Oriëntatievermogen: waarom vrouwen langer onderweg zijn dan mannen

© Getty

Dat mannen zich beter kunnen oriënteren dan vrouwen is een feit. Maar hoe komt dat? En waarom kan de ene mens veel beter navigeren dan de andere? Wetenschappers ontrafelen de geheimen van ons oriëntatievermogen.

Er zijn mensen die, wanneer ze hun kamer verlaten na een week in hetzelfde hotel, nog altijd niet weten: is de lift nu naar links of naar rechts? Meestal zijn dat vrouwen. Tal van studies tonen het aan: zij zijn minder goed in oriëntatie en navigatie dan mannen. Tal van andere studies tonen dan weer aan dat de mens minder goed in oriëntatie en navigatie is dan veel andere dieren. Op de lange afstand zijn wij een ramp.

Wij hebben natuurlijk geen behoefte aan de langeafstandsstrategieën van de vele dieren die zich verplaatsen tussen, bijvoorbeeld, hun broed- en wintergronden. Miljarden vogels en vlinders vliegen elk jaar twee keer duizenden kilometers. Sommige vogelsoorten trekken zelfs over en weer tussen de noord- en de zuidpool. Zeeschildpadden zwemmen probleemloos van de Amerikaanse kust naar de Afrikaanse en terug (hoewel niet elk jaar). Walvissen zwemmen een substantieel deel van de oceaan af om zich in optimale omstandigheden te kunnen voortplanten.

Veel dieren weten intuïtief waar ze heen moeten. Onze distelvlinder vliegt automatisch naar de Sahel, de Amerikaanse monarchvlinder naar een welbepaalde regio in Mexico. Koekoeken, nachtegalen en andere trekvogels kunnen hun ouders niet volgen: zij vertrekken op eigen initiatief, nadat ze het nest hebben verlaten, en raken vanzelf in de tropische zones waar ze overwinteren.

Hebben ze hun eerste trek met succes afgerond, dan is de kans groot dat de dieren het volgende jaar op ongeveer dezelfde locatie terechtkomen. In hun eerste broedseizoen verzeilen ze ook dikwijls dicht bij de plaats waar ze zelf uit het ei gekropen zijn, hoewel ze in principe een gigantische oppervlakte ter beschikking hebben om zich te vestigen. In hun kop worden herkenbare routes en locaties vastgelegd. Geschikte plekjes onthou je beter – en dan moet je het volgende seizoen minder lang zoeken.

Tussen darmen en hersenen

Welke oriëntatiestrategieën hebben dieren die lange afstanden afleggen? Het zijn er drie, zo blijkt uit een overzicht in het topvakblad Nature: één voor de lange afstand, één voor de korte afstand en één voor lokaal gebruik. Voor de lange afstand oriënteren ze zich dikwijls op basis van het aardmagnetisme, en ook de stand van de zon of de sterren kan een invloed hebben. Bij de korte afstand speelt magnetisme een rol, naast grootschalige landschappelijke kenmerken zoals kusten, stromen of bergen. Naderen de dieren hun bestemming, dan gaat het om herkenningspunten, zoals grote bomen. Bij vissen en zeeschildpadden zijn die vooral op geur gebaseerd.

Er is geen enkel verband tussen intelligentie en oriëntatievermogen.

De mens heeft – tot voor de laatste halve eeuw, tenminste – nooit behoefte aan langeafstandsnavigatie gehad. Als we ons vroeger verplaatsten, gebeurde dat geleidelijk aan en zelden over grote afstanden. En natuurlijk kunnen we elkaar ook de weg vragen, in tegenstelling tot de meeste andere dieren. Toch reageren ook onze hersenen op magnetische prikkels. Een studie in het vakblad eNeuro beschrijft hoe proefpersonen in een donkere en hermetisch afgesloten kamer werden gebracht. Ze moesten niets doen, maar hun hersenactiviteit werd constant geregistreerd en geregeld werden er magnetische prikkels in de kamer losgelaten. In een aantal gevallen reageerden de hersenen onmiddellijk, enkele seconden lang, zonder dat de betrokkenen zich daarvan bewust waren. De discussie of wij een ‘zesde zintuig’ hebben, gevoelig voor magnetisme, is daarmee uiteraard niet beslecht. Daarvoor zijn meer en verfijndere experimenten nodig.

Hoe slaan onze hersenen de informatie van een kaart of kompas op? Dat is wél al uitgebreid onderzocht. De ontdekking van een soort gps-systeem in het brein leverde de Amerikaan John O’Keefe en het Noorse echtpaar May-Britt en Edvard Moser in 2014 zelfs de Nobelprijs voor Geneeskunde op. In de hippocampus, die een belangrijke rol speelt in ons geheugen, zitten ‘plaatscellen’ en ‘richtingcellen’: neuronen die respectievelijk vastleggen waar je je bevindt en welke richting je volgt. Voor elke locatie in ons hoofd wordt een kleine groep plaatscellen gemobiliseerd, waardoor een locatie oproepen weinig energie vraagt.

De derde cruciale cellensoort bevindt zich in de entorinale cortex, die aanleunt tegen de hippocampus: de ‘gridcellen’. Zij leggen vast hoe een omgeving eruitziet en functioneren met veel meer tegelijk. Volgens een studie in Current Biology vermindert hun activiteit na je zestigste, bij sommige mensen zelfs zozeer dat ze gaan dementeren. Een haperend oriëntatievermogen, zelfs in een dorp waarin je al een halve eeuw woont, is een van de eerste tekenen van een aandoening als alzheimer.

Onze interne gps werkt ook als we ons situaties inbeelden en misschien zelfs als we dromen. Er kan input komen van andere hersenzones, bijvoorbeeld om visuele informatie aan onze mentale kaarten te paren. Een studie in Nature Communications toont zelfs aan dat de zenuwverbinding tussen onze darmen en de hersenen, via de lange nervus vagus, een rol kan spelen. Zo herinneren we ons gemakkelijk plekken waar we iets lekkers of speciaals gegeten hebben.

Sea Hero Quest

Het menselijke oriëntatiesysteem werkt op veel kortere afstanden dan dat van andere dieren, maar rust ook op drie pijlers. De eerste pijler zijn de echte herkenningspunten, zoals een toren of een heuvel. De tweede is de route naar een bestemming: welke weg neem je, in welke richting? De derde is het overzicht van een omgeving, met aandacht voor de lay-out en de afstanden (zoals op een stratenplan).

Over het algemeen kunnen we beter buiten dan binnen navigeren, en beter op het platteland dan in de stad. Maar niet alle mensen oriënteren zich op dezelfde manier. Volgens een overzicht in New Scientist leren sommige mensen relatief gemakkelijk om zich te oriënteren, soms na één ervaring in een situatie, terwijl het anderen na tien weken nog altijd niet lukt. Blijven oefenen lijkt de enige manier om dat gebrek te compenseren.

Die individuele verschillen zijn te verklaren door een complex van factoren. Belangrijk zijn bijvoorbeeld je ervaring met oriëntatie en de plaatsen die je interne gps al opgeslagen heeft. Ook de grootte van je hippocampus zou een rol spelen. En wat met persoonlijkheidskenmerken? Eén ding is zeker: tussen oriëntatievermogen en intelligentie is er géén verband.

Current Biology bericht over een grootschalig onderzoek waarvoor miljoenen mensen wereldwijd de game Sea Hero Quest speelden. Daarin moet je over een virtuele oceaan navigeren. Wat bleek? Veruit de belangrijkste factor in ons oriëntatievermogen is onze leeftijd: vanaf je twintigste gaat het al achteruit. De beste navigators wonen in Scandinavië, waar lange tochten maken populair is. Ook mensen uit landen met een hoog bruto binnenlands product doen het beter dan gemiddeld, omdat zij meer ervaring hebben met reizen. En wat met het verschil tussen mannen en vrouwen? In landen met een grote seksegelijkheid is het wel kleiner, maar doorgaans doen mannen het beter.

In Public Library of Science One gaan dezelfde onderzoekers daar dieper op in. In Londen en Parijs zijn de resultaten van hun onderzoek vergelijkbaar en sluiten ze aan bij wat we al wisten. Als mannen zich oriënteren, gebruiken ze vaker de grootschalige kaart in hun hoofd. Zo vinden ze al eens een binnenweg of durven ze zich puur op hun richtinggevoel te baseren. Vrouwen volgen vaker een route langs punten die ze kennen, op een kortere afstand van elkaar. Ze keren ook vaker op hun stappen terug als ze voelen dat ze er niet zullen raken. Daardoor doen ze er gemiddeld langer over – in tijd en afstand – om hun bestemming te bereiken.

Dat mannen meer met de auto rijden dan vrouwen, kan hun oriëntatie bevorderen.

De meeste mensen gebruiken zowel hun mentale kaart als bekende punten in de omgeving om te navigeren. Het is zaak die twee opties zo goed mogelijk te combineren, afhankelijk van de situatie. Bij sommigen gaat dat vanzelf, anderen zullen het nooit leren.

Is het verschil tussen mannen en vrouwen aangeboren of aangeleerd? Daarover woedt ook in deze kwestie een debat. Als vrouwen een kleine hoeveelheid innemen van het mannelijke geslachtshormoon testosteron, wordt hun hippocampus wat actiever wanneer ze een doolhoftaak uitvoeren. Er zijn ook aanwijzingen dat de hormonenbehandelingen van transgenders hun oriëntatievermogen veranderen.

Evolutionair gezien zijn de verschillen tussen mannen en vrouwen steekhoudend. In de prehistorie zwierven mannen over grotere afstanden uit dan vrouwen, waardoor zij meer belang hadden bij een goed oriëntatievermogen. Dat speelt nog altijd bij stammen die vandaag op ‘prehistorische’ wijze leven, zoals de Bosjesmannen in de Kalahari-woestijn. Uit een studie in Evolution & Human Behavior blijkt dat de mannelijke stamleden veel beter in oriëntatietaken zijn. Soms moeten ze zich tot 150 kilometer ver verplaatsen, omdat ze daar nog een partner hebben. De bedoeling is ongetwijfeld om inteelt tegen te gaan, want ondertussen kunnen ook hún vrouwen bezoek van buitenstaanders krijgen.

Een vergelijkbaar onderzoek bij een indianenstam in de jungle van Bolivia leverde dan weer geen sekseverschillen op. Om het risico te beperken dat ze verloren lopen, verplaatsen de stamleden zich er namelijk over veel kleinere afstanden dan in een open landschap.

Bij de Bosjesmannen was het overigens opgevallen dat meisjes vanaf de puberteit minder risico’s nemen, waardoor ze zich minder ver verplaatsen. Het doet (vrouwelijke) onderzoekers in New Scientist het volgende besluiten: verschillen in oriëntatiecapaciteiten hebben meer te maken met je persoonlijke ervaringen en je omgeving dan met je geslacht. Ook bij ons rijden mannen vaker met de auto en spelen ze vaker videospelletjes, schrijven ze – en kunnen ze hun oriëntatievermogen dus vaker oefenen. Dat er biologische verschillen tussen mannen en vrouwen kunnen bestaan? Sommigen krijgen het echt niet over hun lippen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content