‘Hoe lang kan Brussel nog in het moeras liggen sudderen?’

Les Engages's chairman Yvan Verougstraete arrives for a meeting, part of the negotiations to form a new government for the Brussels Capital Region, on Monday 03 November 2025 in Brussels. Political parties in the Brussels region have not found a coalition for a new government yet, after the June 2024 elections.. BELGA PHOTO JONAS ROOSENS © BELGA
Jan Wostyn
Jan Wostyn Voorzitter van Vista

Les Engagés-voorzitter Yves Verougstraete lanceerde een voorstel om de Brusselse regeringsvorming uit het slop te trekken. Maar zijn poging lijkt even doodgeboren als alle voorgaande, schrijft Jan Wostyn van Vista.

De doorsnee Brusselaar ligt er duidelijk niet wakker van, maar vraag aan elke Brusselse politicus of opiniemaker wat hij of zij wenst voor het nieuwe jaar en het antwoord zal zonder twijfel de woorden ‘eindelijk een nieuwe regering’ bevatten. Na de onwaarschijnlijke formatiesoap die nu al 567 dagen aanhoudt, mag dat allerminst verbazen. Toch is het verre van zeker dat de knoop in 2026 ontward wordt.

Het hele jaar 2025 ging verloren aan de finaal onmogelijke oefening om de PS te verzoenen met de winnaar van de verkiezingen, de MR. Die onmogelijkheid kan het best begrepen worden als een ‘gevangenendilemma’ waarin beide partijen zich koppig vastreden. Het gevangenendilemma is een concept uit de speltheorie waarbij twee gevangenen zo bespeeld kunnen worden dat ze elk een incentive hebben om elkaar te verraden, waardoor ze de slechtst mogelijke uitkomst bereiken: een lange gevangenisstraf voor allebei.

Zo verliep het ook tussen de socialisten en de liberalen. Voor de socialisten was samenwerken met de liberalen nooit een interessante optie omdat het impliceerde dat ze na 20 jaar de leiding over het gewest moesten afstaan en zware besparingen moesten slikken. Maar ook voor de liberalen was samenwerken met de socialisten altijd problematisch. Het beleid moest zoals in Wallonië radicaal anders om geloofwaardig te zijn, en dan is samenwerken met de PS altijd lastig om dat beeld uit te dragen.

Dat gold a fortiori voor de Vlaamse liberalen van de Open VLD, die in een existentiële crisis verkeert en waar kersvers voorzitter Frédéric De Gucht het zich niet meer kon permitteren met een halfbakken compromis verder aan te modderen. Het zou zijn geloofwaardigheid als voorzitter meteen onderuithalen en kwetsbaar maken voor de oppositie door de N-VA, die zoals bekend niet eens mee aan tafel mocht. Niet tot een akkoord komen werd dus de dominante strategie voor alle protagonisten, wat voor Brussel zelf helaas het slechtst mogelijke scenario is.

Vlaanderen weet zich geen houding aan te meten bij zoveel complexiteit en politieke intriges in de eigen hoofdstad.

De nieuwe poging die sinds kort op touw wordt gezet door Les Engagés-voorzitter Yvan Verougstraete biedt een mogelijke uitweg. Voor het eerst proberen Les Engagés om zonder de MR een centrumlinkse regering te vormen. Die optie heeft het voordeel dat deze samenstelling beter aansluit bij het Brussels parlement, dat eerder naar links overhelt. Bovendien neemt de druk om eindelijk ‘verantwoordelijkheid’ te nemen steeds verder toe, al blijft het protest in Brussel zeer beperkt. Af en toe staat er een honderdtal geëngageerde burgers aan het parlement, maar deze druk uit het ‘middenveld’ lijkt futiel omdat er bij de brede bevolking nul interesse is voor de politieke patstelling.

De centrumlinkse piste telt echter minstens zoveel struikelblokken als voordelen. Ten eerste wordt de winnaar van de verkiezingen (de MR) ingeruild voor twee duidelijke verliezers (Ecolo en Défi) die met zichzelf in de knoop liggen. Ecolo heeft momenteel niet minder dan vijf interim-voorzitters om de partij tijdelijk te stabiliseren. Ook bij Défi ligt in deze coalitie stappen net voor de hand omdat ze opnieuw zouden moeten samenwerken met de PS en Ecolo, dezelfde samenstelling die hen al tot de afgrond bracht.

