Als je je afvraagt of het wel gezond is dat je puber zoveel op z’n smartphone zit: ja, er wordt onderzoek naar gedaan door het Leuvense Media Psychology Lab. Daar bestuderen ze al zo’n twintig jaar hoe sociale media als Instagram, TikTok en YouTube het welzijn van jongeren beïnvloeden.
Kennis kent geen einde: 600 jaar Wonderzoek
KU Leuven viert 600 jaar en Knack feest mee: een heel jaar lang vind je regelmatig op knack.be een artikel over een thema waarrond onderzoekers van KU Leuven sterk wetenschappelijk werk leverden.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Volgens de onderzoekers van het Media Psychology Lab kunnen sociale media veel goeds brengen. Jongeren komen in contact met anderen, krijgen steun en aandacht en kunnen zich op een unieke manier uiten. Ze krijgen ook de kans om te experimenteren met hun identiteit. Dat is ontzettend belangrijk in die levensfase en wordt omschreven als ‘digitaal floreren’. Maar sociale media kunnen ook energie kosten: sommige jongeren kunnen er door worden opgeslorpt en zelfs uitgeput raken. Dat geldt zeker voor sociale media waarbij de focus ligt op het visuele, zoals Instagram en TikTok, en waarbij algoritmes uitzonderlijk efficiënt zijn om de aandacht vast te houden.
Wat zeggen de cijfers van het Media Psychology Lab?
- Uit een studie van de onderzoeksgroep bij ruim 1000 Vlaamse jongeren tussen 12 en 18 jaar blijkt dat jongeren aangeven dat sociale media hun mentaal welzijn negatief kunnen beïnvloeden.
- 27 procent van de jongeren voelt zich onzeker wanneer ze zichzelf op sociale media vergelijken met anderen.
- 15 procent is ongelukkig als ze zien hoeveel leuke momenten leeftijdsgenoten hebben, en evenveel jongeren voelen zich terneergeslagen als ze merken hoe goed anderen eruitzien.
- Voor bijna één op de vier leidt kijken naar andermans profiel tot minder zelfvertrouwen.
- Uit ander onderzoek rond lichaamsbeeld blijkt dat 52 procent van de Vlaamse meisjes vertoont tekenen van zelfobjectivering: door alle beelden die ze zien en door internalisering van schoonheidsidealen gaan ze naar zichzelf kijken door de ogen van een ander. Ze worden zich bewuster van hun eigen lichaam en de ‘imperfecties’ ervan en dat kan gevolgen hebben voor hun mentale welzijn. Bij jongens gaat het om 16 procent. Het nemen van selfies en toepassen van filters blijkt van alle socialemediagedragingen het meest nefast voor het lichaamsbeeld van adolescenten.
- Uit één van de studies blijkt dat adolescenten gemiddeld slechts één keer per maand in aanraking komen met een body positivity-post. De meesten geven aan dat ze zo’n post misschien zullen liken, maar níét zelf produceren. Tieners hechten belang aan diversiteit, maar dat betekent niet dat hun beeld van wat ‘mooi’ of ‘aantrekkelijk’ is écht verandert. Wel voelen ze zich beter in hun vel op dagen dat ze body-positivity posts zien. Het algoritme wijzigen zodat ze deze posts vaker zien is dus zinvol.
Moeten we ons zorgen maken?
Jongeren en sociale media: niet echt een match made in heaven, als je naar die cijfers kijkt. Op sociale media circuleren al te vaak niet-kindvriendelijke boodschappen die geweld, racisme, ongezonde lichaamsidealen, middelengebruik, automutilatie, enzoverder promoten. Toch is het niet alleen maar negatief, zegt onderzoekster Laura Vandenbosch. ‘Als je sociale media gebruikt om banden aan te halen, als bron van creativiteit of voor zelfexpressie, dan zijn ze een verrijking. Maar bij wie zich voortdurend vergelijkt met ‘perfecte’ influencers of populaire vrienden, zien we andere processen. Hetzelfde voor jongeren die moeite hebben met controle te houden over ‘hoe lang’ ze op sociale media zitten. Soms zijn de effecten niet zozeer op korte termijn nefast maar vormen ze eerder een risico op lange termijn, bijvoorbeeld als je automutilatie als een normaal copinggedrag bij problemen gaat beschouwen, kan dit pas een probleem voor de jongere zelf worden wanneer die zich ongelukkig voelt. Het is ook zelfs niet zwart-wit op korte termijn: hoe je je gedraagt op sociale media kan verschillen van dag tot dag. De meeste jongeren zijn zich wél bewust van de dynamieken die spelen op sociale media. Jammer genoeg zorgt dit bewustzijn niet altijd voor de bescherming die ze nodig hebben om zich niet ongelukkig te voelen.’
De rol van ouders
Wat kan je als ouder doen? In een langetermijnstudie hebben onderzoekers van het Media Psychology Lab nagegaan hoe mediawijsheid voortvloeit uit de socialisering door ouders, vrienden of leerkrachten. De resultaten tonen dat kritisch denken over sociale media wordt gestimuleerd door gesprekken met ouders, terwijl gesprekken met vrienden – met wie jongeren het constant over sociale media hebben – níét bijdragen aan mediawijsheid. Als ouder interesse tonen is dus belangrijk. Bovendien blijkt het leren van hoe je met negatieve gevolgen van sociale media moet omgaan cruciaal. Samen met MediaWijs en WatWat ontwikkelde het Lab een trainingspakket voor jongeren dat net die skills stimuleert: VibeCheck.
Het internet veiliger maken en kinderen stimuleren hier een rol in te spelen is ten slotte een cruciaal element. Via een nieuwe Europese wet, de Digital Service Act, krijgen ouders en beleidsmakers nieuwe handvaten om de bescherming van kinderen in de online wereld af te dwingen en kunnen ze klacht indienen wanneer de content niet kindvriendelijk is.
Meer lezen?
stories.kuleuven.be/nl/verhalen/jongeren-en-sociale-media-vind-ik-niet-zo-leuk