Voor hem is het zeker: Mbokani is de beste in België, Drogba heeft de beste borstcontrole en Van Persie heeft de beste spurt naar het doel.
Een jaar geleden had niemand in Europa gehoord van Imoh Ezekiel. Hij kon zich niet bewijzen in een test bij Club Brugge, waarna hij bij Standard belandde. Vandaag is hij op zijn 19e de topschutter van de Rouches en een van de efficiëntste aanvallers uit de competitie. Als je zijn naam intikt op Google, krijg je 75.000 zoekresultaten. Zijn productiviteit, zijn passie, zijn sprongkracht, zijn jeugdigheid, zijn roekeloosheid, zijn lef en een aantal prachtige doelpunten wekken de interesse van de surfers. We ontmoeten een kleine 19-jarige Nigeriaan die nog steeds wat verlegen is, maar een duidelijke mening heeft over zijn ontbolstering en over het Belgisch voetbal.
Het heeft niet lang geduurd voor je een nieuw fenomeen in onze competitie werd.
Imoh Ezekiel: “…”(lacht)
Hoe bevalt je nieuwe leven je? Had je gedacht dat je zo snel zou doorbreken?
“Ik dacht dat ik hier mooie dingen kon laten zien, maar niet dat ik zo goed zou zijn, en vooral al zo snel. Ik dacht dat ik twee jaar nodig zou hebben om me aan te passen aan het Belgisch voetbal. Uiteindelijk is het veel gemakkelijker verlopen dan verwacht.”
Hoe verklaar je dat?
“Ik werk als een gek en ik luister naar iedereen. Veel mensen geven me raad: mijn trainers, mijn ploegmaats. Ik zeg niet dat ik rekening houd met alles of alles doe wat ze zeggen, maar als het spelers zijn met meer ervaring dan ik, vind ik dat ze gelijk hebben. Ik geef een voorbeeld: Jelle Van Damme. Mijn kapitein! Sinds mijn eerste trainingen met de kern zegt hij tegen me: You can do it.”
En wat als je hun raad niet gelooft?
“Ik zal hen niet tegenspreken, maar ik denk er dan het mijne van…”
Intuïtie
De Académie en het superluxueuze hotel van de stage in Turkije, dat moet sterk verschillen van je omgeving in Nigeria.
“Ha, dat… Het lijkt alsof ik in een droom leef. Ik woonde in hartje Lagos, in een niet al te groot huis, ik kom uit een niet zo rijke familie. Neen, ik groeide niet op in een luxeomgeving.”
Je weet uit welk nest je komt.
“Mijn moeder is verkoopster. Mijn vader is politieagent.” (lacht)
Je lacht daarmee?
“Een politieagent in Afrika is niet hetzelfde als een politieagent in Europa. Maar meer ga ik er niet over zeggen…”
Je scoort één keer om de twee wedstrijden: dat is opmerkelijk op jouw leeftijd.
“Ik weet het. Maar ik heb ook al veel gescoord in tweede klasse in Nigeria, net voor ik naar België vertrok. In dat seizoen maakte ik 21 doelpunten. Oké, er is een groot niveauverschil in vergelijking met de Belgische eerste klasse, maar het wil nog steeds iets zeggen. Scoren, dat is eigen aan mij. En heel vaak weet ik al voor het begin van de match of ik zal scoren of niet.”
Excuseer?
“Ik zweer het je! Hoe sterk de tegenstander ook zal zijn, ik weet het al op voorhand. Wanneer de opwarming begint, houd ik de doelman in de gaten en kijk ik de verdedigers recht in de ogen. Dan zegt mijn intuïtie al of ik zal scoren of niet. En die intuïtie klopt bijna altijd.”
Sinds het begin van het seizoen scoor je gemiddeld om de 110 minuten. Dat wil zeggen dat als je alle wedstrijden uitgespeeld zou hebben je aan 17 goals zou zitten. En aan 32 op het einde van het seizoen. Met dat aantal zou je normaal gezien topschutter worden. Is dat voor jou een doel?
“Absoluut. Ik droom ervan. Mocht het lukken, is dat mooi meegenomen. Maar als dat niet het geval blijkt, geen enkel probleem. Ik ben geen egoïst.”
Heb je voor dit seizoen een getal voor ogen?
“Toen de competitie begon, hoopte ik tien doelpunten te maken. Nu mik ik op vijftien goals.”
Terwijl je niet speelt in het beste team, je geen vrije trappen neemt en je niet aangeduid bent om strafschoppen te nemen.
“Oké, maar in ruil krijg ik zeer goede ballen toegespeeld.”
Angst
Week na week kennen de tegenstanders je beter. Denk je dat je nog een echte verrassing bent voor hen?
