WAAROM IS HET NIET GELUKT BIJ CLUB BRUGGE? EN WAT GEBEURDE ER PRECIES TIJDENS DAT AUTO-ONGEVAL DAT HEM TWEE MAANDEN LOON KOSTTE? DAAN VAN GIJSEGHEM, GETRANSFEREERD NAAR BERGEN, GEEFT TEKST EN UITLEG.
Na 2,5 jaar zit je carrière bij Club Brugge er op. Wat liep er fout?
Daan Van Gijseghem (24): “Toen ik als gevolg van het faillissement van Moeskroen in januari 2010 naar Club Brugge ging, had ik fysiek een achterstand, zodat het moeilijk zou zijn om direct in de ploeg te komen. Ik wist dat ik me beter focuste op het nieuwe seizoen. Door een scheenbeenontsteking miste ik echter de complete voorbereiding. Ik moest tevreden zijn met de bank, tot de fameuze Anderlecht-Club, waar ik de tijdens de opwarming geblesseerde Ryan Donk verving. Daarna is het goed gegaan, ik ging door op dat elan, speelde een paar goeie wedstrijden en goeie play-offs, waarin we geregeld de nul hielden. Daarna had ik weer pech. Die ontsteking speelde opnieuw op tijdens de voorbereiding op het nieuwe seizoen. De ploeg werd weer gevormd zonder mij. Na een tijdje kon ik spelen bij de reserven, maar nooit was ik 100 procent. Toch vroegen Rudi Verkempinck en Philippe Clement me op een gegeven moment (de twee hadden het overgenomen van Adrie Kosterna diens ontslag, nvdr) om me klaar te houden voor de Europese match tegen Birmingham en de wedstrijd op Standard. Door de pijn speelde ik met een inspuiting. Had ik toen de consequenties geweten, ik had het nooit gedaan. Mijn balverlies kostte op Standard een goal en bovendien verergerde mijn blessure. Tijdens de winterstage in Marbella heb ik alleen wat kunnen fietsen.”
Christoph Daum kon je waarde dus niet inschatten?
“Neen. Opnieuw werd de ploeg zonder mij gevormd. Ik kon ook niks eisen, na een operatie. Sommige mensen binnen Club stelden me ook teleur. Ik ga geen namen noemen, maar ik proefde weinig respect. Misschien heb ik zelf ook mensen teleurgesteld; dat kan, ik heb mijn karakter. Maar als ik me volledig geef, wil ik ook een correcte houding van anderen. Zij die luid applaudisseerden toen alles goed ging, waren de eersten om me te laten vallen.”
Was je periode bij Club Brugge tijdverlies, achteraf bekeken?
“Mentaal heeft de tegenslag me sterker gemaakt. Op voetbalvlak boekte ik progressie door het contact met betere spelers. Koster was een coach die verdedigers die konden meevoetballen wist te appreciëren. Hij heeft me ook veel geleerd. Daum niks. Ik heb zijn pad ook amper gekruist. Daum hield zich alleen bezig met zijn elf titularissen, de rest telde niet in zijn ogen. Weinig spelers hadden een uitgebreid contact met hem. Het was zeker een goeie trainer, zijn palmares spreekt voor zich. Maar ik maakte nooit deel uit van zijn plannen. Daum was gewend in de grootste clubs te werken en hield altijd een enorme afstand tegenover zijn spelers. Een trainer moet niet op hetzelfde niveau als zijn spelers staan, maar hij zei amper goeiedag als je hem kruiste.”
Waarom koos je voor Bergen?
“Ik had contact met Beerschot, Kortrijk en Bergen. Het buitenland trok me niet aan. Ik wilde naar een familiale club, waar mensen me kenden en me vertrouwen konden geven. Ik heb vroeger bij Moeskroen nog gewerkt met Enzo Scifo, Geert Broeckaert en Francky Vandendriessche. Ik heb ook gevoeld dat Dimitri Mbuyu, Alain Lommers en zelfs voorzitter Domenico Leone me absoluut wilden. Dat het een stap achteruit is, vind ik geen probleem. Financieel moet ik ook inleveren, maar het belangrijkste is het plezier terugvinden.”
Je raakte ook betrokken in een ongeval dat het einde van je carrière kon kosten.
“Die omstandigheden zijn zwaar overdreven. Ik was nog net geen moordenaar. Tot nu heb ik nooit willen reageren op die berichtgeving. Mijn familie weet wat er is gebeurd. Het was een ongeval dat iedereen kan overkomen. Maar een voetballer wordt met de vinger gewezen, omdat hij het voorbeeld moet geven. Dat ik fout was, geef ik toe. Het was half elf ’s avonds en we hadden wijn genomen bij het eten op restaurant. Dus ik had wat gedronken, ja. Het gebeurde toen ik een andere auto inhaalde, maar die chauffeur kende ik niet eens, waarom zou ik dan gaan ‘racen’ tegen hem? Het was een weg waar je negentig mag en om de vijfhonderd meter flitscamera’s staan, ik zou gek zijn om daar snel te willen rijden. Wat afgeleid raakte ik de middenberm. Dat Club me na het ongeval voor twee maanden naar de B-kern stuurde, heb ik geaccepteerd. Ik verdiende een straf. Maar dat ze me ook twee maanden geen salaris uitbetaalden, vond ik buiten proportie.”
DOOR DANIEL DEVOS