Vanaf hun vijftigste levensjaar begrijpen mensen spraak minder goed, zelfs als ze een goed gehoor hebben.
Het vermogen om zinnen en verhalen te verstaan: dat hebben neurowetenschapper Lien Decruy (KU Leuven) en haar collega’s onderzocht bij tientallen mensen tussen 17 en 82 jaar oud. Allemaal hadden ze een normaal functionerend gehoor, maar dat betekende niet dat ze alles altijd goed verstonden. De resultaten van het onderzoek zijn verschenen in The Journal of Neurophysiology.
Als oudere mensen gehoorproblemen hebben, verstaan ze anderen minder goed – dat spreekt voor zich. Maar ook als ze wél opvangen wat er wordt gezegd, begrijpen ze de boodschap niet altijd goed. Factoren als achtergrondlawaai kunnen het begripsvermogen hinderen. Vooral vanaf vijftig jaar gaat het bergaf met het ‘verstaansvermogen’.
Als er gesproken wordt, zijn de hersenen van oudere mensen actiever. Dat kan impliceren dat ze meer moeite moeten doen om spraak te begrijpen. Zo kan een gesprek ook sneller vermoeiend worden. Decruy en co. verwierven hun inzichten met een nieuwe techniek die toelaat om delen van de aangeboden spraak te decoderen uit de hersenactiviteit.
Op een heel ander niveau hebben onderzoekers bij muizen liefst 38 genen gedecodeerd die een rol spelen zijn bij gehoorverlies. Hun resultaten verschenen in PLoS Biology. Voor de studie werden muizen met genetische mutaties gecreëerd. Daarop werd nagegaan wat het effect van de fouten op hun gehoorvermogen was.
12 van de 38 genen komen tussenbeide bij het gehoorvermogen van mensen – één heeft een speciaal effect op kinderen. Er wordt nu nagegaan of er doelwitten voor geneeskundig ingrijpen tussen zitten.