“Ik heb de indruk dat ik de verdedigers tegen wie ik al speelde, niet meer echt verras, maar ik ben nog altijd een verrassing voor alle anderen. In ieder geval wordt er steeds strikter op mij verdedigd en de tackles zijn soms zeer hard. Soms is het echt pijnlijk. Als ik wat ontmoedigd ben, zeggen mijn ploegmaats dat mijn parcours me vertrouwen moet geven en dat ik het kan maken…”
Is onze competitie gevaarlijk?
“Gevaarlijk zou ik niet direct zeggen. Maar er zijn jongens die tot alles bereid zijn om mij te stoppen.”
Wie is de meest complete en interessante aanvaller in België?
“Zonder twijfel: Dieumerci Mbokani.”
Wat heeft hij dat Jelle Vossen, Carlos Bacca, Ibou Sawaneh en anderen niet hebben?
“Hij kan vanuit alle hoeken scoren, hij maakt soms zeer mooie doelpunten, hij is heel balvast en heeft enorm veel zelfvertrouwen. Wat me opvalt, is zijn ontspannen indruk: je ziet geen enkele vorm van stress in zijn spel, alles lijkt zo gemakkelijk en natuurlijk bij hem.”
Er wordt gezegd dat jij de nieuwe Mbokani van Standard kunt worden.
“Er bestaat geen mooier compliment. Maar alles op zijn tijd…”
Ik las dat je onder de indruk bent van de borstcontrole van Drogba.
“Op alle vlakken is Didier Drogba vandaag nog steeds de beste spits ter wereld. Het overzicht bij zijn borstcontrole en zijn doelgerichte actie erna is indrukwekkend. Ik hoop dat later ook te kunnen.”
Wat probeer je van andere sterren te leren?
“Bij Robin van Persie: zijn balaanname en de manier waarop hij de ruimte vindt, zodat hij zeer snel op het juiste moment naar doel kan sprinten.”
Wat is jouw geheim om zo hoog te springen?
“Dat zit in mijn genen. Ik kan zelfs niet zeggen dat ik daar sinds ik bij Standard ben nog aan werk. Ik heb altijd al een goeie sprongkracht gehad. In Nigeria werden veel trainingen op het zand afgewerkt: dat leert je snel te lopen en hoog te springen.”
Men zegt dat je Mémé Tchité en Gohi Bi Cyriac hebt doen vergeten…
“No idea…” (lacht)
Kun je jezelf met hen vergelijken?
“Heb ik het recht om op mijn negentiende al vergelijkingen te maken met twee spelers die al zo veel mooie dingen hebben laten zien? Ik kan enkel zeggen dat ik meer een type-Cyriac ben dan een type-Tchité, die een heel ander profiel heeft. Net zoals ik is Cyriac snel en kan hij hoog springen, maar ik loop nog meer en duik nog vaker de ruimte in.”
Waarom klikt het goed met Michy Batshuayi?
“We hebben bijna dezelfde leeftijd, er is slechts een paar dagen verschil. Ik kan hem dingen vertellen en zelfs bevelen geven. Omgekeerd kan hij dat ook met mij doen. Zo zou ik niet kunnen omgaan met een speler van dertig jaar. Met zo iemand zou ik niet dezelfde menselijke relatie kunnen hebben, dat zou wat afstandelijker zijn. Maar met Batshuayi is die afstand er niet.”
Er moet toch ook nog een andere uitleg zijn voor jullie goede verstandhouding op het veld?
“Hij is mijn vriend!”
Heb je nooit zin gehad om aan Ron Jans te vragen om jullie met zijn tweeën vooraan te zetten?
“Meer dan eens heb ik gedacht dat we met zijn tweeën vooraan zouden kunnen spelen. Maar dat kon ik niet tegen de trainer zeggen. Ik ben van het principe dat de trainer de baas is en dat hij weet wat hij doet. Ik heb altijd zonder morren zijn beslissingen geaccepteerd.”
Was je zeker dat Standard beter zou spelen met twee aanvallers?
“Natuurlijk. In Nigeria speelde ik in een systeem met twee aanvallers. Hier heb ik een groot verschil gezien toen ik alleen in de punt stond. Geïsoleerd staan op een eiland, dat overkwam me ook toen ik nog wat jonger was, maar de mandekking bij de jeugdcategorieën in Nigeria stelt niets voor in vergelijking met wat je in de Belgische eerste klasse ziet. Hier is het voetbal heel tactisch en is het moeilijk om je vrij te spelen. Dat is lastig.”
Was je nog niet goed genoeg om helemaal alleen het verschil te maken?
“Je moet ook vertrouwen hebben en dat had ik nog niet voldoende in het begin van het seizoen. Ik deed mijn best maar dat volstond niet.”
Welke herinnering heb je aan Jans?
“Hij zei me vaak: ‘You can do it.’ Hij geloofde rotsvast in mij, dat is zeker. Soms had hij de indruk dat ik bang was en vroeg hij me wat ik vreesde. Hij bleef me vertellen dat ik een sterke speler was en dat ik van niemand bang hoefde te zijn.”
Van wie of wat ben je bang?
“Ik zou niet spreken van angst, maar deze competitie is niet gemakkelijk voor aanvallers. They kill a lot. Het spel is veel te hard. Als je niet sterk genoeg bent, is het moeilijk om te overleven.”
Speelt dat in je hoofd wanneer je aan een match begint?
“Neen, ik vergeet dat zodra ik op het veld sta. Ik speel mijn spel en we zien wel wat er gebeurt. Maar het is een gevaarlijke competitie.”
Zelfs de verdedigers van je eigen ploeg hebben je niet gespaard…
“En hoe! Ik werd nogal geschopt en getackeld. Ik vroeg me af: ‘Is dat nu Europees voetbal?’ Ik begreep er niets van, ik vroeg me af waarom ze zo agressief waren. Op den duur overwoog ik zelfs om terug te keren naar Afrika.”
Zijn de verdedigers allemaal zo agressief?
“Ik zal er twee noemen: Kanu en Felipe. Vooral Kanu…”
Heb je geprobeerd om er met hen over te praten?
“Ik had al snel de mentaliteit van Kanu begrepen. Hij zei: ‘Die jongen verstoort het evenwicht in mijn team, ik ga hem eens aanpakken.’ Als je tegen hem speelt, probeert hij je te doden.”
Kwam er geen reactie van de andere spelers?
“Ze vertelden me dat ik het allemaal moest slikken onder het motto: take it easy. Dus dat deed ik. Ik stond weer recht en voetbalde verder. Jelle Van Damme speelde daarbij een belangrijke rol, hij heeft me vaak beschermd en moed ingesproken.”
Tranen
Kende je Marvin Ogunjimi voor je naar België kwam?
“Helemaal niet.”
Iets meer dan een jaar geleden was hij nog titularis in de Belgische nationale ploeg die zich kan kwalificeren voor het WK. Maar tegenwoordig spreken ze niet meer over hem. Jij maakte net de tegenovergestelde beweging.
“Dat is het leven. Een dag ben je up, de dag erna ben je down. Het belangrijkste is om hoog te mikken en aan de top te blijven. Onder je niveau spelen, dat is te gemakkelijk.”
Ben je mentaal klaar om een moeilijke periode door te komen?
“Ja. Alle grote spelers hebben lastige momenten meegemaakt, ik weet dat ik er niet aan zal ontsnappen.”
Halverwege de eerste speelronde was er je ietwat vreemde uitsluiting tegen Gent.
“Wat een frustratie! Ik incasseerde een heleboel stampen. Als de scheidsrechter af en toe een gele kaart had gegeven aan de tegenstanders die me aanpakten, zou ik kalmer gebleven zijn. In plaats daarvan floot hij enkele fouten zelfs niet. Alsof hij ze niet gezien had. Dus reageerde ik met een elleboogstoot. Het was nog maar net gebeurd of ik zei al tegen mezelf: why?Waarom heb je dat gedaan? Maar het was al te laat: ik moest het veld af. Ik heb dat mezelf kwalijk genomen, want ik ben ervan overtuigd dat mijn uitsluiting het spel beïnvloed heeft. Ik zat alleen in de kleedkamer en daar heb ik zitten huilen. Ik had echt het gevoel dat ik iedereen in de steek gelaten had. Toen de andere spelers binnenkwamen, was ik niet in staat om te praten.”
Je lijkt een heel serieuze jongen. Toen je ploeg in Nigeria naar tweede klasse promoveerde, trok iedereen de stad in om te feesten. Jij niet.
“Exact. Ze waren allemaal vertrokken en hadden zich goed geamuseerd. Maar ik heb mijn vader getelefoneerd en hem gevraagd om te bidden opdat mijn carrière in stijgende lijn zou gaan en daarna ben ik in mijn bed gekropen.”
Had je geen zin om te feesten?
“Na dat telefoontje vroeg ik me af waarom ik zo reageerde en waarom ik niet met mijn vrienden mee op stap ben gegaan. Maar op dat moment had ik er geen zin in. Ik had een pak stress, ik was moe en ik moest even alleen zijn en wat bekomen.”
Op welk moment ben je beginnen te denken aan een avontuur in Europa?
“Toen we promoveerden, dacht ik er nog niet aan. Dat is pas het jaar erna gekomen, toen ik vaststelde dat ik zelfs in tweede klasse vlot bleef scoren.”
DOOR PIERRE DANVOYE – BEELDEN: IMAGEGLOBE
“Ik ben niet bang, maar de competitie hier is echt wel gevaarlijk.”
“Van Damme heeft een belangrijke rol gespeeld, hij heeft me vaak beschermd en moed ingesproken.”