Mini-alpen duiken op langs de Schelde

Kiezelwiertjes kunnen tijdelijk voor reliëf zorgen op slikplaten.

Elke lente duiken ze opnieuw op op de getijdeplaten langs de Schelde: wat onderzoekers zo mooi de mini-alpen noemen. Het betreft een patroon van heuveltjes en dalen op slikplaten, die een maximaal hoogteverschil van 3 centimeter hebben, maar die bepalend zijn voor het leven op zo’n plaat.

Nederlandse onderzoekers hebben aangetoond dat de heuveltjes het resultaat zijn van de activiteit van kiezelwiertjes. In het vakblad American Naturalist beschrijven ze hoe wiertjes op een verhoging een bruine mat vormen, waarin modderdeeltjes blijven plakken, die het heuveltje hoger maken, enzovoorts. Voor de wiertjes is het voordelig, want ze hebben op hun heuveltje minder last van het water dat bij elke vloed over zo’n slikplaat stroomt, waardoor ze langer als een pakketje kunnen blijven bestaan.

Nadeel voor de wiertjes is dat ze op die manier zelf een uitgelezen voedselbron worden voor dieren, variërend van wormpjes en slakken tot bergeenden. Die kunnen ook profiteren van het gegeven dat de wiertjes door het feit dat ze modderdeeltjes vasthouden, het water helder houden. Vele larven van bodemdieren kunnen daardoor beter groeien. De wiertjes zorgen echt voor gunstige condities in de broedkamer die een getijdegebied voor vele soorten is.

De golvende slikplaat is een zeldzaam biotoop. In de Westerschelde, waar de onderzoekers hun werk doen, is het helaas bedreigd door ondoordachte plannen om alternatieven te zoeken voor ontpoldering als compensatie voor het weggraven van natuur in de Antwerpse haven.

Het effect is wel tijdelijk. Op den duur gaan er zoveel dieren wiertjes eten, dat de heuveltjes verdwijnen. Het landschap wordt letterlijk opgegeten. Dan is het wachten tot de volgende lente voor de mini-alpen weer de kop opsteken. (DD)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content