De provincie Limburg wil in 2020 CO2-neutraal zijn. Daarvoor zat het nieuwe klimaatparlement afgelopen vrijdag een eerste keer samen.
De provincie Limburg heeft grootse milieuplannen. Vandaag stoten de 850.000 Limburger per kop 11 ton CO2 per jaar uit. Over goed acht jaar willen ze in het oosten van het land als eerste Europese regio klimaatneutraal zijn.
Die doelstelling werd afgelopen vrijdag in Hasselt bekrachtigd op het allereerste klimaatparlement. Zo’n 70 vertegenwoordigers uit de industrie, het onderwijs, sociale verenigingen, kenniscentra et cetera tekenden een verklaring om Limburg tegen 2020 CO2-neutraal te maken.
‘Of het Limburg lukt, durf ik niet te voorspellen’, vertelt Peter Vercaemst, die als medewerker van VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek) de onderbouwende studie coördineerde. ‘Maar het is in elk geval zinvol om in het milieubeleid de lat hoog te leggen. Met ambitieuze targets creëert de provincie een grote betrokkenheid, want alleen als iedereen meewerkt kunnen ze er komen. Dat klimaatparlement is daarom een slim idee. Iedereen is namelijk vertegenwoordigd, waardoor het besef groeit dat de inspanningen verdeeld zijn over alle Limburgers. De verantwoordelijkheid kan niet worden afgeschoven op enkel de industrie of de overheid. Als sensibiliseringsactie maakt het Limburgse klimaatplan dus het verschil. Andere provincies nemen ook tal van milieu-initiatieven, maar in Limburg is het een engagement van iedereen dankzij het klimaatparlement.’
Iedereen? De Limburgse boeren weigerden het klimaatplan te tekenen. Limburg gaat er namelijk van uit dat er de volgende jaren 40.000 hectare landbouwgrond vrijkomt omdat de Limburger minder vlees zal eten. Op die vrijgekomen grond kunnen dan producten worden geteeld voor een biomassacentrale.
Alleen klopt die studie niet volgens de boeren. ‘Het is vervelend dat zij de zaal hebben verlaten’, aldus Vercaemst. ‘Maar de landbouw is niet de hoofdrolspeler in CO2-uitstoot. Veel belangrijker is dat we de chemische sector en de gezinnen wel aan boord hebben.’ (JV)
