Monopoliseert Japan binnenkort de ruimte? ‘De Japanse regering wil haar economische zekerheid vrijwaren’

Japan
In Tokio werden op 6 juni 2025 modellen getoond van de maanlander Resilience (midden, links) en de maanrover Tenacious (midden, rechts) van het Japanse ruimtevaartbedrijf ispace. De Japanse droom om voor het eerst met een particulier bedrijf een zachte landing op de maan te realiseren, spatte diezelfde dag uiteen: de missie moest worden afgebroken na een vermoedelijke crashlanding, zo maakte de startup bekend. © AFP via Getty Images

De nieuwe ‘ruimterace’ is volop aan de gang. Japan zorgt daarbij voor een ander elan, maar ook privébedrijven vuren de competitie aan. Eerste halte is opnieuw de maan, met bemande missies naar Mars als doel.

Met het Artemis-programma, de opvolger van de iconische Apollo-missies, wil de VS na meer dan vijftig jaar opnieuw mensen op de maan zetten. Het is veel meer dan een Amerikaans prestigeproject: het is internationaal breed gedragen, met meer dan vijftig landen die zich al aansloten bij de zogenaamde Artemis-akkoorden. De eerste missie, Artemis I, stuurde in 2022 een onbemande vlucht langs de maan. Artemis II, gepland voor 2026, zou mensen in een baan om de maan brengen in de nieuwe Orion-capsule. Ten vroegste in 2027 zouden er opnieuw mensen op de maan wandelen met Artemis III.

Vertragingen en oplopende kosten bij ruimtevaartorganisatie NASA leidden evenwel tot hevige interne discussies in de Amerikaanse politiek. Eerder dit jaar kondigde de regering-Trump aan dat ze stevig zou snoeien in de werkingsmiddelen van NASA: met bijna een kwart minder jaarlijkse middelen zou het de grootste budgetvermindering zijn in de geschiedenis van het agentschap. De toekomst van het Artemis-programma kwam plots op losse schroeven te staan.

Na politieke druk van onder meer senator Ted Cruz, kwam daar met een toevoeging aan Trumps ‘Big Beautiful Bill’ van 4 juli 2025 verandering in. De komende jaren wordt net geen 10 miljard dollar extra vrijgemaakt voor het ruimtevaartprogramma van NASA. Het gaat in het bijzonder om de verdere ondersteuning van het International Space Station (ISS) en de uitbouw van de Artemis-missies IV en V. Met die missies zou het ruimtestation Gateway in een baan om de maan worden gebracht, met de steun van de ruimtevaartorganisaties van Canada, Europa, Japan en de Verenigde Arabische Emiraten.

Elon Musks Starship

Hoewel de maanmissies nu voorlopig gered lijken, is het onduidelijk welke staatssteun het verdere verloop van het Artemis-programma nog zal krijgen. Het tekent de overgang waarin de ruimtevaartsector zich momenteel bevindt. Nu meer en meer privéspelers zich aandienen, rijst de vraag of het nog verantwoord is om grote, eenmalige missies op te zetten die de staat handenvol geld kosten. Ter vergelijking: een lancering van het Space Launch System, de draagraket van de Orion-capsule, kost om en bij de 2 miljard dollar. Elon Musks ruimtevaartbedrijf SpaceX ontwikkelt momenteel het herbruikbare Starship, dat eenzelfde vracht de ruimte in zou kunnen brengen voor een twintigste van dat bedrag.

Zonder overheidssteun is het hoogst onzeker dat de VS als eerste opnieuw de maan of Mars kan bereiken, vóór China.

De recente hernieuwde investeringen in NASA hebben zowel te maken met prestige als met het bewaken van strategische belangen, van telecommunicatie tot het ontwikkelen van technologie die ook op aarde haar nut kan bewijzen. De Verenigde Staten beschikken dan wel over de meest ontwikkelde private ruimtevaartsector in de wereld, op dit moment is het simpelweg nog te vroeg om de stok volledig door te geven. Zonder de Amerikaanse overheidssteun is het hoogst onzeker dat het land als eerste opnieuw de maan of Mars kan bereiken vóór China dat doet.

Toyota-ruimtewagen

Een ander land dat de belangen van een geslaagde publiek-private samenwerking uitstekend heeft begrepen, is Japan. Zijn ruimtevaartorganisatie JAXA heeft zich de laatste jaren opgewerkt tot een van de voornaamste internationale partners in de ruimtevaart. Begin augustus wisselde de ene Japanse astronaut de andere af in het ISS. Bovendien zou de eerste niet-Amerikaan op de maan een Japanner worden én ontwikkelt JAXA in samenwerking met Toyota een ruimtewagen met drukcabine, die bemande missies van wel dertig dagen zou kunnen uitvoeren op het maanoppervlak.

Om de private ruimtevaart een boost te geven, heeft de Japanse overheid bovendien het Space Strategy Fund in het leven geroepen in november 2023. Dat fonds maakt 1000 miljard yen (ongeveer 5,8 miljard euro) vrij om tien jaar lang private ruimte-initiatieven letterlijk sneller van de grond te helpen.

Daarmee bouwt Japan verder op het succes van enkele markante start-ups. Het Japanse bedrijf ispace bijvoorbeeld trachtte op 7 juni voor de tweede maal een toestel op de maan te laten landen. Na een reis van meer dan vier maanden ging – vlak voor de landing – de communicatie verloren. De lading, inclusief experimenten van commerciële bedrijven en universiteiten, ging verloren, maar het vertrouwen in het bedrijf bleef overeind.

Hide Kamiya, vicevoorzitter bij ispace Japan, beklemtoont vooral de successen van de missie: ‘Voor de tweede maal slaagden we erin een ruimtetuig in een baan om de maan te brengen, we verkortten de tijd voor de ontwikkeling van het toestel met 40 procent en de kosten konden we halveren.’ Na de missie werd een taskforce opgericht en kwam er een nauwere samenwerking met JAXA om fouten bij de landing in de toekomst te voorkomen.

Falen om te leren

Mede dankzij de transparante communicatie van het bedrijf begrijpen klanten de risico’s die horen bij dit pionierswerk. De uitbouw van volgende missies, die met een hogere frequentie zouden plaatsvinden, gaat door zonder merkelijke vertraging. Dat vertrouwen in de toekomst dankt het bedrijf aan een voor Japan atypische bedrijfscultuur, waarin falen-om-te-leren is toegestaan, en aan een charismatische ceo die het bedrijf door heel wat stormen loodste.

Zo ontstond ispace uit deelname aan de Google Lunar X Prize, dat in 2007 privé-initiatieven uitdaagde om na een geslaagde maanlanding een maanrover 500 meter te laten afleggen en beelden terug naar de aarde te sturen. Onder impuls van vrijwilligers werkte de voorloper van ispace aan het Hakuto-ontwerp, dat met vier andere kandidaten de eindronde van de competitie haalde.

Al tijdens de wedstrijd kende het bedrijf de nodige tegenslag. Ook al wist ispace de maanrover op tijd aan te leveren, de partner die instond voor de lander trok zich terug uit de competitie. Uiteindelijk vond ispace een nieuwe partner in India, die opnieuw uit de competitie stapte. ‘Daarop besliste onze ceo, Takeshi Hakamada, om zelf een lander te ontwikkelen’, vertelt vicevoorzitter Kamiya van ispace.

Net als de andere deelnemers haalde Hakuto de vooropgestelde deadline in 2018 niet: de Lunar X Prize werd afgesloten zonder winnaar. Toch zette ispace door, met internationale samenwerking als leidraad. ‘Slechts een paar bedrijven zijn in staat om de maan te bereiken. Het is dus een markt waarvoor we moeten samenwerken.’ Hoewel een aantal bedrijven uit de VS soortgelijke diensten wil aanbieden, noemt Kamiya hen in het Engels daarom liever ‘competimates’ dan competitors.

Japanse GPS-satellieten

In de toekomstvisie van ispace worden de maan en de aarde sociaal en economisch verbonden. Die verbinding loopt in verschillende fasen. In de komende tien jaar zullen de voornaamste klanten overheden zijn, aldus Kamiya, met bijkomende, kleinere ladingen uit de industrie. Erna ligt de weg open voor commerciële maanontwikkeling.

De ruimte groeit uit tot een volwaardig onderdeel van de wereldeconomie, met een geschatte waarde van 1800 miljard dollar in 2035.

Bedrijven hoeven echter niet naar de maan om de ruimte in te gaan. Recent kondigde autobouwer Toyota aan te gaan samenwerken met Interstellar Technologies, het enige Japanse privébedrijf dat er meermaals in slaagde een raket de ruimte in te sturen. Samen zouden ze verder werken aan Zero, de nieuwe raket van Interstellar Technologies die satellieten in een baan om de aarde kan brengen.

Keiji Atsuta, Chief Operating Officer van Interstellar Technologies, licht toe hoe ook in Japan de oorlog in Oekraïne zijn gevolgen had. Net als in Europa neemt men de Amerikaanse steun niet langer als vanzelfsprekend. ‘Met de oprichting van het Space Strategy Fund wilde de Japanse regering de economische zekerheid vrijwaren,’ zegt Atsuta.

Golden Dome, het prestigeproject van Donald Trump: ‘Zijn rakettenschild is een grap’

Daarvoor zet de Japanse overheid in op twee fronten. Atsuta: ‘Japan heeft eigen satellieten, rakettechnologie en draagt bij aan het ISS. Maar tot voor kort was Japan volledig afhankelijk van de VS voor GPS-navigatie.’ Intussen zijn er een vijftal Japanse GPS-satellieten actief. Om compleet onafhankelijk te zijn van de VS, zijn er minstens zeven nodig. ‘Die komen er in de komende jaren,’ aldus Atsuta. Daarnaast wilde de Japanse regering investeren in bijkomende lanceringscapaciteit, precies wat Interstellar Technologies aanbiedt.

Nationale veiligheid is trouwens niet de enige reden waarom Japan inzet op de ruimtevaartsector, benadrukt Atsuta. ‘De Japanse industrie leunt stevig op de automobielindustrie. De Japanse overheid tracht nieuwe domeinen aan te zwengelen, zoals de ruimtevaartsector.’

Maanbasis

Nu verbrandingsmotoren minder populair worden, kijken autobedrijven inderdaad naar nieuwe manieren om hun knowhow te verzilveren. Zo schoot Honda op 17 juni een herbruikbare raket de lucht in, die het met succes weer deed landen. Het bedrijf verkent technologie voor de lancering van satellieten. Een eerste (sub)orbitale vlucht zou voor 2029 zijn. Daarnaast onderzoekt het bedrijf andere ruimtetechnologieën, zoals ruimterobots, en past het zijn kennis over waterstof-brandstofcellen toe op de productie van hernieuwbare energie en water voor potentieel gebruik ooit op een maanbasis.

Toyota, de grootste autoproducent ter wereld, blijft uiteraard niet achter. ‘Toyota dacht na over samenwerking met de mobiliteitsindustrie, niet alleen op de weg, maar ook in de lucht en in de ruimte,’ verklaart Atsuta. De samenwerking met de autobouwer betekent een grote stap voorwaarts voor Interstellar Technologies en voor de Japanse private ruimtevaart.

Interstellar Technologies rekent alvast op de nieuwe samenwerking om kosten te drukken. Atsuta: ‘Toyota is beroemd om het reduceren van kosten, volgens het “Kaizen”-principe.’ Kaizen, wat zich laat vertalen als “continue verbetering” bepaalt de filosofie achter het productiemanagement van Toyota. Sleutelonderdelen voor nieuwe raketten, zoals brandstoftanks, zouden volgens de uitgebreide ervaring van Toyota op grotere schaal kunnen worden gemaakt, met veel lagere kosten tot gevolg.

Atsuta wijst bovendien op de uitgebreide keten van leveranciers die Toyota ter beschikking heeft. De lage frequentie van lanceringen uit het verleden maakte de industrie enkel levensvatbaar zolang de overheid de kosten dekte. Daar kan nu verandering in komen. ‘Met tien tot vijftien lanceringen per jaar in het verschiet, zal de prijs dalen en wordt het interessant voor toeleveranciers om een productielijn te onderhouden’, meent Atsuta.

De eerste niet-Amerikaan op de maan zou een Japanner worden

Lanceren doet Interstellar Technologies, net als Honda trouwens, vanuit het noordelijke eiland Hokkaido. De weersomstandigheden zijn er uitstekend en de open ruimte naar het oosten en het zuiden biedt ruime lanceermogelijkheden. Dat leidde in 2021 tot de oprichting van Japans eerste private ruimtehaven: Hokkaido Spaceport (HOSPO).

Collectieve onderneming

‘We willen met HOSPO een belangrijke ruimtehub worden in Azië’, zo zegt Hiroki Furihata, strategieleider van Space Cotan, de uitbater van de ruimtehaven. Ook Furihata benadrukt de internationale samenwerking eerder dan de competitie. Zo werd de ruimtehaven in 2024 deel van een internationaal netwerk met zeven andere ruimtehavens uit onder meer de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Australië en Zweden.

Klanten zoekt HOSPO niet alleen in eigen land. De komende jaren biedt de ruimtehaven mogelijk een platform aan een van de grootste concurrenten van Interstellar Technologies. Het Amerikaanse bedrijf Firefly ondertekende op 18 augustus immers een overeenkomst om te onderzoeken of ze hun Alpha-raket kunnen lanceren vanaf Hokkaido. Het toont de internationalisering van de ruimtevaart en zet de plannen van de Japanse overheid om jaarlijks tot 30 lanceringen te realiseren kracht bij.

Oorlog met satellieten: ‘Het is tijd om duidelijk te zeggen dat we wapensystemen in de ruimte nodig hebben’

Met wereldwijde netwerken en bevoorradingsketens groeit de ruimte uit tot een volwaardig onderdeel van de wereldeconomie, tot ver buiten Japan, Europa of de Verenigde Staten. Volgens een recent rapport van het World Economic Forum kan de waarde van de globale ruimte-economie in de komende tien jaar zelfs verdrievoudigen tot 1800 miljard dollar in 2035. Op die manier is de nieuwe space race fundamenteel anders dan de bipolaire machtsstrijd tussen de VS en de Sovjet-Unie tijdens de Koude Oorlog: niet langer een duel, maar de collectieve onderneming van diverse spelers.

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise