Dirk Draulans’ Beestenboel: de zwartkop heeft het met zijn mooie zang tot in een opera geschopt

De zwartkop is misschien wel de meest volhardende zanger in onze tuinen © Getty Images/iStockphoto
Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Hij is misschien wel de meest volhardende zanger in onze tuinen: de zwartkop. Wanneer andere vogels op het einde van het broedseizoen stoppen met zingen, gaat hij nog een tijdje door. In de vroege zomer is hij soms de enige soort die je geregeld hoort.

De zang van een zwartkop is wondermooi – hij werd weleens gelabeld als surrogaatnachtegaal. Het begint met een aarzelend, amper hoorbaar gefezel, maar dat gaat crescendo over in luide heldere tonen die uitmonden in een uitbarsting van levensvreugde. En dat telkens opnieuw, met variaties. Het is niet verwonderlijk dat de zwartkopzang een sleutelrol kreeg in een opera van de Franse componist Olivier Messiaen over het leven van de natuurminnende heilige Sint-Franciscus. Een nagespeeld herkenbaar riedeltje uit de zang evoceert de heilige.

Zwartkopmannetjes zijn overwegend grijsbruin met een opvallend zwart petje. Vrouwtjes zijn bruiniger met een kastanjebruin petje. Hoewel steeds meer van onze zwartkoppen de neiging hebben om in de winter hier te blijven, trekken de meeste in oktober nog altijd naar het zuiden, naar het Middellandse Zeegebied of soms verder, Afrika in.

Tot 10 procent van de zwartkoppopulatie in tuinen kan ten prooi vallen aan katten.

Door de klimaatopwarming gebeurt de terugkeer in de lente wel steeds vroeger, nu al in de tweede helft van maart. Dat is een kleine maand eerder dan een halve eeuw geleden. In de weken voor hun vertrek uit hun wintergebied beginnen mannetjes hun zang al te repeteren. Hij moet vloeiend zijn als ze wat later hun broedterritorium moeten afbakenen en verdedigen.

Steeds meer Europese zwartkoppen gaan tegenwoordig wel overwinteren in het Verenigd Koninkrijk, waar ze vooral teren op vogelvoer dat er door vogelliefhebbers wordt verschaft. Eén vogel zou een groot deel van een winter zelfs exclusief geleefd hebben van Britse kerstmiscake.

De populatie van de zwartkop zit zo goed als overal in de lift. De soort profiteert niet alleen van het mainstream worden van natuurlijk bosbeheer, wat haar klassieke biotoop ten goede komt, maar ook van het natuurlijker worden van veel tuinen. In Vlaanderen nam de broedpopulatie, die nu op 70.000 koppels wordt geraamd, tussen 2007 en 2018 met 29 procent toe.

De vogel broedt graag in braamstruiken of netelstruwelen. In het broedseizoen teert hij vooral op insecten, daarbuiten is hij een echte besseneter. Vooral vlier- en meidoornbessen vallen in zijn smaak, klimopbessen zijn een noodreserve.

Tijdens zijn trek wordt de zwartkop, zoals veel trekvogels, constant geviseerd door vogelvangers uit de mensenwereld, die hem belagen met netten, lijmstokken en geweren. In onze tuinen is de kat een belangrijke predator – schattingen wijzen uit dat tot 10 procent van een zwartkoppopulatie ten prooi kan vallen aan katten. Toch lijkt het hun succes niet te hinderen, wat bevestigt dat dieren een stevig niveau van predatie aankunnen als hun biotoop maar groot en goed genoeg is.

De zwartkop is er verrassend genoeg ook in geslaagd te vermijden dat hij door koekoeken geparasiteerd wordt. De eitjes in zijn nest lijken zo sterk op elkaar dat een vreemd ei gemakkelijk wordt herkend en verwijderd kan worden. Het zwartkopsucces heeft dus veel aspecten.

Lees meer over:

Partner Expertise