Mierensmokkel: ‘Die Vlaamse jongeren wisten precies op welk moment ze in Kenia moesten zijn’

Levende mieren vervoerd in spuiten, in beslag genomen in de Jomo Kenyatta International Airport in Kenia. © REUTERS
Kristof Clerix
Kristof Clerix Onderzoeksjournalist

Mierenexpert Thomas Parmentier (ULB) ziet steeds meer webshops opduiken waar insecten te koop worden aangeboden. ‘Sociale media spelen een rol in de populariteit van mieren, pissebedden en schorpioenen.’

Twee jongeren uit Mol zijn begin april in Kenia gearresteerd omdat ze levende mieren het land uit wilden smokkelen. Ze waren in het bezit van 5000 mieren, verpakt in reageerbuizen en spuiten. Woensdag moesten de twee in de Keniaanse hoofdstad Nairobi voor de rechter verschijnen.

Mierenexpert Thomas Parmentier was niet verbaasd toen hij het nieuws vernam. ‘Ik denk dat smokkel véél gebeurt. Wat ze nu vinden, is maar het topje van de ijsberg.’

Parmentier is als professor en onderzoeker verbonden aan het departement Biologie van de Organismen aan de ULB. Zijn academisch onderzoek spitst zich toe op mieren, meer bepaald op de interacties die ze aangaan met andere organismen in en rond het mierennest.

Waarom denkt u dat deze Kenia-case slechts het topje van de ijsberg is?

Thomas Parmentier: Omdat een hele hoop insecten steeds populairder worden, vooral bij jongeren. Niet enkel mieren maar ook kleine pissebedden, schorpioenen, kevers, spinnen of andere ongewervelde dieren worden steeds vaker als hobby gehouden. Er speelt ook een effect van sociale media. Verzamelaars posten filmpjes van hun opstellingen op YouTube en TikTok.

Online heb je ook een wildgroei aan webshops die zulke insecten en andere ongewervelden aanbieden. Ook Nederlandstalige ‘ant-shops’ zijn makkelijk te vinden op het internet.

Wat ben je in godsnaam met zo’n bokaal mieren in huis?

Parmentier: Een formicarium heet dat eigenlijk, zo’n mierenboerderij. Verzamelaars gaan van start met een koningin en kweken er vervolgens kolonies mee, om zo het gedrag van de mieren te kunnen bekijken. Boeiend is vooral hun sociaal gedrag. Een werkster op zich is een dom individu, maar door samen te werken ontwikkelen mieren een soort collectieve intelligentie. Zo kunnen ze complexe problemen oplossen. En wat mogelijk jongeren aanspreekt, is het agressieve gedrag van mieren. Hoe ze prooien overmeesteren en naar binnen sleuren.

Welke soort mieren zijn vandaag populair bij verzamelaars?

Parmentier: Wereldwijd zijn er wel 15.000 verschillende soorten mieren, maar verzamelaars verkiezen vaak de meest spectaculaire soorten. Zij die grote kolonies vormen, grote werksters hebben, agressief zijn en vaak fel gekleurd. Ook tropische soorten zijn populair. Zoals de bladsnijdersmier, die bladeren in kleine stukjes bijt.

‘Eigenlijk gaat het om een soort diefstal: je buit de natuurlijke rijkdom van een land uit voor commerciële exploitatie.’

Mierenexpert Thomas Parmentier (ULB)

Bij de Vlaamse jongeren in Kenia ging het blijkbaar om de Messor cephalotes, de Afrikaanse oogstmier.

Parmentier: Ze worden ook wel graanmieren genoemd, omdat ze vooral zaden verzamelen en daarvan leven. Hun koninginnen zijn echte joekels, tot 2,5 centimeter, de grootste mieren van Afrika. Ook de werksters worden heel groot, tot 2 centimeter. Daarom zijn ze net zo populair: ze zijn visueel attractief om ze bij te houden. Ik sluit niet uit dat die gasten de mieren hadden verzameld om ze vervolgens door te verkopen.

Ze hebben inmiddels schuld bekend en noemen zichzelf ‘naïef’.

Parmentier: Dat vind ik moeilijk te geloven. Een bevruchte koningin van de Afrikaanse graanmier kun je maar in een heel korte periode van het jaar verzamelen, met name tijdens de zogenoemde ‘bruidsvluchten’. Volgens mij wisten de jongeren maar al te goed dat ze uitgerekend op dat moment in Kenia moesten zijn.

Waarom mag je eigenlijk niet zomaar mieren meenemen uit Kenia?

Parmentier: In de eerste plaats is dat ethisch laakbaar, want eigenlijk gaat het om een soort diefstal: je buit de natuurlijke rijkdom van een land uit voor commerciële exploitatie. Een andere belangrijke reden is biodiversiteit. De Afrikaanse oogstmier is endemisch: het verspreidingsgebied in Oost-Afrika is redelijk klein. Door de mier daar weg te nemen, breng je eigenlijk de populatie in gevaar. Ten derde kan zo’n mier ook allerlei problemen met zich meebrengen. Ze kan ziektes verspreiden en er kunnen mijten op zitten die kunnen overspringen naar onze lokale flora. En tot slot: als verzamelaars – en zeker jongeren – hun mierkolonies beu raken, kunnen ze die gewoon loslaten. Kolonies kunnen ook ontsnappen.

En dan?

Parmentier: Zo komen ze in onze natuur terecht als een invasieve soort, wat allerlei problemen kan geven voor onze lokale mieren, maar ook voor anderen dieren en planten.

‘Online heb je ook een wildgroei aan webshops die zulke insecten en andere ongewervelden aanbieden.’

Mierenexpert Thomas Parmentier (ULB)

Hoe laat u zelf als onderzoeker mieren overkomen uit het buitenland om te bestuderen?

Parmentier: Daar moet ik allerlei vergunningen voor aanvragen. Toegegeven, dat is een administratieve rompslomp. Maar als je dan zo’n verhaal uit Kenia hoort, begrijp je waarom die stappen nodig zijn.

Dirk Draulans’ Beestenboel: het draaigatje is de ’twerker’ onder de mieren

Mag je mieren importeren in België?

Zowel de douane, de FOD Volksgezondheid als het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen zijn bevoegd voor de invoer van dieren in België. Francis Adyns, woordvoerder van de FOD Financiën, wijst op drie belangrijke wettelijke aspecten:

 

1. De Conventie over de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten (CITES). Adyns: ‘Momenteel komt geen enkele miersoort op deze lijst voor, maar ze kan nog evolueren. Indien de lijst in de toekomst toch miersoorten zal bevatten, dan zal het alleen mogelijk zijn om ze in te voeren op vertoon van een CITES-vergunning die is afgegeven in het land van herkomst, en die wordt gecontroleerd door de FOD Volksgezondheid en Douane.’

2. De wetgeving over invasieve vreemde soorten (IAS). Adyns: ‘Hierin zijn momenteel 4 mierensoorten opgenomen. Maar voor zover wij weten zijn dat niet de mieren die het voorwerp uitmaakten van de handel in Kenia. Als mieren die wél onder deze verordening vallen in de EU worden ingevoerd, moet de zending onmiddellijk gestopt worden en moeten er maatregelen worden genomen om de verspreiding tegen te gaan. Behalve in het geval van een speciale toelating, bijvoorbeeld voor onderzoek.’
 

3. Wanneer mieren niet onder CITES of IAS vallen, moeten ze gecontroleerd worden door het FAVV als de plaats van binnenkomst in België is. Bovendien is een ‘Gemeenschappelijk Gezondheidsdocument van binnenkomst’ vereist.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content