Gaten in uw geheugen? Leg uw seksleven onder de loep

Vergeetachtig
Experts raden aan om de hersenen op de juiste manier te blijven prikkelen, door actieve stimulatie, afgewisseld met rustperiodes. © Getty Images/Connect Images
Trui Engels
Trui Engels Journalist Knack

Namen, afspraken of herinneringen glippen steeds vaker door de mazen van uw geheugen? Misschien bieden de tandarts, oogarts, audioloog én seksuoloog soelaas. Negen ‘breinbrekers’ voor uw geheugen waar u niet altijd bij stilstaat.

Dat roken, alcohol, slecht slapen, stress, suikerrijke voeding, weinig beweging en sociaal isolement behoorlijk wat schade in uw bovenkamer kunnen aanrichten, mag duidelijk zijn. Maar vergeet ook onderstaande factoren niet als u uw geheugen zo lang mogelijk lekvrij wilt houden.

1. Rondreizende mondbacteriën

Chronische tandvleesontstekingen zoals gingivitis en parodontitis kunnen voelbaar zijn tot in het brein, en worden geassocieerd met een verhoogd risico op cognitieve achteruitgang. Door ouderdom, ongezonde levensstijl en omgevingsfactoren faalt de bloed-hersenbarrière steeds meer en kunnen mondbacteriën makkelijk hun weg naar het hersenweefsel vinden en er ontstekingen veroorzaken.

‘Hoewel men vroeger aannam dat hersenen steriel waren, zijn er nu steeds meer aanwijzingen dat ook het brein een eigen microbioom (verzameling van micro-organismen, zoals bacteriën, virussen, schimmels en gisten, nvdr.) heeft’, aldus medisch antropoloog Reginald Deschepper, auteur van het boek Je brein in topconditie.

‘De studie van het breinmicrobioom is pril, en we weten nog niet goed of het microbiële DNA in de hersenen actief een rol speelt of enkel aanwezig is, maar mensen met cognitieve problemen vertonen een microbioomprofiel dat duidelijk anders is dan bij gezonde mensen.’

‘Wacht na de maaltijd minstens een half uur voor je je tanden poetst’

2. De ‘cognitieve voetafdruk’ van medicijnen

Maagzuurremmers, benzodiazepines, angstremmers, antidepressiva, statines en opioïden: ze komen allemaal met een cognitieve voetafdruk, vooral bij langdurig gebruik.

Geneesmiddelen die bijzondere aandacht verdienen zijn anticholinerge middelen voor de behandeling van depressie, allergieën (antihistamines) en een overactieve blaas. De medicatie blokkeert de werking van acetylcholine, een neurotransmitter die een belangrijke rol speelt bij cognitieve functies.

‘In bepaalde situaties zijn ze absoluut noodzakelijk, maar soms worden ze wat ondoordacht ingezet’, vindt Deschepper. ‘De negatieve impact hangt af van de dosis, gebruiksduur en interactie met andere medicijnen. Neem je dit soort medicatie al jaren, bespreek dan met je huisarts of er alternatieven mogelijk zijn.’

Ook voorschriftvrije geneesmiddelen kunnen een anticholinerge werking hebben. Check het op de ACB calculator. Een score van 3 of hoger wijst op een verhoogd risico op cognitieve bijwerkingen.

3. Geen breinrust nemen

‘Informatieoverload, multitasken, prikkelverzadiging en voortdurende afleiding putten het brein uit’, zegt neuroloog Inge Declercq (UZA), die met haar boek Breinrust een belangrijke uitdaging in onze samenleving beschrijft: mentale moeheid. ‘Chronische overprikkeling wordt in verband gebracht met neuronale afsterving. Vooral de hippocampus, het deel van de hersenen dat belangrijk is bij geheugenprocessen, is daar gevoelig voor. Al betekent het nog niet dat je per definitie dementie zult ontwikkelen door geregeld gedachteloos op je gsm te scrollen.’

Gehoor- en zichtverlies zijn belangrijke factoren die het risico op cognitieve achteruitgang verhogen.

Breinexperts raden aan om de hersenen op de juiste manier te blijven prikkelen, door actieve stimulatie, afgewisseld met rustperiodes. Een scherp brein heeft behoefte aan uitdaging, grenzen verleggen en nieuwe ervaringen die niet in de categorie ‘moeten’ vallen. Uw belastingbrief invullen is dan misschien wel cognitief uitdagend, maar voor de meesten geen prettige, ongedwongen ervaring.

4. De valkuil van AI

Vraag het eens een keertje níét aan ChatGPT, maar graaf diep in uw brein, activeer geheugensporen, ga desnoods alle letters van het alfabet af en vroeg of laat komt het aha-moment. ‘Hoe leuk is het niet om in gezelschap op zoek te gaan naar een naam of gebeurtenis’, aldus Declercq. ‘Misschien stoot je tijdens zo’n creatieve brainstormsessie op andere leuke herinneringen. Helaas nemen we daar niet meer de moeite voor. Het brein verleert zijn geheugenopwekkende capaciteiten. Gebruik AI liever om belangrijke van onbelangrijke informatie te onderscheiden, zodat je gefocust blijft op wat echt telt.’

‘We leven in een omgeving die het onze hersenen tegenwoordig wel erg makkelijk maakt’, bevestigt ook Deschepper. ‘Dat we van AI dommer worden, zou ik niet zeggen. Maar ons brein is als een spier: if you don’t use it, you lose it. Kinderen die hoogwaardig onderwijs genieten en op latere leeftijd een cognitief stimulerende job uitoefenen, hebben een grotere zogenaamde cognitieve reserve. Als die reserve groot genoeg is, kun je mogelijk symptomen van dementie een aantal jaren uitstellen. Ook door je brein op latere leeftijd te blijven uitdagen, zal het extra verbindingen maken en zelfs groeien.’

5. Seksuele inactiviteit

Uit verschillende observationele studies blijkt dat ouderen die seksueel actief blijven beter scoren op geheugen- en taaltaken, en minder vaak tekenen van cognitieve achteruitgang vertonen. ‘Dubbelblinde, gerandomiseerde studies naar seks zijn moeilijk uit te voeren’, zegt Elisabeth Vander Stichele (AZ Oostende), de enige geriater-seksuoloog in België. ‘Dat zou betekenen dat je aan de ene groep mensen vraagt om geen seks te hebben en aan de andere groep wel, maar zonder dat ze het weten. Meestal weet je of je seks hebt gehad of niet.’

Toch is de link tussen seks en de hersenfuncties zo gek niet, aldus Vander Stichele. ‘Een mogelijke verklaring is het gevoel van nabijheid en verbondenheid. Daarnaast is vrijen een vorm van beweging, ongevaarlijk voor het hart, waardoor je het tot op heel late leeftijd kunt doen. Goesting verdwijnt niet met de leeftijd. Een laatste hypothese is de vrijgave van dopamine, serotonine en oxytocine door huid-op-huidcontact. Die stofjes dempen stress en activeren het vermogen van de hersenen om nieuwe verbindingen aan te maken.’

6. Vaccinaties overslaan

Twijfelt u over uw griepprik dit jaar? Misschien moet u de andere potentiële voordelen van vaccins eens in de weegschaal gooien. Wetenschappelijk onderzoek toont steeds meer patronen die erop wijzen dat elke vorm van routinematige vaccinaties, tegen griep, zona, tetanus, difterie, kinkhoest, longontsteking, hepatitis A, tyfus en andere aandoeningen veelbelovend zijn in de strijd tegen cognitieve achteruitgang en neurodegeneratieve ziektes.

Deschepper: ‘Herhaalde vaccins kun je vergelijken met krachttraining voor het immuunsysteem: ze beschermen de hersenen tegen ontstekingen. Een andere mogelijke verklaring is dat virussen zoals het griep- en gordelroosvirus zelf een rol spelen bij het ontstaan van cognitieve problemen en dementie. Het bewijs is nog niet sluitend, maar omdat de amyloïdehypothese bij de ziekte van Alzheimer – die stelt dat de ophoping van een eiwit amyloïde in de hersenen bijdraagt aan de aandoening – de afgelopen decennia het wetenschappelijke debat zo heeft gedomineerd, is de virushypothese nog maar weinig onderzocht.’

7. Verwaarloosde zintuigen

Geluid, beeld, tast en smaak zijn neurologisch diep verankerd in ons brein, en zijn een ingangspoort voor cognitieve stimulatie. Voor uw zintuigen geldt dus hetzelfde advies als voor het brein en de spieren: gebruik ze zo veel mogelijk.

Gehoor- en zichtverlies zijn belangrijke factoren die het risico op cognitieve achteruitgang verhogen. Ze houden bepaalde circuits in het brein actief, en stellen je in staat om sociale contacten te onderhouden die je brein blijven stimuleren.

En vergeet ook de neus niet. In een veelbelovende, kleinschalige studie scoorden mensen die ’s nachts sliepen met een verstuiver die twee uur lang een aangename geur afgaf, na een aantal maanden gemiddeld 226 procent beter op een geheugentest dan een controlegroep zonder geur. Aroma’s zorgen enerzijds voor een betere slaap, anderzijds heeft geur als enige zintuig een directe route naar de hersenen.

8. Overmatige blootstelling aan milieutoxines

‘Je kunt de kaart van de luchtvervuiling vrijwel gelijktrekken met de dementiekaart’, zegt Deschepper. ‘In Mexico City, waar de luchtvervuiling extreem is, vonden onderzoekers al bij kinderen en jongvolwassenen sporen van neurodegeneratie.’

‘Je kunt de kaart van de luchtvervuiling vrijwel gelijktrekken met de dementiekaart.’

Hoe ouder we worden, hoe meer stoffen zich in het lichaam opstapelen en hoe hoger het risico op problemen. Fijnstof, schimmels, pesticiden, zware metalen, PFAS, hormoonverstoorders: allemaal kunnen ze het brein belasten. Deschepper vindt vooral de studies rond microplastics verontrustend. ‘Ook in het brein worden microplastics aangetroffen. Wat de gevolgen zijn, weet men niet. Maar er zijn aanwijzingen dat het brein erop reageert met ontstekingen. Dat belooft weinig goeds. We zien nu al dat parkinson en andere neurodegeneratieve aandoeningen toenemen, ook bij jongere mensen.’

9. Geen doel hebben in het leven

Leven zonder doel draagt bij aan een brein dat trager, vermoeider en vergeetachtiger wordt. Een van de opvallende overeenkomsten in de ‘Blue Zones’, de regio’s in de wereld waar mensen gemiddeld het langst en gezondst leven, is zingeving. Uit studies blijkt dat ouderen – en dan vooral vrouwen – die geregeld mensen helpen een tragere cognitieve achteruitgang vertonen dan zij die minder altruïstisch zijn. Een missie hebben in het leven stimuleert betrokkenheid, nieuwsgierigheid, mentale veerkracht en sterkere sociale netwerken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise