Dirk Draulans’ Beestenboel: de steltkluut broedt nu elk jaar bij ons, maar dat is niet per se goed nieuws

© Getty Images/500px
Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

De steltkluut moet een van de opvallendste en mooiste verschijningen in onze vogelwereld zijn.

De steltkluut lijkt een en al roze poot. zijn stelten kunnen 25 centimeter lang worden, dat is 60 procent van zijn lichaamslengte. Hij gebruikt ze om te waden in wat diepere moeraswateren dan de andere steltlopers, op zoek naar de beestjes die zijn voornaamste voeding vormen.

Bizar genoeg worden er al een eeuw lang af en toe broedende steltkluten in onze contreien waargenomen, hoewel de soort altijd zeldzaam was. In hun vogelatlas uit 1972 schreven graaf Léon Lippens (stichter van het Zwin) en Henri Wille dat er in 1907 een broedpoging in de Kalmthoutse Heide was. In 1913 was er een succesvol nest. Nadien werden er af en toe nog nesten in Vlaanderen gevonden, vooral in de kuststreek en de Scheldepolders. Maar een vaste broedpopulatie kwam er nooit.

In Zeeuws-Vlaanderen was er tussen 1931 en 1935 een opstoot van broedgevallen, met zo’n 25 nesten, maar ook dat was slechts tijdelijk. Intrigerend is dat de auteurs een verband legden met tijdelijke droogteperiodes in het zuiden van Spanje, waar het leeuwendeel van de Europese steltklutenpopulatie broedt. Als het daar te droog was, kwamen vogels hierheen.

In de Vlaamse broedvogelatlas van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) uit 2004 staat te lezen dat de steltkluut bij ons waarschijnlijk altijd een onregelmatige gast zou blijven. Maar dat is niet langer het geval. Volgens de recentste gegevens van het INBO waren er tussen 2019 en 2024 jaarlijks 16 tot liefst 113 broedparen. Ook in Nederland neemt het aantal broedgevallen toe, met voor 2023 minstens 150 nesten. De vogel is gekomen om te blijven.

Steltkluten profiteren van natuurherstel, zoals de creatie van natte gebieden als buffer tegen de klimaatopwarming. 

Helaas is dat niet uitsluitend goed nieuws. Want de toename hier lijkt gelinkt te zijn aan het verdwijnen van geschikte broedgebieden in Spanje en Zuid-Frankrijk, waar moerassen uitdrogen door de klimaatopwarming. De vogels moeten het dus elders gaan zoeken. Gelukkig zijn ze flexibel, want ze leven in een veranderlijke biotoop door almaar wisselende waterstanden.

Bij ons profiteren steltkluten van investeringen in natuurherstel, zoals de creatie van natte gebieden als buffer tegen de gevolgen van de klimaatopwarming. Ook het afsluiten van natte natuurgebieden tegen vossen rendeert – vossen verorberen eieren en jongen van op de grond broedende vogels. In de Waaslandpolder concentreren steltkluten zich in gebieden met een vossenomheining. Enkele koppels verhuisden zelfs na eerder een niet afgeschermd gebied verkend te hebben.  

Steltkluten zijn luidruchtige vogels, die agressief uit de hoek kunnen komen naar belagers toe. Het is indrukwekkend hoe ze die aanvallen. Het dier komt over zo goed als de hele wereld voor, hoewel biologen het er niet eens over raken of het overal dezelfde soort is, dan wel of ze moet worden opgesplitst in vier aparte soorten. Het doet er niet toe. Ze zien er overal uit zoals de steltkluten bij ons. Hopelijk beschermt zijn ruime verspreiding de vogel tegen uitsterven. Want echt talrijk is hij nergens.

Partner Content