Om het tekort aan donororganen op te vangen, wordt er naarstig gewerkt aan manieren om organen langer en efficiënter te kunnen bewaren.
Orgaantransplantatie blijft een heikele onderneming, vooral omdat artsen constant kampen met een tekort aan donororganen.
De levensduur van een getransplanteerde nier is lange tijd beduidend verbeterd, zo rapporteren nierspecialist Maarten Naesens (KU Leuven) en zijn collega’s in het vakblad Kidney International. Tussen 1985 en 1995 werkte 75 procent van de getransplanteerde nieren na vijf jaar nog altijd. In 2016 was dat 84 procent. Maar al een tijd wordt er geen vooruitgang meer geboekt. Dat de medicatie om te verhinderen dat een lichaam een nier afstoot niet meer evolueert, zou daarmee te maken hebben.
Leverspecialist Jacques Pirenne (KU Leuven) en zijn collega’s schrijven in Nature dat het transport van te transplanteren levers bij kamertemperatuur en gekoppeld aan een pomptoestel (om bloed en medicatie te laten circuleren) leidt tot de helft meer voor bruikbare levers dan wanneer ze, zoals vroeger, gekoeld worden getransporteerd. Voor de overleving van de lever in de patiënt is er geen verschil.
