‘BIJ VOORKEUR MIJN VERDEDIGENDE MIDDENVELDER’, ZO OMSCHREEF JUAN CARLOS GARRIDO RECENT RYAN DONK, TOT DUSVER ALTIJD CENTRALE VERDEDIGER. HOE KIJKT DE NEDERLANDER TEGEN DEZE CARRIÈREWENDING AAN? EN HOE ZAT DAT NU MET DIE BOYCOT TEGEN GEORGES LEEKENS?
1 Zie je dat zitten, centraal op het middenveld?
Ryan Donk: “Ik heb in Marbella veel met de coach gepraat, over wat hij van mij verwacht. Ik vond dat belangrijk. Voor de winterstop had ik daar een paar keer gespeeld en ik vond dat ik weinig feedback had gekregen. We wonnen wel de wedstrijden en ik vond van mezelf dat ik het al bij al behoorlijk had gedaan, maar ik wilde precies te horen krijgen wat ik goed deed en wat fout. De coach vertelde me daarop dat we in Marbella uitgebreid zouden praten. Daar hebben we een paar hevige discussies gehad. Meningsverschillen.”
2 Waar gingen die over?
“Ik ben die positie niet gewend en dus zakte ik automatisch terug naar achteren. Dat vindt hij een probleem, want hij wil vooruit verdedigen en voetballen. Dat doe ik nog steeds niet goed, het terugzakken op momenten dat we onder druk staan. Instinct van mij. Opbouwend vindt hij me wel goed, ik kan me om het spel te verleggen iets makkelijker uiten op die positie dan van achteruit. Je hebt meer te doen, er gebeurt meer om je heen, mensen kunnen in je rug komen. Het is toch weer een nieuw boek dat wordt geopend.”
3 Is het de eerste trainer die jou op die positie zet?
“Voor lange tijd wel, ja. De eerste keer dat ik daar speelde in het betaald voetbal was nog met Adrie Koster bij RKC. Een paar keer gebeurde dat toen. Daarna ben ik gewoon weer achterin gaan spelen. Een ander punt van discussie is leiding geven. Als wij de sterkere ploeg zijn, moeten we met z’n allen vooruit en ik moet daarin meer de leiding geven, omdat ik dat in zijn ogen wel kan. Maar als ik in de fight ben, kan ik nogal agressief uit mijn woorden komen, mijn stem is ook nogal zwaar, ik kan spelers wel laten schrikken. Ik moet dus op zoek naar een balans om positief te coachen. Technisch ben ik sterk genoeg voor het middenveld, dat krijg je in het Nederlandse voetbal als verdediger wel mee. Dat moet dus passen bij het Spaanse voetbal, dat is toch hetzelfde. (lacht) Of veel beter… Hij wil graag een type middenvelder die fysiek én techniek heeft, en op dit moment ben ik dat in zijn ogen. De topwedstrijden komen eraan, het wordt leuk. Ik twijfel niet meer, ik ben overtuigd.”
4 Zie jij jezelf als enige verdedigende middenvelder in een driehoek met de punt naar achteren, of heb je graag nog iemand naast je?
(lacht) “Ik begin er pas, ik heb nog geen voorkeuren. Dat hangt ook een beetje van de tegenstander af. Als die man op man speelt, kun je het moeilijk krijgen en speel je er misschien beter met twee. Dan kun je roteren en op zoek gaan naar de ruimte die je nodig hebt om verder het spel te maken. We moeten in elk geval vermijden om de lange bal te spelen op spelers die niet sterk zijn op lange ballen. Vanaf de zijkant kan dat eventueel nog, maar niet van achteruit. Als het vast zit, moeten we toch wat meer gaan lopen en elkaar vertrouwen en er toch de korte passjes in gooien, om het zelfvertrouwen op te krikken. En daarmee dan die wedstrijd doen kantelen.”
5 Heeft Club het op dit moment in thuiswedstrijden niet moeilijker dan uit?
“Voor Nieuwjaar zag ik de problemen thuis toch vooral wegens het slechte veld, maar ik denk dat er in eigen stadion ook wel heel veel druk wordt gezet door het eigen publiek – wat ik ook wel begrijp. De club zet zelf ook druk, maar ik hoor het bestuur op het veld niet schreeuwen dat het sneller vooruit moet. Ik denk dat je door het gefluit van de supporters sneller een veilige pass gaat geven dan een risicobal. Uit is de druk minder groot en krijgen we ook te maken met ploegen die tegen ons eveneens snel willen scoren, onder druk staan als dat niet lukt en dan ruimte weggeven op plaatsen waar wij zeer gevaarlijk kunnen zijn.”
6 Wat zit er nog in als ambitie?
“Alles winnen. De ambities zijn hoog, maar ik vind niet dat we dat nu moeten temperen. Je kunt bij Club niet zeggen dat we voor de vierde plaats spelen. Deze ploeg moet voor het kampioenschap gaan, het is hier al veel te lang geleden dat hier een beker of een schaal in de lucht is gegaan. Dat voel je. Niet zo veel spelers kennen de recente evolutie van de club, nog vier of vijf misschien. Het gaat hier supersnel de laatste tijd. Ik denk dat we moeten proberen onze basis vast te houden en de spelers die erbij komen, moeten proberen dingen op te pikken om ons naar een hoger niveau te brengen.”
7 Wordt er niet te snel te veel veranderd? Bouw maar op die manier…
“Dan moeten de resultaten ook meezitten. Als je vijf keer na elkaar verliest, weet je hoe het hier gaat. Dan zijn er jongens die eerst heel goed hebben gespeeld, die dan niks meer kunnen. Dan wordt er wat gekriebeld, gaat het zelfvertrouwen weg, moeten spelers vertrekken, moeten er weer andere bij… Natuurlijk probeer je de kern zo lang mogelijk bij elkaar te houden om automatismen te kweken, maar zo lang dat niet gebeurt, moet je het doen met de spelers die je hebt.”
8 Ben je tevreden over je ontwikkeling?
“Dat ging soms een beetje moeilijk. Ik dacht dat ik die lift naar boven gewoon verder kon nemen, maar op een gegeven moment werd het toch moeilijk voor mij om het spel te maken. De eerste verdediger was de spits die altijd bij mij bleef staan en daarom werd het moeilijker voor mij om belangrijk te zijn. Ik kan op die positie niet zo veel vrijlopen. Ik had het moeilijk om daarmee om te gaan, want het begon toch meestal bij mij en vandaaruit konden we heel goed voetballen. Nu moesten anderen het doen, en we waren toch gewend dat ik het deed. Dus ging het wat stroef, ze hadden ons door en het maakte ons moeilijker om de winst binnen te halen.”
9 Mentaal werken we aan zijn concentratie, zegt de coach.
“Ik had vroeger wel wat probleempjes, dat ik af en toe uit de wedstrijd was, maar daar heb ik van geleerd. In Marbella was er ook een procedure, met RudyHeylen (de psycholoog, nvdr), waarin ik rust moest houden. Hopelijk kan ik dat tijdens de wedstrijd ook zo houden. Welke procedure? Dat is geheim. (lacht) Van alles kun je een werkpunt maken, ook van mijn linker. En ook mentaal.”
10 Er was, tijdens die moeilijke herfst onder Georges Leekens, van alles aan de hand, tot zelfs een mogelijke spelersboycot. Hoe kijk jij daarop terug?
“Ik heb een deel gemist door een blessure, maar nadat ik terugkwam, was het moeilijk voor mij om iets voor het team te betekenen. Ik was meer aan het vechten tegen mijn blessures dan dat ik het team kon helpen, zodat ik eigenlijk de dupe werd van het spel. Er werd toen heel veel op mij gegooid. Ik heb toen gezien hoe supporters op mij reageerden, mijn Facebookaccount heb ik op pauze gezet en de focus gelegd op Club. Maar boycot… Ik vond dat ik onterecht zwart werd gemaakt. Dan hoef ik even geen contact meer met supporters om nog eens te bewijzen hoe ik wél ben. Voor mij is dat niet nodig. Een teleurstelling? Toch wel. Ik heb gezien dat ik niet te open moet zijn. Ik was altijd zeer open, maar op een gegeven moment moet je je toch afschermen. Ik heb niet geprobeerd om de trainer eruit te kicken door bewust een rode kaart te pakken. Als dat wordt gezegd, dat ik ervoor heb gezorgd dat meneer Leekens eruit moest… Dat ik rood pak tegen Zulte Waregem was terecht, je probeert je doel schoon te houden en maakt in een seconde een keuze. Maar niet om de trainer eruit te gooien.”
DOOR PETER T’KINT
“Centrale middenvelder, dat is een nieuw boek dat wordt geopend.”