Een tweede struikelblok is dat de voorgestelde coalitie eigenlijk geen meerderheid heeft in beide taalcolleges. Aan Franstalige kant werd dat euvel vorige week verholpen door een onafhankelijk parlementslid, de voormalige nummer twee van de PTB, via een ‘technische hergroepering’ aan boord te hijsen van de PS-fractie. Aan Nederlandstalige kant hebben Groen, Vooruit en CD&V amper 7 op 17 zetels. Daarom werd gedacht aan gedoogsteun door Team Fouad Ahidar (TFA) om het project op de rails te krijgen, maar die bedankte deze week feestelijk voor de eer omdat hij niet eens aan tafel werd uitgenodigd. Daarmee ligt het aantal Nederlandstalige zetels dat de facto wordt uitgesloten van regeringsdeelname op 8 van de 17 zetels. Franstalige partijen lijken dus te denken dat zij eigenhandig mogen bepalen dat er maar één mogelijke Nederlandstalige meerderheid van 9 zetels ‘fréquentable’ is.

Nog voor TFA had laten weten niet meer mee te doen, had met name Défi al meteen heel hoog ingezet door een sanering van 1,2 miljard euro te eisen, hoger dan wat de MR eiste in de formatiepoging met de PS. Op die manier hoopt Défi om dan toch de Open VLD ook aan boord te krijgen, zodat de coalitie weer iets meer naar het centrum zou leunen en de gedoogsteun van TFA niet meer nodig zou zijn. Dat lijkt echter volstrekt ijdele hoop omdat zo dan weer een heleboel nieuwe problemen ontstaan. De Open VLD zou dan zonder de MR én zonder de N-VA in een coalitie moeten stappen, wat ondenkbaar lijkt. Bovendien zouden er opnieuw vier Nederlandstalige partijen zijn voor drie regeringsposten, waardoor de kleinste partij, de CD&V, uit de boot zou vallen, wat onaanvaardbaar is voor kopstuk Benjamin Dalle.

De poging van Verougstraete lijkt bijgevolg even wankel en doodgeboren als alle voorgaande. Paradoxaal genoeg zorgde de voorzichtige verbetering van de financiën in lopende zaken ervoor dat volgens minister Dirk De Smedt een ‘shutdown’-scenario voorlopig is afgewend, waardoor de urgentie opnieuw wat verminderd is. De vraag moet dan ook gesteld worden: hoelang nog kan Brussel in het eigen moeras blijven sudderen? Als De Smedt erin slaagt om in lopende zaken het tekort verder terug te dringen, kunnen zelfs vijf jaar lopende zaken niet worden uitgesloten. Laten we niet vergeten dat de voorloper van het Brussels parlement, de Brusselse agglomeratieraad, maar liefst 18 jaar volledig geblokkeerd bleef.

Ik wens de Brusselaars van harte een regering, maar ik wens alle Vlamingen net zo goed een regering met wat meer visie en durf in de eigen hoofdstad.

Intussen weet Vlaanderen zich geen houding aan te meten bij zoveel complexiteit en politieke intriges in de eigen hoofdstad. De onverschilligheid regeert en dat is eigenlijk onbegrijpelijk. Het belang van Brussel voor Vlaanderen wordt schromelijk onderschat en het lijkt wel of de Europese instellingen eerst naar Straatsburg zullen moeten vertrekken vooraleer we dat eindelijk doorhebben. Brussel is bovendien de eerste afzetmarkt van Vlaanderen, vóór Wallonië, Duitsland, Nederland en Frankrijk. We staan erbij en kijken ernaar.

Vlaanderen heeft daarnaast ook zélf tal van eigen bevoegdheden die het net nu zo maximaal mogelijk zou moeten invullen om het machtsvacuüm toch gedeeltelijk op te vullen. Als de huidige trend zich verderzet, zal binnen enkele jaren de Brusselnorm die stelt dat de Vlaamse gemeenschap 30 procent van de Brusselaars moet bereiken, in het kleuteronderwijs voor het eerst gehaald worden. Stopt het daar dan? Of is Vlaanderen bereid met meer ambitie naar Brussel te kijken en die norm op te trekken naar 50 procent?

Er zijn vandaag nog altijd talloze anderstalige én Franstalige ouders die geen plaats vinden voor hun kinderen in het Nederlandstalig onderwijs. Laten we die zomaar in de kou staan? Waarom maken we van het Nederlandstalig onderwijs in Brussel na Oosterweel niet de volgende belangrijke toekomstwerf voor de Vlaamse regering? Dit keer niet een die investeert in asfalt, maar wel in mensen. Ik wens de Brusselaars van harte een regering, maar ik wens alle Vlamingen net zo goed een regering met wat meer visie en durf in de eigen hoofdstad.

Jan Wostyn is voorzitter van Vista, een politieke beweging die een Vlaams sociaal-liberaal alternatief voorstaat, dat de particratie doorbreekt en de band tussen Brussel en Vlaanderen versterkt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise