Hoe een Vlaamse lama de heldin in de strijd tegen covid-19 kan worden

Lama Winter © reuters
Trui Engels
Trui Engels Journalist Knack

Lama’s zijn al langer gegeerde proefdieren in de zoektocht naar antilichamen tegen virussen. Een Vlaamse lama biedt nu hoop in de strijd tegen covid-19.

In het gerenommeerde vakblad Cell publiceerden onderzoekers van VIB-Ugent en de Universiteit van Texas in Austin op 5 mei de peer reviewde resultaten van een studie waaruit blijkt dat antilichamen van een lama verschillende coronavirussen kunnen neutraliseren.

De studie, die zelfs de New York Times haalde, was initieel bedoeld om een universeel vaccin te vinden tegen de vier al bekende en relatief onschuldige menselijke coronavirussen, die enkel verkoudheidssymptomen veroorzaken. Maar nu blijkt dat de studie kan bijdragen in de strijd tegen het nieuwe lid van de coronafamilie, SARS-CoV-2.

Hoofdrolspeler in het verhaal is de nu bijna vijf jaar oude Antwerpse chocoladebruine, vrouwelijke lama, Winter, die in 2016 op negen maanden oude leeftijd oppervlakte-eiwitten van twee verwanten van het toen nog onbekende SARS-CoV-2-virus kreeg geïnjecteerd, namelijk het SARS- en het MERS-virus. Uit het bloed van de lama haalden de onderzoekers helaas geen universeel antistof tegen alle coronavirussen, maar wel verschillende antistoffen. Een daarvan bleek uitstekend aan SARS-CoV-1 (SARS) te kunnen binden via een stukje van het S-eiwit (het spike-eiwit waarmee het virus gastheercellen binnendringt, nvdr.) van het coronavirus en het virus te kunnen neutraliseren.

Toen het nieuwe coronavirus in januari opdook, ontdekten de wetenschappers dat het S-eiwit op SARS-CoV-2 maar weinig verschilde van dat op SARS-CoV-1 en vermoedden ze dat ze iets belangrijks in handen hadden. Al snel konden zij aantonen dat hun antistof inderdaad op het nieuwe S-eiwit kon binden, zij het niet zo sterk als bij SARS-CoV-1. In celculturen met een laboratoriumvariant van het nieuwe coronavirus (het gebruik van het echte virus vereist een hoog beveiligd labo, nvdr.) kon het zelfs het virus neutraliseren.

Hoewel het nog maar om onderzoek in een labo gaat, is professor Xavier Saelens van de UGent enthousiast over de resultaten. Terwijl de ontwikkeling van een vaccin wellicht nog een jaar op zich zal laten wachten, zijn antivirale middelen de nieuwe heilige graal. Saelens wijst erop dat zijn team in de kopgroep zit in de zoektocht naar antivirale therapieën, want dit zou een van de eerste antilichamen zijn die het nieuwe coronavirus kan neutraliseren. ‘De meesten zetten in op menselijke antistoffen, geïsoleerd uit genezen patiënten. De uitdaging is om de juiste antistoffen eruit te halen. Wij hebben het voordeel dat we al heel precies weten hoe en waar onze antistof bindt, en dat die plek er bovendien goed uitziet.’

Lama’s, de reddende engelen

Lama’s zijn al eerder gebruikt in de zoektocht naar antilichamen voor ziektes als hiv en influenza, wat mogelijk tot beloftevolle therapieën zal leiden voor beide virussen, aldus de New York Times. Wat hebben lama’s dan dat mensen niet hebben? Nanolichamen. Dat zijn antilichamen die slechts een kwart van de omvang van een menselijk antilichaam hebben. Dit kleinere antilichaam kan daardoor beter de openingen van het S-eiwit binnendringen waardoor het effectiever is in het neutraliseren van het virus.

De antilichamen van de lama zijn ook beter manipuleerbaar. Ze kunnen bijvoorbeeld samengebracht worden met andere antilichamen, zoals menselijke stoffen, zonder dat ze hun stabiliteit verliezen. Ook haaien bezitten deze kleinere antilichamen, maar lama’s zijn iets makkelijker om mee te werken in wetenschappelijke experimenten. Het enige wat ze zouden kunnen doen, is spuwen in het gezicht van de onderzoeker.

De volgende stappen in het onderzoek zijn proeven op hamsters en daarna klinisch onderzoek bij mensen. De onderzoekers hopen dat ze het antilichaam op termijn niet alleen kunnen inzetten als antivirale behandeling bij zieken, maar ook als preventie bij mensen die het virus nog niet hebben gehad, zoals bijvoorbeeld gezondheidswerkers die in hoge mate in contact komen met het virus, maar ook bij ouderen en kwetsbare groepen die een beperkte respons op vaccins vertonen.

Het voordeel van deze benadering is dat het ingebrachte antilichaam onmiddellijke bescherming biedt en dat patiënten niet eerst hun eigen antilichamen hoeven aan te maken via een vaccin. Nadeel is echter dat de effecten van de behandeling slechts een tot twee maanden duren zonder bijkomende behandelingen.

Een ander voordeel is dat nanolichamen zodanig klein zijn dat ze kunnen verneveld worden en ingebracht via een inhalator of een neusspray. Een interessante piste voor respiratoire aandoeningen aangezien de antilichamen meteen ingebracht worden op de plek waar ze moeten zijn.

Het medicijn zal echter nog niet meteen beschikbaar zijn in de ziekenhuizen, want het onderzoek staat nog in zijn kinderschoenen. ‘Maar als het werkt dan verdient lama Winter een standbeeld’, aldus Saelens.

Partner Content