende, maar het heeft lang geduurd voor ik besefte dat ik er goed in was. Ik won wel veel, maar stond daar niet echt bij stil. Ik volgde het judo ook niet, kende geen enkele topper van naam of gezicht. Alles wat ik doe, doe ik eigenlijk voor mezelf. Ik wil olympisch kampioen worden, hoor je eigenlijk te zeggen. Iedereen wil dat wel, maar je moet ook realistisch blijven. Ik wil vooral mezelf overwinnen, mijn grenzen blijven verleggen. Verbeteren qua kracht, conditie, techniek. En als de prestaties dan niet volgen, dan ben je waarschijnlijk niet goed genoeg. Wat heb je trouwens aan olympisch goud, als je als mens niks voorstelt ?

Toch nog geen spijt gehad van je beslissing ?

Voorlopig nog altijd niet, en ik ga ook nog aan judo blijven doen, maar dan op een lager niveau. Want wat zo tof is aan judo : je bent nooit volleerd. Er zijn zo veel technieken en combinaties, het is een sport zonder einde. Ik heb ook nog mijn studies, en nog zo veel andere dromen. Voor veel atleten is hun sport alles, maar ik doe zoveel graag : zingen, muziek spelen. Dingen die ik allemaal heb opgegeven voor het judo. Ik weet dus dat ik me wel zal kunnen bezighouden. Bovendien : sporters worden zo geprezen om hun prestaties, maar er zijn zo veel mensen die veel mooiere dingen doen waarover niemand spreekt. Zo probeer ik het toch te bekijken, dan doet het afscheid van het judo misschien minder pijn. Door te stoppen stel ik misschien de mensen teleur die in mij geloofden, maar ik kan toch niet ongelukkig zijn om anderen gelukkig te maken, hè ?

door Inge Van Meensel

‘Wat heb je aan olympisch goud, als je als mens niks voorstelt ?’

‘Een coach moet aanvoelen dat hij niet alle atleten op dezelfde manier kan aanpakken.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content