J.P. Minckelers, de professor die de gasverlichting ontdekte

© Pixabay

Wie zijn de mannen die de gas doen branden, uit het gelijknamige liedje van Urbanus? Het was er ééntje: Jan Pieter Minckelers. Zijn naam is vereeuwigd in een straatnaam in zijn stad Leuven. Nog zeven andere weetjes over de professor.

Kennis kent geen einde: 600 jaar Wonderzoek
KU Leuven viert 600 jaar en Knack feest mee: een heel jaar lang vind je regelmatig op knack.be een artikel over een thema waarrond onderzoekers van KU Leuven sterk wetenschappelijk werk leverden.

1. Net zestien is apothekerszoon Jan Pieter Minckelers (1748-1824) wanneer hij in januari 1765 uit Maastricht naar Leuven komt om er theologie te studeren. Zoals alle studenten moet hij eerst twee jaar algemene vakken volgen aan de Artesfaculteit. Minckelers raakt zo geboeid door fysica, en blijkt er ook zoveel aanleg voor te hebben dat hij na zijn studie theologie wordt aangesteld als hoogleraar fysica, en aan de slag gaat als assistent van professor Jan Frans Thysbaert, directeur van het laboratorium voor experimentele fysica. Dat laboratorium is gevestigd in de huidige Vanderkelenstraat. Het portiek bestaat nog steeds en vormt vandaag de toegang tot museum M.

2. In 1783 is Minckelers op zoek naar een ontvlambaar gas dat zou kunnen worden toegepast als veilig en goedkoop alternatief voor kaarsen en olielampen. Dat jaar noteert hij in zijn labboekje hoe hij erin is geslaagd een lichtgas te produceren door de loop van een geweer met steenkool te vullen, zodat er geen zuurstof meer bij kan, en de pijp te verhitten. Zo ontdekt hij steenkoolgas, een ontvlambaar gas dat vanaf eind de achttiende eeuw een veilig en goedkoop alternatief vormt voor kaarsen en olielampen.

Minckelers’ Standbeeld © Universiteitsarchief KU Leuven

3. Al in 1784 verlicht Minckelers zijn eigen auditorium met de nieuwe techniek. Die blijkt overigens ook een aantal schaduwzijden te hebben, gaande van zwartgeblakerde plafonds tot koolstofmonoxidevergiftigingen.

4. Het steenkoolgas wordt de daaropvolgende decennia volop toegepast in openbare straatverlichting. Brussel is in 1817 de eerste stad op het Europese vasteland met gaslantaarns, Leuven volgt in 1835. Aan de Vaart komt een gasfabriek die het gas via gietijzeren leidingen door de stad voert, waar zogeheten lantaarnopstekers elke avond en ochtend hun ronde doen. Geleidelijk aan worden ook openbare gebouwen, kloosters, kastelen en privéwoningen van gasluchters voorzien.

5. Minckelers zou niet alleen een eigen straat krijgen in Leuven, maar ook een standbeeld op het Kantineplein in Heverlee. Daar staat hij samen met hertog Lodewijk Engelbert van Arenberg. Ze kijken uit over het gazon van het Arenbergkasteel, waar op een najaarsdag in 1783 de allereerste onbemande luchtballon in de Nederlanden opstijgt. Ook deze luchtballon kan vliegen dankzij het steenkoolgas dat Minckelers ontdekte.

Ballonfestival © Universiteitsarchief KU Leuven

6. Die hertog Lodewijk Engelbert, ook wel de blinde hertog genoemd nadat hij in een jachtongeval het zicht verloren had, is een groot liefhebber van de wetenschap en zowat de eerste mecenas van de Leuvense universiteit die proefondervindelijk onderzoek financierde. Als hij tijdens de zomer op zijn kasteel in Heverlee resideert, neemt hij zijn gasten graag mee naar het laboratorium van Minckelers. De hertog heeft contacten met beroemde buitenlandse instrumentenbouwers en voorziet Minckelers en zijn collega’s zowel van materiaal als van middelen voor hun onderzoek.

7. Politieke onlusten ten tijde van de Brabantse omwenteling doen Minckelers in 1790 zelf terugkeren naar zijn geboortestad, waar hij in 1824 overlijdt. Tachtig jaar later wordt op de Markt in Maastricht een standbeeld onthuld. In zijn linkerhand heeft Minckelers een gaspijp waaruit ook vandaag nog, in ruil voor een muntstuk, een krachtige vlam oprijst.

Meer lezen?
https://stories.kuleuven.be/nl/verhalen/het-gas-van-minckelers

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier